Dinsdag is de motie aangenomen die D66’er Joost Sneller vorige week heeft ingediend. Hij riep de regering op om nog dit jaar extra geld vrij te maken voor de sociale advocatuur. De motie werd ook ondertekend door politici van de SP, PvdA/GL, CDA, ChristenUnie en PvdD.
Foto: De Tweede Kamer der Staten-Generaal / Shutterstock
Voor de noodinvestering moet de regering geld putten uit ‘de nog niet bestede middelen in het rechtsbijstandsbudget’, stelden Sneller en de andere Tweede Kamerleden in de motie.
Volgens de indieners zou onvoldoende inkomen en gebrek aan perspectief ervoor zorgen dat het beroep van sociaal advocaat onaantrekkelijk wordt en mensen stoppen met het vak. Zij verwezen daarnaast naar de indexatie van het tarief voor sociaal advocaten: die ligt dit jaar op 0,67 procent. Hierdoor zijn de vergoedingen minimaal gestegen terwijl de gemiddelde consumentenprijsindex-inflatie in 2023 5,6 procent bedraagt. Dit heeft geleid tot flinke kostenstijgingen voor sociaal advocaten.
Fait accompli
Tijdens een zogenoemd tweeminutendebat over de gesubsidieerde rechtsbijstand liet demissionair minister Franc Weerwind voor Rechtsberscherming vorige week weten dat hij ‘sympathiek’ tegenover de strekking van de motie staat. Toch besloot Weerwind deze toch te ‘ontraden’ omdat er volgens hem juist geen budget is voor zo’n beleidsintensivering.
De demissionair minister zei verder dat hij zich ervan bewust was dat, indien de motie aangenomen zou worden, hij voor een ‘fait accompli’ komt te staan – een voldongen feit dat deze moet worden uitgevoerd. Dat is nu dus het geval, daar de motie is aangenomen. Hij gaf aan in dat geval zo spoedig mogelijk uit te zoeken hoe invulling gegeven kan worden aan de uitvoering daarvan, en dit binnen twee weken schriftelijk toe te lichten.