In een hausseperiode waarin wekelijks nieuwe boutiquekantoren het daglicht zien, valt een naam in het bijzonder op. Of eigenlijk de vier namen achter het eind maart gelanceerde Biesheuvel Jansen advocaten in Amsterdam, allen afkomstig van gerenommeerde kantoren Stibbe, Linklaters en Freshfields. Mede-naamgever Rutger Jansen: “We hoeven niet in te boeten op kwaliteit.”
Door Joris Rietbroek
Terwijl de laatste hand wordt gelegd aan de inrichting van de kantoorruimte in een villa in de statige Amsterdamse buurt Oud-Zuid, zijn advocaten Rutger Jansen (ex-Stibbe), Quirijn Biesheuvel (ex-Freshfields), Jaap Kuster (ex-Linklaters en ex-Stibbe) en Inge Timmerman (ex-Stibbe) inmiddels druk aan de slag op hun nieuwe werkplek. Met zijn vieren zijn zij gespecialiseerd in ondernemingsrecht en contractenrecht, met een duidelijke focus op drie praktijkgroepen: (internationale) transacties, commerciële contracten en geschillenbeslechting.
Biesheuvel Jansen vindt ongeveer een jaar geleden zijn prille oorsprong binnen de muren van Stibbe, waar Jansen tijdens een nachtelijke transactie voor het eerst op het idee kwam om een eigen kantoor te beginnen. Een zware nacht was het op dat moment, maar het idee werd zeker niet geboren uit onvrede, bezweert Jansen. “De wens om een eigen kantoor te beginnen had ik al langer. Na ruim acht jaar ervaring te hebben opgedaan, was de tijd rijp.” Met Jaap Kuster vertelt hij graag meer over de ontstaansgeschiedenis, de doelstellingen en de ambities.
Hoe zijn jullie met zijn vieren bij elkaar gekomen?
Rutger Jansen: “Inge en ik zaten bij Stibbe in hetzelfde team; we kenden elkaar al door en door. Met haar raakte ik op gegeven moment in gesprek over de oprichting van een eigen kantoor. We wisten echter dat slechts twee mensen geen goede basis zouden vormen. Er moest sowieso een goede litigator bij komen, en nog een vierde persoon, zodat we de afhandeling van transacties voor grotere partijen echt in teamverband zouden kunnen aanbieden. Jaap Kuster was nog een oude bekende bij Stibbe. Quirijn Biesheuvel werd via een wederzijdse kennis aan me voorgesteld. Toen we elkaar spraken was er direct een klik.”
Hoeveel tijd nam de opstartfase in beslag?
Jansen: “Het was uitdagend om naast mijn fulltime baan bij Stibbe tegelijkertijd alle kleine zaken voor het nieuwe kantoor op te pakken. Een kantoor opzetten kost immers veel tijd en intussen ging het werk bij Stibbe in alle hevigheid door. Daarom kozen we voor een langere aanloop- en voorbereidingsperiode om het in een keer goed neer te zetten.”
Was het niet moeilijk om een comfortabele positie binnen een groot kantoor achter te laten?
Jaap Kuster: “Een beetje dubbel was het wel. Je zit in een luxepositie met een goed salaris, er wordt goed voor je gezorgd, er zijn veel opleidingsmogelijkheden, je komt niets te kort. Je laat iets moois achter, maar gaat ook aan iets moois beginnen: je kiest ervoor je eigen visie te gaan uitdragen, wat makkelijker is binnen een kleinere setting. Ik wil mooie zaken doen met plezierige mensen en er een fijn leven naast hebben; dat gaat op deze manier beter.”
Jansen: “Intussen hoeven we niets in te boeten op kwaliteit. Je hoort wel eens dat advocaten die in een kleinere setting belanden meer huis-, tuin- en keukenwerk gaan doen. Dat is bij ons niet de bedoeling en gelukkig komen de complexere zaken sinds het begin binnen. We dragen dan ook allevier de naam van onze oude kantoren mee, dat opent deuren. Als Jaap tegen iemand uit zijn netwerk zegt dat twee van zijn collega’s oorspronkelijk afkomstig zijn van Stibbe, merk je dat je makkelijker aan tafel komt bij dergelijke partijen. Je moet je daarna natuurlijk nog wel bewijzen, maar het feit dat je van een groot, gerenommeerd kantoor komt, telt absoluut mee. Dat schept meteen vertrouwen.”
Hoe hebben jullie de definitieve richting van het kantoor bepaald?
Kuster: “Dat was een maandenlang, doorlopend proces. Opeens ben je ondernemer en moet je jezelf voortdurend vragen stellen. Wat kunnen wij bieden aan dat hoge- en middensegment, dat op zoek is naar kwalitatief hoogwaardig juridisch advies tegen lagere prijzen? Het was nog even de vraag of we er ook een arbeidsrechtadvocaat bij zouden betrekken. Daarnaast hebben we er lang over nagedacht of we een specifieke focus op sectoren moesten uitdragen.”
Jansen: “Ik had me bijvoorbeeld nog meer als een corporate energy-advocaat kunnen profileren, maar ik wil en kan ook cliënten uit andere sectoren bedienen. Je moet jezelf niet in de voet schieten door je als start-up kantoor beperkingen op te leggen.”
Kuster: “Het is bovendien lastig om met een relatief klein team veel specifieke sectoren te bedienen. Kwalitatief goed advies leveren blijft immers de basis. Je tarieven kunnen wel lager liggen, maar als je geen goed werkt levert, komen cliënten niet bij je terug.”
V.l.n.r.: Rutger Jansen, Quirijn Biesheuvel, Inge Timmerman en Jaap Kuster
Nog op onverwachte hindernissen gestuit bij de oprichting?
Jansen: “Zeker in de opstartfase ontdek je pas echt wat er allemaal achter de schermen van advocatenkantoor gebeurt, waar je tot voor kort nog nooit mee te maken had of zelfs niets van wist. Je gaat immers van een kantoor met een omvangrijke backoffice die alles tot in de puntjes verzorgt, naar een backoffice van nul personen.”
Kuster: “Dat is uiteindelijk niet vervelend, het is heel goed om allerlei regelwerk zelf op je te nemen. We kunnen de taken onder ons vieren verdelen en zo snap je tenminste hoe je onderneming in elkaar zit.”
Wat moet het ultieme kenmerk van Biesheuvel Jansen zijn?
Kuster “Kwalitatief hoogwaardige dienstverlening met specialistische kennis binnen onze corporate niche, maar dan wel met een dynamische en verfrissende benadering naar cliënten toe.”
Jansen: “Daarbij willen we moderne advocaten zijn. We denken veel na over hoe we ons kunnen onderscheiden van andere kantoren en boutiques. Zo zijn we een online portal aan het bouwen waarop we op termijn allerlei documentatie voor cliënten aanbieden. Er zijn nog niet veel kleine kantoren die zoiets doen.”
Wat is de voorsprong van een nichekantoor op de grootste kantoren?
Kuster: “Een cliënt krijgt meer persoonlijke aandacht van de aanwezige senior advocaten, wat zeer wordt gewaardeerd.”
Jansen: “Daarnaast denk ik dat we iets flexibeler zijn. Zo is het met ons kleine team bijvoorbeeld eenvoudiger om een inhouse oplossing aan te bieden binnen de Nederlandse vestiging van GDF SUEZ in Zwolle. Ik werk daar nu twee dagen per week aan projecten en transacties, maar het aantal dagen per week of maand kan op verzoek van de cliënt wisselen. Bij grote kantoren kan het moeilijker zijn om senior advocaten op zo’n flexibele manier elders te plaatsen.”
Konden jullie cliënten van jullie vorige werkgever meenemen?
Jansen: “Ja, en dat ging in mijn geval eigenlijk zeer soepel. Enkele cliënten wilden graag mee en dat was in overleg mogelijk. In die zin zijn ik en Stibbe goed uit elkaar gegaan.”
Kuster: “Ik heb van Linklaters eveneens recent een cliënt en twee zaken gekregen. Je gunt elkaar wat.”
Jansen: “Mocht er ooit een transactie voorbijkomen die ons eigenlijk boven de pet gaat, dan zou ik niet aarzelen zo’n cliënt door te verwijzen naar Stibbe of Linklaters.”
Profileer je je als advocaat-ondernemer heel anders naar buiten toe dan voorheen?
Jansen: “Zeker, ik betrap mezelf er al op dat ik echt zelf het eerste aanspreekpunt voor de cliënt wil zijn. Ik wil een relatie opbouwen en de advocaat zijn die precies op de juiste momenten met een oplossing komt. Dat zij een kop koffie komen drinken om eens te praten over een mogelijk probleem en dat minstens 30% van het gesprek over strategie gaat. Daarvoor hoef ik dan niet direct een factuur te sturen.”
Kuster: “Hierdoor vinden er binnen ons team nu al meer strategische discussies plaats, omdat we zoveel dichter op de cliënt zitten. Zo merk je ook meer dan ooit dat cliënten vooraf meer zekerheid willen over de rekening, dus voor specifieke opdrachten zijn vaste prijsafspraken mogelijk. Voor zo’n in house-opdracht bieden we ook dagprijzen aan in plaats van uren te schrijven. We stappen in bepaalde zaken af van het traditionele elke zes minuten schrijven.”
Jansen: “Volgens mij hebben we nog geen enkele standaardfactuur de deur uit gedaan.”
Wat zijn de ambities voor de komende jaren?
Kuster: “We hebben de ambitie om te groeien, maar wel op een natuurlijke manier. Ik zie voor me dat we in het komende jaar enkele midlevel tot senior associates aantrekken. Op de langere termijn ontstaat er hopelijk ruimte voor enkele partners erbij.”
Jansen: “Voorlopig willen we zelf vooral met de voeten in de modder blijven staan.”
Kuster: “Stel dat je ooit het aantal van twintig medewerkers zou overstijgen, dan zou je opeens managementlagen moeten inbouwen, heb ik ooit gelezen.”
Jansen: “Ik zou het verschrikkelijk vinden als ik opeens twintig uur per week bezig zou zijn met management-achtige zaken. Daarvoor ben ik geen eigen kantoor begonnen.”