Strafrechtadvocaten Jan-Jesse Lieftink en Abdel Ytsma vormen sinds afgelopen zondag samen Bureau TBS Advocaten. Het kantoor richt zich volledig op bijstand aan tbs-cliënten. Lieftink: “In tbs-zaken ben je vaak meer een bemiddelaar dan een advocaat.”
Lieftink en Ytsma zijn beide sinds 2006 advocaat. Lieftink werkte eerder bij Cleerdin & Hamer en Plasman Advocaten, Ytsma was zelfstandig advocaat. Ze leerden elkaar goed kennen via de in 2017 opgerichte Vereniging van tbs-advocaten, waarvan Lieftink een van de oprichters is.
Als Bureau TBS Advocaten behandelen ze onder meer zaken waarin de kans op oplegging van terbeschikkingstelling aanzienlijk is, en hoger beroepen nadat de rechtbank in eerste aanleg tbs heeft opgelegd. Het aantal zaken waarin de rechter tbs oplegt, is in de afgelopen jaren gestegen van 146 zaken in 2015 naar 237 in 2018. Ook bij bijvoorbeeld onderzoeken bij het Pieter Baan Centrum, overplaatsingen naar een tbs-kliniek, tbs-verlengingen en tegenonderzoeken door deskundigen staan zij cliënten bij.
Voor beide advocaten bestond hun praktijk al voor 95% uit tbs-gerelateerde zaken, zegt Lieftink in een toelichting op de start van het kantoor. “We hebben voor deze samenwerking gekozen, omdat het nog wel eens ontbreekt aan specialistische bijstand aan tbs-gestelden. Voor deze groep ben je als advocaat een heel ander persoon, meer een bemiddelaar tussen je cliënt en alle betrokken partijen, van ministerie tot kliniek. Je ziet dat sommige advocaten er bij tbs-zaken net zo hard ingaan als bij een reguliere strafzaak. Dat werkt volgens mij eerder averechts.”
Bureau TBS toont zich een nadrukkelijk voorstander van een einddatum aan tbs met dwangverpleging, zo is te lezen op de kantoorwebsite, bijvoorbeeld afhankelijke van de maximale gevangenisstraf die op een delict staat. ‘Volgens de advocaten van Bureau TBS leidt dit ook tot minder weigeraars van gedragskundig onderzoeken, omdat het dan niet uitmaakt of zij een behandeling of een gevangenisstraf krijgen.’
Of anders verwoord door Lieftink: “We vinden het belangrijk dat tbs-gestelden met zo’n stip aan de horizon een sprankje hoop blijven houden dat er een einde komt aan de behandeling. Sommige cliënten willen het systeem nu juist niet in, omdat ze niet weten wanneer ze eruit gaan komen. Bovendien schept een einddatum duidelijkheid voor slachtoffers of nabestaanden: op deze datum komt die persoon vrij. Zo maak je het systeem juist toegankelijker, denken wij.”