Voor advocaat Frans Knüppe betekent reizen niet-werken, andere omgeving, nieuwe indrukken. Binnen Nederland gaat hij het liefst naar de Friese wateren om te “tuffen” in een plompe motorboot. Zijn mooiste bestemming in het buitenland is de Imca Trail Machu Picchu in Peru. Hij reist bij voorkeur in het voorjaar; “Niet te druk, niet te stil, lang licht, heerlijk fris.”
Een reis om nooit te vergeten Inca trail, Machu Picchu, Peru, september 1989. Met mijn beide broers heb ik 1989 de beroemde Inca trail naar Machu Picchu gelopen. Een vermoeiende, maar prachtige tocht waarbij je na drie dagen wandelen als beloning op de vierde dag ’s ochtends ineens oog in oog staat met het mysterieuze Machu Picchu. Deze tocht is de enige die wij zo als drie broers met elkaar hebben gemaakt. In onze kinderjaren waren wij nog wel met z’n drieën op welpenkamp geweest en wie weet komt het later ooit nog eens van een broederlijk bejaardentripje, maar onze Machu Picchu-reis was anders en zal dat altijd blijven.
Een jaar eerder waren mijn jongste zusje Fien – of Phine zoals ze zich sinds enige tijd noemde – en haar vriend Gilles op diezelfde Inca trail om het leven gekomen. ’s Nachts in hun tentje slachtoffers van een laffe roofmoord. Phine had kort daarvoor haar eerste schreden als pril advocaat in Amsterdam gezet; Gilles had een studie informatica achter de rug en was net gestart bij de KLM. 26 en 25 jaar jong. Een mooie toekomst voor zich, dachten ze.
Dit drama bracht ons een jaar later tot onze bijzondere reis. We hadden het er wel eens met elkaar over gehad, maar eigenlijk gingen we toch nog tamelijk onverwacht en nauwelijks voorbereid op pad. In tien dagen uit-en-thuis, niet getraind terwijl we als midden- dertigers ook niet echt meer konden bogen op een behoorlijke conditie. En je moet wel drie hoge passen over van rond de 4000 meter. Dus of het allemaal even verantwoord was, weet ik niet.
Maar het voelde van meet af aan goed; en het was ook goed. De tocht was memorabel in meerdere opzichten. Om te beginnen is de Inca trail met Machu Picchu als sluitstuk adembenemend mooi. Verder heeft het iets onwerkelijks om in deze fase van je leven alleen met je broers op stap te zijn, zonder vrouw en kinderen. Niet dat we aan een stuk door lange en diepzinnige gesprekken voerden (daarvoor hadden we trouwens ook vaak te weinig adem) maar wel was het vertrouwd en veilig. En je voelde als het ware dat ook in de momenten van stilte onze gedachten dezelfde taal spraken.
Als belangrijkste verbindende element was er natuurlijk het trieste overlijden van ons zusje en haar vriend. Je weet dat je loopt waar zij hun laatste passen hebben gezet. Op de plek waar zij destijds na een periode van zo’n twee maanden onzekerheid zijn gevonden, hebben wij een wit houten kruis geplaatst met hun namen. Het verdriet grijpt je dan bij de keel maar tegelijkertijd zijn je gevoelens verward; je ontkomt er namelijk niet aan dat je op hetzelfde ogenblik ook geniet van een prachtige omgeving met een vreedzame atmosfeer waarvan het niet voorstelbaar is dat die het decor heeft gevormd voor een daad van kil geweld.
Met de Inca trail naar Machu Picchu heb ik een haatliefdeverhouding. De trail spookt op gezette tijden rond in mijn hoofd, trekt aan en stoot af. Ik weet eigenlijk niet of ik er nog naar terug wil. Misschien is het beter om het te houden bij de herinneringen van 1989.
Toch zal het ervan komen. Ooit.
Dit is een hoofdstuk uit het boek De reizende jurist. Met de aanschaf van het boek steunt u Advocaten voor Advocaten.