Een wethouder van de gemeente Echt-Susteren heeft ten onrechte geëist dat een advocaat, als raadsman aanwezig voor zijn cliënt, een bespreking over lang lopend conflict zou verlaten. Dat heeft de Nationale Ombudsman op 4 september geoordeeld. ‘De ombudsman is van oordeel dat er geen enkele reden was voor de betrokken wethouder om de aanwezigheid van verzoeker als raadsman van zijn cliënt te weigeren. Verzoeker kan worden gevolgd in zijn stelling dat zijn cliënt door de gang van zaken is benadeeld.’
De Nationale Ombudsman kan waarderen dat van gemeentezijde het initiatief is genomen om te bezien of aan een slepende conflict een einde kon worden gemaakt. ‘Het college van burgemeester en wethouders en de juridische ondersteuning hadden echter kunnen weten dat verzoeker als gemachtigde optrad. Het college had hem daarom als eerste met een voorstel moeten benaderen. Dat is niet gebeurd,’ aldus de Ombudsman.
De Nationale Ombudsman oordeelt de klacht over de betrokken wethouder, die is aangemerkt als een klacht over het college van burgemeester en wethouders, gegrond, wegens strijd met het vereiste van fair-play.