De grote vooruitgang in forensisch onderzoek kan zorgen voor bewijs van onschuld van Making a Murderer-hoofdrolspelers Steven Avery en Brendan Dassey. Dat heeft de nieuwe advocate van Avery, Kathleen Zellner, gezegd in haar eerste TV-interview over de zaak, op NBC. De Netlix-serie blijft de gemoederen in de Verenigde Staten en daar buiten bezig houden.
Volgens Zellner is veel bewijsmateriaal in de zaak niet onderzocht. Zo werd de auto van slachtoffer Tessa Halbach, die werd aangetroffen op het erf van de vermeende dader Avery, onderzocht zijn op bloedsporen, maar niet op vingerafdrukken. Zou dat wel gedaan zijn, dan zouden andere daders in beeld zijn gekomen, aldus Zellner in het interview.
De Netflix-serie Making a Murderer is een grote kijkcijferhit binnen en buiten de Verenigde Staten. Een heel legioen van ‘armchair detectives’ discussieert intensief over de schuld dan wel onschuld van Avery en Dassey.
De grote lijn van het waargebeurde verhaal: Avery zat achttien jaar onschuldig in de cel wegens verkrachting. In 2003 werd zijn onschuld aangetoond door middel van DNA-onderzoek. In 2005 wordt hij opnieuw gearresteerd, nu wegens moord. Later wordt hij ook veroordeeld, onder andere op basis van een uitermate wankele getuigenverklaring van zijn neef Brendan Dassey. Volgens de makers van Making a Murderer houden de tweede arrestatie en veroordeling van Avery verband met de schadevergoeding van 36 miljoen dollar die hij eist vanwege zijn eerdere onterechte detentie van achttien jaar.
De Volkskrant schrijft vandaag dat de voorgangers van Zellner, de advocaten Dean Strang en Jerry Buting, buitengewoon populair zijn geworden als gevolg van hun prominente rol in Making a Murderer. ‘Mediablogs staan bol van odes aan de twee mannen; van lovende woorden in The Guardian (‘Dean Strang lijkt met zijn welbespraaktheid en integriteit meer een fictief figuur’) tot zwijmelblogs op Elle (‘Dean Strang en Jerry Buting vormen het centrum van compassie in de serie’),’ aldus de krant.
Strang en Buting ontstijgen het aloude clichébeeld van de strafadvocaat als ijdel, sluw en onethisch, vervolgt de Volkskrant. Strafrechtadvocaat Gerard Spong daarover: ‘Advocaten zijn door de eeuwen heen op spotprenten afgebeeld als roofdieren. We hebben ons nooit mogen verheugen in maatschappelijke empathie.’