Per 1 september is cassatieadvocaat Nadine Groeneveld-Tijssens (AKD) benoemd tot bijzonder hoogleraar Appelrechtspraak aan Tilburg University. Ze gaat onderzoek doen naar de taken, positie en werkwijze van de appelrechter.
De leerstoel is nieuw en bekostigd door de Nederlandse gerechtshoven. Binnen de universiteit is de positie ondergebracht binnen het department of private, business & labour law.
Input, output
Groeneveld-Tijssens (foto) is werkzaam bij AKD en advocaat bij de Hoge Raad. Ze houdt zich sinds een aantal jaar bezig met appelrechtspraak. Groeneveld-Tijssens heeft een brede cassatiepraktijk, en behandelt zaken over onder andere contracten- en aansprakelijkheidsrecht, onteigeningsrecht, vervoersrecht en procesrecht. Ze procedeert niet alleen in cassatie, maar ook in feitelijke instanties. In 2015 is Groeneveld-Tijssens gepromoveerd aan Tilburg University met een onderzoek naar de verklaring voor recht. Nadien bleef zij verbonden aan de universiteit als fellow.
Als nieuwbakken hoogleraar Appelrechtspraak gaat Groeneveld-Tijssens de komende jaren onderzoek doen naar de taken, positie en werkwijze van de appelrechter. Daarbij zal ze zich in het bijzonder richten op de impact die ‘de input’ van partijen, de rechter in eerste aanleg en de advocaat (in hoger beroep) heeft op ‘de output’ in hoger beroep.
Onderzoeksvragen
Maatschappelijke ontwikkelingen ‘zoals digitalisering en de roep om meer aandacht voor de menselijke maat’ beïnvloeden de rechtspraak op alle niveaus, stelt Tilburg University in het begeleidende persbericht. Ook wordt het appelrecht beïnvloed door veranderingen in de procedure in eerste aanleg en in cassatie.
Groeneveld-Tijssens gaat haar onderzoek doen aan de hand van vragen die betrekking hebben op deze ontwikkelingen en veranderingen, aldus de universiteit. Wat betekent bijvoorbeeld de centrale rol die de mondelinge behandeling in de civiele procedure heeft gekregen voor de appelprocedure? En wat heeft de veranderende positie van de Hoge Raad, die zich meer focust op rechtsvorming, voor gevolgen voor de appelrechtspraak?