Het strafrechtelijk onderzoek naar de miljoenenfraude bij Pels Rijcken is nooit afgeschaald of stilgelegd door het Openbaar Ministerie. Dit antwoordt minister Dilan Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid op kritische Kamervragen hierover van SP’er Michiel van Nispen.
Tweede Kamerlid Van Nispen stelde zijn vragen al eind november, daags na een artikel van NRC over de stand van zaken in het onderzoek naar Pels Rijcken. Hierin stond onder meer dat het strafrechtelijk onderzoek naar de door notaris Frank Oranje gepleegde fraude was stilgelegd, onder druk van de top van het OM zelfs. Het OM voelde zich geroepen om dit bericht dezelfde dag nog te weerspreken met een persbericht; er was enkel sprake van ‘temporiseren’ van de strafzaak. Dit na intern beraad binnen het Functioneel Parket, dat is belast met het onderzoek.
In de antwoorden op de Kamervragen hierover (van 4 februari), gaat minister Yeşilgöz-Zegerius dieper in op de werkwijze van het OM in het strafrechtelijk onderzoek. Waarbij zij onderstreept dat het aan het OM is om de inzet op een strafrechtelijk onderzoek te bepalen, ‘en niet aan mij’.
Het OM wilde volgens de minister eerst de uitkomsten afwachten van onderzoeken door onder meer Deloitte – ingehuurd door Pels Rijcken zelf –, het Bureau Financieel Toezicht en de Haagse Orde van Advocaten. “Omdat de onderzoeken zich richtten op het handelen van geheimhouders en voor het OM de bescherming van het verschoningsrecht een groot goed is, is door het OM besloten om de toezichthouders – die juist op dit punt bijzondere bevoegdheden en expertise hebben – eerst hun werk te laten doen,” schrijft de minister. “Daarmee werd het strafrechtelijk onderzoek naar het handelen van de notaris en de mogelijke betrokkenheid van anderen tijdelijk getemporiseerd (op een lager pitje gezet) in afwachting van de uitkomsten van deze onderzoeken.”
Dat wil niet zeggen dat het strafrechtelijk onderzoek gedurende deze periode stil heeft gelegen, Yeşilgöz-Zegerius. “Er is toen ingezet op andere aspecten, namelijk het traceren van (buitenlands) vermogen en de afwikkeling van de erfenis van de notaris.” Deze werkwijze is volgens haar niet uitzonderlijk. “Het gebeurt wel vaker dat er parallelle onderzoeken lopen waarvan de uitkomst wordt afgewacht omdat die mogelijk relevant is voor (nog te zetten stappen in) het strafrechtelijk onderzoek.”
Onderzoeksrol commerciële partij
In zijn vragen toonde Van Nispen zich wantrouwig richting de onderzoeksrol van Deloitte, een ‘commerciële partij die toestemming krijgt om mogelijke bewijsstukken te doorzoeken’. Hoe weten we zeker dat zo’n partij ‘niets wijzigt aan die bewijsstukken, denk bijvoorbeeld aan het wissen van berichten op telefoon of computers?’ wil de SP’er weten. De minister wil hier niets van weten: “In het algemeen wordt uitgegaan van de professionele integriteit van de betrokken forensisch onderzoekers. Bovendien toetst de FIOD dergelijke onderzoeken en doet zelf aanvullend onderzoek.”
Intussen is het WODC afgelopen najaar begonnen met een onderzoek naar de voor- en nadelen van ‘zelfonderzoek’ c.q. feitenonderzoeken door advocaten, in opdracht van een bedrijf. Een werkwijze waar opnieuw veel kritiek op is, nu Van Doorne is ingehuurd om de misstanden bij The Voice of Holland te onderzoeken.
Volgens de minister nemen de WODC-onderzoekers ‘de betrouwbaarheid en bruikbaarheid’ van de resultaten van dergelijk zelfonderzoek voor opsporingsinstanties en het OM mee, evenals de vraag hoe zulk zelfonderzoek zou kunnen worden gereguleerd. De afronding van dit onderzoek staat gepland voor komend voorjaar.
Lees hier de volledige beantwoording van de Kamervragen door de minister.