Het in 2022 ingevoerde scenario 1 van commissie Van der Meer betekende extra geld voor de sociale advocatuur, waarmee bezuinigingen konden worden teruggedrongen. Minister Franc Weerwind meldt nu dat hij een commissie instelt die een nieuwe herijking van vergoedingen voor rechtsbijstandverleners gaat onderzoeken.
Scenario 1 was volgens minister Weerwind voor Rechtsbescherming ‘gebaseerd op tijdbestedingsgegevens uit de periode 2014-2016’, zo schrijft hij in de begeleidende brief bij de negende voortgangsrapportage stelselvernieuwing rechtsbijstand. ‘Sindsdien is alweer een geruime tijd verstreken,’ aldus de minister. ‘Waardoor het mogelijk is dat er veranderingen in de tijdsbesteding zijn opgetreden en de vergoedingen op onderdelen niet meer bij de tijd zijn.’
Afhankelijk van voldoende middelen
Weerwind heeft daarom besloten om in de tweede helft van 2023 een onafhankelijke commissie in te stellen om een herijking van de vergoedingen voor te bereiden. De minister is voornemens om de commissie met een voorstel op de proppen te laten komen dat gebaseerd is op de tijdsbesteding in zaken in 2022 en dit jaar. Het plan is om de daaruit voortvloeiende wijzigingen per 1 juli 2025 te realiseren.
Weerwind geeft daarbij enkele kanttekeningen. Zo stelt hij dat als uit het voorstel van de commissie blijkt dat er ‘aanvullende middelen nodig zijn’ om vergoedingen te verhogen, de dekking hiervoor gezocht moeten worden in ‘de reguliere begrotingscyclus’. Daadwerkelijke aanpassingen van de vergoedingen zijn kortom afhankelijk van ‘de beschikbaarheid van voldoende middelen’.
Verder schrijft de minister dat voor beoogde wijzigingen ‘een wetstraject met voorhangprocedure’ moet worden doorlopen, waarbij het verloop hiervan impact kan hebben op het moment van inwerktreding. Naast het voorbereiden van de herijking van het vergoedingenstelsel, werkt Weerwind ook aan de ontwikkeling van een systematische periodieke herijking in het vernieuwde stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand.
Nieuwe positie Juridisch Loket
Uit de brief wordt verder duidelijk dat Weerwind, met betrekking tot het Juridisch Loket, meegaat in een eerder advies van Andersson Elffers Felix (AEF) – een bureau voor maatschappelijke vraagstukken. ‘Ik kan uw Kamer melden dat ik heb besloten om het Juridisch Loket apart van de Raad voor Rechtsbijstand te positioneren in het vernieuwde stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand,’ tekent de minister op. ‘Ik omarm daarmee het advies van AEF om voor het Juridisch Loket in het vernieuwde stelsel de vorm te kiezen van een aparte stichting met wettelijke taken, met een directe subsidierelatie van het Juridisch Loket met het ministerie van Justitie en Veiligheid.’
Verder somt Weerwind verschillende maatregels op, die de afgelopen periode zijn ingevoerd, voor een verbeterd stelsel van rechtsbijstand. De reiskostenvergoeding voor sociaal advocaten is bijvoorbeeld per 1 juli omhooggegaan (van 9 eurocent per kilometer naar 21 eurocent) en daarnaast wordt er een uniform tarief geïntroduceerd. Ook noemt de minister in de brief onder meer de verruiming van vergoedingen per 1 juli voor rechtsbijstand bij vervolgverhoren. Hiervoor wordt ruim 3,5 miljoen euro structureel geïnvesteerd.
In de brief stipt Weerwind verder de rechtszoekenden met middeninkomens aan die geen toegang hebben tot gratis juridisch advies middels het Juridisch Loket of via gefinancierde rechtsbijstand. Hij zal deze groep laten onderzoeken, die ‘vanwege de kosten feitelijk geen toegang hebben tot het recht’, en gesprekken voeren met betrokken partijen om te komen tot een oplossing. Wanneer helder is hoe groot deze groep ’tussen wal en schip’ is, wordt volgens de minister duidelijk of maatwerk of een wetswijziging uitkomst biedt.
Procedeergedrag overheid
Een ander belangrijk punt voor Weerwind is het procedeergedrag van de overheid. ‘Een van de hoofddoelen van de stelselvernieuwing is het voorkomen van onnodige (escalatie van) geschillen en procedures tussen burger en overheid in het bestuursrecht, en daarmee het versterken van het vertrouwen tussen burger en overheid,’ schrijft hij. Om ‘fundamenteel inzicht te krijgen’ in het vraagstuk heeft de minister hiervoor, samen met stakeholders, een probleem- en oorzakenanalyse opgesteld.
Op basis daarvan werkt hij met betrokkenen aan een actieplan: ‘een toekomstvisie en bijbehorende doelen en resultaten ten aanzien van het voorkomen van onnodige procedures (een doelenboom)’. Daarnaast wordt ook een handelingskader ‘behoorlijk procederen voor bestuursorganen’ ontwikkelt.
Zorgen over aantal sociaal advocaten
Weerwind noemt sociaal advocaten verder ‘een essentieel onderdeel van ons rechtsbestel’. ‘Zij staan de meest kwetsbare mensen in onze samenleving bij met het vinden van een oplossing voor hun – vaak complexe – juridische problemen. De daling van het aantal sociaal advocaten de afgelopen jaren baart mij dan ook zorgen.’
Het versterken van de sociale advocatuur beschouwt Weerwind daarom als een cruciaal onderdeel van ‘zijn missie’ om de toegang tot het recht te versterken. Een lastige, maar belangrijke opgave, volgens de minister. Weerwind: ‘De korte lijnen met het sociaal domein zijn daarbij van groot belang. Ook viel het mij op dat sommige juristen later in hun carrière nog de overstap maken naar de sociale advocatuur. Ik moedig dit aan en ga tevens onderzoeken hoe ik de uitwisseling tussen juridische beroepen kan stimuleren.’
De minister heeft voorts opdracht gegeven voor een onderzoek door studenten naar de doorstroom vanuit de rechtenstudie naar de sociale advocatuur. De resultaten hiervan worden in het najaar verwacht.
Kinderopvangtoeslagzaken
Tot slot weidt Weerwind in de brief uit over de toeslagenaffaire. Hij bespreekt het rapport ‘Rechtsbijstandsverlening in kinderopvangtoeslagzaken‘ van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), waarin is geconcludeerd dat ‘het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand in kinderopvangtoeslagzaken niet goed heeft gefunctioneerd’. Hierdoor konden sociaal advocaten weinig tot geen gesubsidieerde bijstand bieden in kinderopvangtoeslagzaken.
Weerwind gaat dit rapport nader bestuderen en bespreken, maar benadrukt dat ‘zoals ook in het rapport staat, de huidige praktijk inmiddels anders is’. Volgens de minister krijgen alle gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire ‘vanaf eind 2020 in principe ook een advocaat bij bezwaar, en vanaf begin 2021 kunnen zij een gratis advocaat krijgen voor het halen van hun herstel bij de Belastingdienst’.