Vorige week stuurde minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind zijn antwoorden op de Kamervragen van VVD-Kamerlid Ulysse Ellian over het ontbreken van een keurmerk voor mediators. De minister werkt aan het keurmerk, maar een datum waarop het af zou zijn heeft hij niet.
Foto: Minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind (D66) in de Tweede Kamer. (ANP / Peter Hilz)
Ellian stuurde de Kamervragen naar aanleiding van het verhaal van Kim Stellingwerf, die na haar echtscheiding en de daaropvolgende mediation “alles kwijtraakte”. Na haar eigen vervelende ervaring waarschuwt ze nu anderen voor het feit dat mediator geen beschermd beroep is; iets waar zij zich ten tijde van de mediation niet van bewust was.
Centraal mediatorsregister
Ze stuurde haar verhaal naar VVD-Kamerlid Ellian, die eerder al bij het onderwerp betrokken was. Bijna een jaar geleden diende Ellian samen met Kamerlid Raymond Knops een motie in, die de regering verzocht om één centraal mediatorsregister te ontwikkelen en mediation te reguleren. Weerwind schrijft in zijn antwoord op de Kamervragen dat hij momenteel nog onderzoekt wat voor vorm een dergelijk register zou krijgen, en hoopt de Kamer hierover kort na het zomerreces te informeren.
Het beroep van mediator is – in tegenstelling van dat van advocaat – niet beschermd; iedereen die dat wil mag zich uitgeven als mediator. Toch is het, aldus Weerwind, belangrijk dat mensen bij een echtscheiding terecht kunnen bij “een kwalitatief goede mediator. Een centraal mediatorsregister kan daarvoor waarborgen bieden.”
Verkeerd beeld bij consumenten
Glenda Raap, voorzitter van de vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators (vFAS) is vanuit haar rol ook nauw betrokken bij het onderwerp en geeft toelichting: “Zowel mediators die advocaat zijn als mediators die geen advocaat zijn en geen (relevante) juridische opleiding hebben, noemen zichzelf scheidingsmediator. Als er rechtsgevolgen zijn, zoals meestal in het familierecht en zeker bij scheidingen, ligt het voor de hand een advocaat-mediator in de arm te nemen. In de praktijk zien we echter dat veel scheidingen worden gedaan door mediators zonder juridische achtergrond.”
Veel mensen vinden het na een scheiding intimiderend of spannend om naar een advocaat te gaan; een mediator klinkt laagdrempelig en bij een advocaat denken veel mensen aan conflict. Een goede familierechtadvocaat werkt volgens Raap echter juist de-escalerend en conflict oplossend, ook als beide partijen een eigen advocaat hebben. Daarnaast kunnen mensen ook samen terecht bij een advocaat-mediator, die is opgeleid als mediator en de benodigde juridische kennis heeft.
Ook zijn mensen vaak bang voor de kosten die een advocaat met zich mee kan brengen, terwijl er veel advocaat-mediators zijn die mensen op basis van gesubsidieerde rechtsbijstand bij staan. Raap:
“Een advocaat-mediator is niet perse duurder dan een mediator met een andere achtergrond. Het is belangrijk dat je een scheiding vanaf het begin goed regelt, zeker als er kinderen zijn en mensen samen als ouders verder moeten. Achteraf herstellen wat in de basis niet juist is gegaan, is vaak niet goed mogelijk en/of leidt tot veel frustraties en kosten.”
Emotioneel en juridisch
Raap benadrukt daarnaast een aspect dat volgens haar in het antwoord van de minister ontbreekt; de combinatie van emotionele en juridische aspecten van een scheiding. “Deze vragen niet alleen om een kwalitatief goede mediator, maar altijd om een kwalitatief goede advocaat-mediator. Het ironische is dat nou juist die toegang door de overheid zelf wordt belemmerd, omdat een vFAS advocaat-mediator geen toevoegingen mag aanvragen, zonder zich te laten registreren bij de MfN. Hiervoor is een aanvullend assessment en een lidmaatschap met jaarlijkse kosten vereist. Juist voor de sociale advocaten – die op basis van toevoegingen werken en een kleinere portemonnee hebben – zijn die dubbele (en onnodige) kosten een struikelblok.”
De vFas is blij met het voornemen van de minister om een register voor mediators in te stellen, “met dien verstande dat je binnen dat register dan ook een duidelijk onderscheid moet maken in de achtergrond van de verschillende mediators. Voor de consument moet duidelijk zijn waar ze moeten zijn als ze willen scheiden, of een arbeidsconflict of een burengeschil hebben.” Raap is bang dat consumenten momenteel door de bomen het bos niet meer kunnen zien, en een keuze maken zonder goed in te kunnen schatten wat voor hun specifieke situatie verstandig is. “De consument wordt hierin ook niet door de overheid geholpen door bijvoorbeeld via een mediatorsregister inzichtelijk te maken bij welke mediator je moet zijn voor welk type geschil. Het is bij de uitvoering van de motie van Ellian dus wel van belang dat dit onderscheid binnen dat register wordt gemaakt.”