Advocaten Sébas Diekstra en Robert van der Laan hebben een nieuwe klacht ingediend bij minister Plasterk van Binnenlandse Zaken over het tappen van gesprekken en internetverkeer tussen hen en een cliënt. Een eerdere klacht van hen, over dat een AIVD-onderzoek naar deze cliënt niet correct was verlopen, werd in mei gegrond verklaard.
De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) oordeelde achteraf dat een onderzoek door de AIVD naar deze cliënt, een techniekstudent die werd verdacht van betrokkenheid bij terroristische activiteiten, onbehoorlijk en daarmee onrechtmatig was. Na gegrondverklaring van hun eerdere klacht – voor enkele onderzoeken naar de student was onvoldoende reden – willen Diekstra en Van der Laan nu weten welke inlichtingen uit hun correspondentie de AIVD precies heeft verkregen en wat er met deze informatie is gebeurd.
Zij schrijven onder meer: ‘Als telefoongesprekken van cliënt eind vorig jaar zijn getapt, afgeluisterd, opgenomen of uitgewerkt, betekent dit dan dat er ook gesprekken tussen cliënt en zijn advocaten zijn onderschept? Het afluisteren van gesprekken tussen cliënten en advocaten maakt inbreuk op het verschoningsrecht.’ De enige manier om erachter te komen of de gesprekken met de advocaten inderdaad zijn getapt, is om een nieuwe klacht in te dienen, zegt Diekstra desgevraagd in een nadere toelichting.
Het Gerechtshof oordeelde vorig jaar dat de AIVD en MIVD geen gesprekken tussen advocaten en cliënten mogen afluisteren, tenzij er sprake zou zijn van een onafhankelijke toetsing. In april dit jaar werd duidelijk dat het kabinet een Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) in het leven zal roepen. Dit is onderdeel van het nieuwe wetsvoorstel voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), dat nog door de Eerste en Tweede Kamer moet.