Het lukt overheidsinstanties niet om op een efficiënte manier onderling gegevens uit te wisselen. Zo klaagt de Justitiële ICT Organisatie dat gegevensuitwisseling moeizaam verloopt vanwege een enorme diversiteit aan vaak verouderde systemen en applicaties.
Dat staat in de meest recente Staat van de Uitvoering, een verkenning van de publieke dienstverlening. Uit het verslag blijkt dat organisatie- en beleidsterreinoverstijgende problemen grotendeels onaangeroerd blijven. Dit gaat om knelpunten die ontstaan als meerdere wetten gelden en verschillende
organisaties moeten samenwerken.
Wettelijke basis ontbreekt
Het ontbreekt vooral aan een wettelijke basis voor gegevensuitwisseling. Dit geldt bijvoorbeeld voor het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), het Kadaster, de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) en het CAK.
De problemen worden mede veroorzaakt door een tekort aan IT-specialisten en toenemende afhankelijkheid van de markt. Maar ook hebben ICT-afdelingen, waaronder die van Justitie, te maken met verouderde IT-systemen, soms zelfs uit de jaren ’70 of ’80. Deze kunnen niet omgaan met complexe wet- en regelgeving. Het kost bovendien veel om ze in de lucht te houden. De Belastingdienst alleen al gaf in 2022 bijna 850 miljoen euro uit aan het in de lucht houden van verouderde systemen.
Lees ook: Digitalisering van de rechtspraak zet gestaag door
Fast lanes
Het ministertie van Justitie en Veiligheid werkt samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en het Netwerk van Publieke Dienstverleners aan de inrichting van ‘fast lanes’. Dit is een versnellingsaanpak om knelpunten die publieke dienstverleners ervaren op het gebied van gegevensdeling sneller op te lossen.