Mediation is een prima instrument voor het oplossen van conflicten, mits het geschil zich daarvoor leent en de strijdende partijen vrijwillig aan de bemiddeling meedoen. Dat is de eerste reactie van de Raad voor de rechtspraak op een plan van Tweede Kamerlid Ard van der Steur (VVD) om mediation een meer verplichtend karakter te geven. Daar ziet de Raad niets in.
Van der Steur is van mening dat mediation veel vaker ingezet kan worden als alternatief voor rechtspraak. Omdat mediation niet alleen het geschil aanpakt, maar ook het onderliggende conflict, zou het in bepaalde zaken de eerste optie moeten zijn. Bovendien, als het aanspannen van een rechtszaak duurder wordt door de voorgenomen verhoging van de griffierechten, kan mediation een veel grotere rol gaan spelen, volgens Van der Steur. Daarvoor is wel wettelijke verankering noodzakelijk, met kwaliteitseisen en tuchtrecht voor mediators en een verplichting voor rechters om, indien mogelijk, door te verwijzen naar mediation.
Gevraagd om een eerste commentaar waarschuwt de Raad tegen juridisering van mediation. De kracht ligt juist in het informele karakter ervan. Als mediators bindende adviezen geven, doet dat afbreuk aan de vertrouwelijkheid waarbinnen partijen zelf een manier vinden om hun problemen op te lossen.
Mediation is zeer waardevol, maar kan niet worden beschouwd als een alternatief voor rechtszaken die vervallen wanneer de griffiekosten te hoog worden, vindt de Raad. Rechters onderzoeken of mediation de aangewezen manier is om een conflict op te lossen en verwijzen partijen, als die daar voor voelen, regelmatig door. De praktijk wijst echter uit dat lang niet alle geschillen zich lenen voor mediation.