Afgelopen vrijdag werden in het WTC in Amsterdam De Stand van de Advocatuur 2009 en de Gouden Zandlopers gepresenteerd. Het werd een levendige middag, met veel vrouwen in de hoofdrol: staatssecretaris Albayrak van Justitie, de vrouwelijke deelnemers aan de rondetafeldiscussie over diversiteit in de advocatuur en de geestige dagvoorzitter Cisca Dresselhuys, voormalig hoofdredacteur van Opzij: “Ben je niet gewoon een beetje laf met jouw leukemeisjeskantoor?”
Door Lucien Wopereis
Directeur Pablo van Klinken van KSU geeft de aftrap voor de latere diversiteitsdiscussie met een lezing over vrouwen in de advocatuur. Hij heeft tien jaargangen van De Stand van de Advocatuur naast elkaar gelegd, en wat blijkt? Er zijn de afgelopen tien jaar veel vrouwen bijgekomen in de advocatuur, maar het aantal vrouwelijke partners is met 12% volstrekt stabiel gebleven. De conclusie van Van Klinken: “Diversiteit in de top van de advocatuur is trekken aan een dood paard. Ik zou er geen tijd meer in steken, en gewoon een eigen kantoor beginnen. Dat dat prima kan, bewijst een succesvol en zeer commercieel kantoor als SmeetsGijbels.”
Staatssecretaris Albayrak laat het thema diversiteit eerst even voor wat het is. Zij vraagt meer aandacht voor andere zorgenkindjes: de sociale advocatuur en eenpitters. “Ik zie dat er in de Stand van de Advocatuur één paragraaf is ingeruimd voor de sociale advocatuur. Dat vind ik een beetje mager.” Ook wil ze graag meer informatie over de toename van het aantal eenpitters in de advocatuur. “Eenpitters hoeven helemaal geen probleem te zijn. Maar ze kunnen het wel worden, als bijvoorbeeld de vervanging bij afwezigheid niet goed geregeld is.”
Albayrak oogst applaus met de opmerking dat de term “feminisering” van de advocatuur – gebezigd in De Stand – toch wel een verkeerde is. “Pas als tweederde vrouw is, kun je spreken van feminisering. Ik zou zeggen: de advocatuur normaliseert.”
Hopeloos ouderwets
Daarna volgde de rondetafeldiscussie over diversiteit. De deelnemers: Lokke Moerel (partner De Brauw Blackstone Westbroek), Tjitske Cieremans (partner NautaDutilh), Mieke Kemmers (KemmersRoet) en Bella van Erkelens (directeur HRM CMS Derks Star Busmann). Er wordt telkens een stelling aan de zaal voorgelegd, en daarna worden de podiumdames nader ondervraagd.
De eerste stelling luidt dat vrouwen betere advocaten zijn dan mannen. De zaal heft in overwegende mate de rode kaart (oneens), maar er zijn dissendenten. Lokke Moerel verwijst naar het interview met professor Barendrecht in De Stand van de Advocatuur. “Hij stelt dat advocaten meer schikkingsgericht zullen moeten worden. Daar zijn vrouwen van nature wat meer toe geneigd.” In de zaal roert voormalig deken Els Unger zich, in de kenmerkende recht-voor-de-raap- stijl: “De hele samenleving feminiseert, dus vrouwen passen eenvoudigweg beter bij deze tijd. Mannen die niet mee feminiseren, zijn hopeloos ouderwets.”
Een man in de zaal stelt dat vrouwen beter kunnen luisteren en minder snel oordelen, kwaliteiten die vandaag de dag beter worden gewaardeerd. Hij lijkt er goede sier mee te maken, totdat gespreksleider Dresslhuys hem vraagt of hij advocaat is. “Nee, ik handel in advocaten.” Dresselhuys vindt het maar een vreemd antwoord, en bombardeert de man tot drie keer toe tot “de vrouwenhandelaar.”
Dan gaat het over het al dan niet instellen van verplichte quota. Tjitske Cieremans is tegen: “De maatschap draait op onderling vertrouwen. Je moet de maatschapscultuur gezamenlijk willen veranderen, anders werkt het niet.” Ook Bella van Erkelens is tegen: “Je krijgt altijd discussie over de vraag of iemand er zit vanwege de kwaliteit, of vanwege het quotum.” Moerel en Kemmers zijn voor. Ze wijzen er beide op dat de kritische massa ligt rond de 25, 30%. “Je moet iets extra’s doen om de kritische massa te bereiken, anders veranderd er niets.”
Kemmers krijgt van Dresselhuys nog de vraag voorgelegd waarom ze voor zichzelf is begonnen. Ze werd bij haar vorige kantoor gezien als een “omzetmachine’, en ze vond de mannen er vastgeroest. Na aandringen uit de zaal noemt ze ook de naam van het beestje: Boddaert Verweel Advocaten uit Alkmaar. Dresselhuys: “Bent u niet gewoon een beetje laf met uw leukemeisjeskantoor?” Kemmers kan er wel om lachen.
Beleefd en netjes
Na de pauze is het tijd voor de Gouden Zandlopers 2009. Dit jaar zijn de prijzen voor de kantoren, en dat is te merken aan de dankspeeches. Waar individuele advocaten nog wel eens willen uitpakken met hilarische dankspeeches (Duk, Alberdink Thijm), blijft nu allemaal beleefd en netjes.
Het wordt nog even tricky als blijkt dat de winnaar in de categorie “Het snelst groeiende kantoor” niet bekend is bij degene die de prijs overhandigt. Dat is een vertegenwoordiger van de winnaar van vorig jaar, Greenberg Traurig, die als vervanger de presentatietaak op het laatst in zijn schoot geworpen heeft gekregen. Na wat onderling gesmoes wordt het duidelijk: de winnnaar van de Le Tableau prijs is TeekensKarstens.
De ontvanger van de prijs, een enorme wisselbeker, maakt meteen duidelijk dat er de volgende keer een ander kantoor zal staan: “We zijn gegroeid met een duidelijke focus. Dat hebben we bereikt. Nu willen we verder groeien in kwaliteit. We zien dit als een aanmoediging om door te stoten naar de kleine prijsjes, de Gouden Zandlopers.”