Rechtszaken afhandelen via videobellen is ‘een kans om de toegang tot de rechter te verbeteren’ en moet daarom ook na de coronacrisis mogelijk blijven. Dat stellen Robine de Lange; president van de rechtbank Rotterdam, en voorzitter van de Raad voor de rechtspraak Henk Naves dinsdag in Trouw.
Zoals bekend heeft het coronavirus ook op de rechtspraak een zware wissel getrokken. Zo zagen de rechtbanken zich geconfronteerd met een groot aantal achterstallige rechtszaken, die inmiddels weggewerkt worden door – indien mogelijk – één in plaats van drie rechters, of met behulp van telehoren. Dat laatste bevalt; daarom zien Naves en De Lange het wel zitten om zittingen op afstand ook na de coronacrisis ‘in beperkte mate’ te blijven faciliteren. Volgen hen zijn de online rechtszaken ‘een kans om de toegang tot de rechter te verbeteren’.
De Lange vertelt hierover in Trouw: “[…] Neem familiezaken of zaken waar ouderen bij betrokken zijn die te maken hebben met een onderbewindstelling. Het komt wel eens voor dat een van de partijen niet aanwezig kan zijn, omdat reizen naar de rechtbank lastig is, of omdat het moeilijk is om vrij te nemen van werk. Het kan een oplossing zijn om iemand aan te bieden in te bellen via Skype.”
Volgens de president van de Rotterdamse rechtbank kunnen ook de zittingen rondom de raadkamer gevangenhouding efficiënter met videobellen. Deze duren vaak maar tien minuten, maar de verdachten worden ervoor met busjes van en naar de rechtbank gebracht. Verder merkt De Lange op dat lang niet alle zaken zich lenen voor een online afhandeling: “In veel zaken moet een rechter de partijen echt voor zich zien om een goede beslissing te nemen. En ook niet iedereen voelt zich comfortabel bij Skype,” zegt ze hierover in het dagblad.
Kritiek
De advocatuur toonde zich vorige maand kritisch toen de Raad voor de Rechtspraak plannen presenteerde voor het wegwerken van de ‘corona-achterstand’ van bijna 17.000 zaken. Volgens de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) moest worden vermeden dat complexe zaken worden ‘platgeslagen’ door methoden als de inzet van één in plaats van drie rechters of het online of telefonisch afhandelen van zaken.
Bij de NOS stelt Petra van Kampen, lid algemene raad van de NOvA, over de ideeën van De Lange en Naves dat “voor een aanzienlijk aantal rechtzoekenden geldt dat het de afstand tot de rechter vergroot”. De raad ziet verder wel mogelijkheden voor online rechtszaken, maar hamert erop dat dit niet ten koste mag gaan van de zorgvuldigheid van de behandeling van de zaak, en verdachten moeten voldoende gezien en gehoord worden door de rechters.
Wetswijziging
Voorlopig is eerst een wetswijziging nodig als de rechtspraak ook na de coronacrisis zaken op deze manier wenst af te handelen. De mogelijkheid tot telehoren is namelijk mogelijk gemaakt door het Ministerie van Justitie en Veiligheid als onderdeel van de crisiswetgeving, die tijdelijk is.