Sander Dekker keert niet terug in het nieuwe kabinet-Rutte IV. De demissionair minister voor Rechtsbescherming stelt in een interview met De Telegraaf dat het ’tijd is voor iets anders’.
In 2017 werd Dekker aangesteld als de eerste minister voor Rechtsbescherming in het kabinet-Rutte III; een ministerpost zonder portefeuille die valt onder het ministerie van Justitie en Veiligheid. Voordat hij deze functie kreeg toegewezen, was Dekker vijf jaar lang staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Dekker is het derde kabinetslid dat aangeeft niet terug te keren in de nieuwe regering. Eerder gaven Paul Blokhuis en Arie Slob (beiden ChristenUnie) dit aan. De verwachting is dat Rutte in januari zijn vierde kabinet presenteert. De VVD levert daarvoor – als grootste partij – acht ministers aan. Dit zullen allemaal nieuwe VVD-ministers zijn: Dekker is de laatste uit de ministersploeg van 2017 die vertrekt.
Bijna tien jaar Binnenhof
“Na bijna tien jaar te hebben rondgelopen op het Binnenhof ga ik iets anders doen,” stelt Dekker op social media. “Wat precies, weet ik nog niet. En eerlijk, dat maakt het best spannend. Maar tegelijkertijd ook heel erg leuk. Een nieuw avontuur!”
Dekker reflecteert in dezelfde Instagram-post terug op zijn tijd als minister voor Rechtsbescherming. “Soms staan we in de politiek lijnrecht tegenover elkaar. Maar vaker trekken we constructief op,” stelt de vertrekkende minister. “Anders hadden we in vier jaar tijd ook niet zoveel weten te bereiken: de Wet Straffen en Beschermen, de versterking van slachtofferrechten, buurtrechtspraak, een betere schuldenaanpak voor burgers en bedrijven, en zoveel meer.”
Kritiek
Op Advocatie passeerde Dekker logischerwijs regelmatig de revue. Zo kon bijvoorbeeld zijn stelselherziening rechtsbijstand op veel aandacht rekenen. Met deze hervorming wilde de minister juridische problemen in een vroeg stadium tackelen – door onder meer de inzet van rechtshulppakketten – en zo juridische procedures in aantal doen laten afnemen. De advocatuur reageerde van meet af aan kritisch op dit idee.
Advocaten gaven verder met regelmaat te kennen niet blij te zijn met Dekker, omdat hij jarenlang geen extra geld wilde uitgeven aan de sociale advocatuur. Uiteindelijk is voor 2022 154 miljoen beschikbaar gesteld, maar dit bedrag zal in de loop der jaren weer slinken. Deze afbouw van extra gelden voor sociale advocatuur vloeit voort uit Dekkers vertrouwen in de stelselvernieuwing, waardoor uiteindelijk minder toevoegingen nodig zijn, stelde hij eerder.
Verder riep Dekker recentelijk meermaals de commerciële advocatuur op om een financiële bijdrage te leveren aan de sociale advocatuur. Ook dit kwam Dekker op kritiek te staan van de Nederlandse Orde van Advocaten en de grootzakelijke advocatuur.
Reacties advocatuur
Advocatuurlijk Twitter geeft en masse zijn respons op het besluit van Dekker. Velen reageren daarbij verheugd, zo stelt ook advocaat Sascha Janssen vast, die een filmpje van een feestende meute tweet met daarbij het bijschrift: ‘Sander Dekker verlaat de Haagse politiek. Al de hele dag – met name advocaten – in mijn tijdlijn’.
Strafrechtadvocaat Peter Souren reageert op zijn beurt op de blijdschap over het terugtrekken van Dekker. ‘Wees voorzichtig met de blijdschap,’ schrijft hij. ‘Toen Teeven vertrok als bewindspersoon meende ik dat geen van zijn opvolgers het ooit slechter kon doen. Die fout maak ik niet graag nog een keer.’ Ook Mark Jan Bouwman (eveneens strafrecht) waarschuwt voor al te veel optimisme. ‘Niet te vroeg juichen. Echt, niet te vroeg juichen,’ slingert hij de digitale wereld in.
Uit eigen hoek kan Dekker wel rekenen op lovende woorden. VVD-leider Mark Rutte laat in een reactie weten ‘respect en bewondering’ te hebben ‘voor alles wat hij voor de VVD en voor Nederland heeft gedaan’.