Marian Kennedy stapt per 31 december 2007 uit de maatschap van Kennedy Van der Laan. Kennedy is meer dan 30 jaar werkzaam geweest in de advocatuur. Dat ze daarin niet verder wil na haar vertrek weet ze zeker, maar ze blijft nog wel als of counsel verbonden aan Kennedy Van der Laan. Welke verandering in de advocatuur waren opvallend voor haar en hoe ziet zij de ontwikkelingen in de advocatuur voor vrouwen? Een portret van een vrouwelijke advocaat van wie de ondernemingslust nog even levendig is als aan het begin van haar carrière.
Marian Kennedy (59) is opgegroeid in Seymour, Connecticut. Zij studeerde psychologie aan de universiteit van Conneticut en volgde later de opleiding tot advocaat in Californië. Haar carrière begon zij bij de overheid in Californië. Later, nadat zij een LL.M. titel aan Harvard Law School had verdiend, werd zij professor bij het Cornell University. In 1981 zette ze haar eerste stappen in de Nederlandse advocatuur bij Nolst Trenité (1981 – 1982). Daar werkte zij als Amerikaanse advocate. Na weer een tijd in Amerika, toen zij bij het advocatenkantoor Vladeck Waldman in New York City werkte, is zij in 1986 terug naar Nederland verhuisd. Zij studeerde in korte tijd af in het Nederlands recht. In 1988 begon zij bij Trenité Van Doorne (1988 – 1992) waar zij ook een aantal van haar huidige zakenpartners, onder andere mede-naamgever van het kantoor Eberhard van der Laan ontmoette. Advocatenkantoor Kennedy Van der Laan werd in 1992 opgericht. Nu na 15 jaar partnerschap verlaat zij de advocatuur om zich te richten “op een nieuw avontuur” aan de oostkust van de Verenigde Staten, in Cambridge, Massachusetts.
Toekomst
“Ik heb de beslissing genomen om een volgende stap te zetten zonder echt te weten wat ik ga doen. Dat vind ik wel spannend. Ik heb heel veel interesses, dus dat moet ik nog gaan bekijken. Ik weet in ieder geval zeker dat ik niet terug in de advocatuur ga in de Verenigde Staten, want daar heb ik wel genoeg van. Doceren aan een universiteit wordt vaak aan mij gesuggereerd, maar dat moet ik nog even bekijken en is nog niet concreet voor mij.”
Terugblik
“De afgelopen 15 jaar hebben de grote advocatenkantoren een slag gemaakt naar klantgerichtheid. Daarnaast is er ook een verhoogde werkdruk opgetreden bij de advocatenkantoren. Dat heeft denk ik een deel te maken met de klantgerichtheid, maar ook met de concurrentie uit het buitenland, zoals uit de VS en Engeland. Het zijn voornamelijk de Engelse kantoren die veel concurrentie bieden aan de grote Nederlandse kantoren.”
Diversiteit onder advocaten
“De vrouwen in de advocatuur hebben een duidelijke ontwikkeling meegemaakt de afgelopen jaren. Er zijn meer vrouwen in de advocatuur gekomen, alleen veel te weinig op partnerniveau en in het bestuur van kantoren. Wat dat betreft blijft het bestuur nog steeds een ‘mannenbolwerk’. Dat is denk ik ook een van de redenen dat veel vrouwen eerder afhaken. En is er wat dat betreft nog een lange weg te gaan voor de vrouwelijke advocaten. Vooral voor degenen die de advocatuur combineren met kinderen grootbrengen. De advocatuur zou zich flexibeler moeten maken en het aan het werk blijven van vrouwen moeten stimuleren. Natuurlijk gebeurt het mondjesmaat wel dat er vrouwen in de maatschap komen. Maar een klein aantal vrouwen in een maatschap kan niet de sfeer of werkcultuur veranderen in de organisatie. Dat moet veranderen. Misschien is dit wel iets voor de nieuwe generatie om dat te gaan doen – een generatie waarin zowel de mannen als vrouwen balans zoeken in het leven.
Diversiteit gaat veel breder dan man-vrouw diversiteit. Ik ben net bij een congres geweest wat over diversiteit ging. Daar sprak men over het aannemen van ‘nieuwe Nederlanders’ (niet-westerse allochtonen, Red.) in de advocatuur en dat het erg moeizaam verloopt. Zij staan nu ook aan het begin. Kantoren moeten zich gaan realiseren dat het positief is in een werkomgeving om mensen aan te nemen die iets nieuws in de organisatie kan brengen, in plaats van meer van hetzelfde.”
Combineren
“Los van dat, is het ook aan de vrouwelijke advocaten om zelf hier aan te werken. Vooral advocaten die ook moeders zijn zijn geneigd om zichzelf een schuldgevoel aan te praten of te laten aanpraten door hun omgeving. Je wordt in deze samenleving als een ‘slechte’ moeder’ beschouwd als je ook een serieuze carrière hebt. Je zet jezelf in een zekere zin ‘buiten’ de samenleving als je de combinatie wil realiseren. Dit is – merkwaardig genoeg – niet het geval voor vaders! Want de samenleving heeft veel kritiek op de combinatie werk en carrière, maar dan alleen voor moeders. Vrouwen mogen leren zichzelf in dit opzicht ook wel serieus te nemen!
Bij mijn vorige kantoor is mij gezegd dat ik niet tot de maatschap kon toetreden als ik niet full-time ging werken. Mijn twee kinderen waren toen 4 en 8 jaar. Dat werkte voor mij toentertijd niet. Bij het opzetten van Kennedy Van der Laan was de uitgangspunt dat iedereen deeltijd mag werken. En dat is ook ruimschots gelukt”, benadrukt Kennedy. “Daarom ben ik ook altijd en nu nog steeds, zo ondernemingslustig. Voor mijzelf is flexibiliteit belangrijk om op een hoog niveau werk, carrière en privé te kunnen combineren. Nu is het nog steeds zo dat vrouwen zich moeten aanpassen aan het (mannelijke)werkcultuur van kantoren die niet gebouwd zijn aan de belangen van werkende moeders. De aanpassing is dan ook onnodig moeilijk gemaakt. Het lijkt mij wel interessant als er een ‘vrouwen advocatenkantoor’ opgezet wordt van allemaal werkende moeders, gewoon als experiment. Die zullen andere waarden, structuren en oplossingen toepassen omdat andere belangen voorop staan. “
Terug
“Ik ga per 31 december dit jaar uit de maatschap, maar dan ga ik nog niet direct naar Amerika. Eerst moet ik nog een paar andere dingen doen. Ik ga mijn vrienden en het kantoor wel missen als ik vertrek, zover is het nog niet. Ik weet niet wat ik verder zal missen – dat merkt je pas als je weg bent. Ik kom nog wel regelmatig naar Nederland wantmijn zoon en dochter wonen en studeren hier nog en die wil ik natuurlijk vak zien.”