In het kader van de op 22 maart te verschijnen Stand van de Advocatuur 2013 interviewden we individuele advocaten en kantoren over advocatuur en social media. Wat doen ze er mee, hoe doen ze dat en via welke kanalen? In deze voorpublicatie Loyens & Loeff: “We hebben binnen kantoor met elkaar een gedragscode vastgesteld om te voorkomen dat medewerkers op een netwerksite de plank totaal mis slaan.”
Door Sanne van Brunschot
Met het Twitter-account van Loyens & Loeff is nog nooit een tweet verstuurd, maar dat betekent niet dat het kantoor niets doet met social media. Via de Facebookpagina kunnen studenten en starters volgens manager recruitment Olivier Wilmink en corporate recruiter Joost Kok namelijk perfect kennismaken en communiceren met het kantoor.
Wanneer is Loyens & Loeff begonnen met social media en wat was de aanleiding?
Olivier Wilmink: “Eind 2011 lanceerden we een nieuwe wervingscampagne en dat vonden we een goed moment om te starten met Facebook en LinkedIn. We zien het als een kans om te communiceren met onze doelgroep. We bespraken het met een aantal partners en zijn toen gewoon begonnen. LinkedIn wordt door studenten vooral gebruikt als ze bijna klaar zijn met hun studie of op zoek zijn naar een baan, Facebook begint al veel vroeger.” Over Twitter zegt Joost Kok: “Daar doen we bewust niet aan mee. We hebben erover nagedacht, maar vroegen ons af wat de nieuwswaarde is. Als je kijkt wat kantoren over het algemeen op Twitter posten, dan zit daar vaak veel herhaling in, of alleen maar nieuwsfeitjes. Bovendien wordt er weinig getwitterd door onze doelgroep.”
Wat posten jullie zoal en hoe vaak?
Kok: “Op Facebook kondigen we activiteiten aan en zetten daarvan vervolgens foto’s online. Ook plaatsen we interessante artikelen die geschreven zijn door medewerkers of we laten zien dat we een prijs gewonnen hebben. Maar ook als Sinterklaas langskomt of we met zijn allen kijken hoe Epke Zonderland goud wint, plaatsen we daar foto’s van op de pagina.” Wilmink: “We hebben er bewust voor gekozen onderscheid te maken tussen wat we op Facebook en LinkedIn plaatsen. Met onze Facebookpagina Loyens & Loeff Academy geven we een gezicht aan onze organisatie. Het is eigenlijk een soort etalage, en mensen bepalen zelf of ze er langs lopen of niet. LinkedIn is wat zakelijker ingericht en bevat bijvoorbeeld vacatures. Qua frequentie hebben we afgesproken dat we twee keer per week iets op Facebook posten en dat er variatie moet zitten in de berichten. Het moet geen spam worden.”
Is het daadwerkelijk sociaal? Oftewel: is er sprake van tweerichtingsverkeer?
Kok: “Jazeker. Het is voor veel studenten gemakkelijk om bij ons op de pagina een regel achter te laten, ze zitten toch al veel op Facebook. Wilmink: “We krijgt reacties in de vorm van likes of een berichtje onder een post. En laatst had iemand een foto gestuurd dat hij in het Vondelpark aan het beachballen was met een beachbalset van Loyens & Loeff, die we lang geleden uitdeelden. Wij zetten die foto erop en dan komen daar ook weer reacties op. En onder het tabje ‘Contact a recruiter’ op onze Facebookpagina kunnen studenten en starters ons ook gemakkelijk een vraag stellen. Dat gebeurt wekelijks.”
Hij vervolgt: “We meten ook hoeveel mensen uit ons eigen netwerk en daarbuiten een bericht gezien hebben en liken. Ook krijgen we elke week een update van hoeveel mensen er op Facebook bij zijn gekomen. Elke dag komen er nog likes bij. We zitten nu op 877, maar tegen de tijd dat dit interview gepubliceerd is zijn dat er misschien wel 1000, dat denk ik echt. We zijn een van de snelst groeiende Facebookaccounts binnen de advocatuur.”
Volgen jullie een richtlijn, protocol of beleid op het gebied van social media?
Wilmink: “Bij alle berichten die wij plaatsen op onze Facebook- en LinkedIn-pagina gebruiken we ons gezond verstand. Daarnaast hebben we binnen Loyens & Loeff een gedragscode met elkaar vastgesteld om te voorkomen dat medewerkers op een netwerksite de plank totaal mis slaan. Uitgangspunt blijft dat er een grote mate van vrijheid is. Wel moet uit de berichtgeving blijken dat het bericht vanuit privépersonen is geplaatst en niet vanuit ons kantoor.”
Hoe denken over de toekomst van social media?
Wilmink: “Nou, er is al veel veranderd sinds we begonnen. Toen hadden we nog niet de vacatures op de Facebookpagina staan en nog niet de ‘Contact a recruiter’-optie. Maar natuurlijk moet je altijd kijken wat er speelt in de markt. Voor hetzelfde geld komt er straks iets nieuws en gaan we daar in mee. We denken erover na en experimenteren ook wel. Voor een nieuwe concept van ons, de Loyens & Loeff Inside Student Seminars, hebben we bijvoorbeeld helemaal niet geadverteerd maar puur Facebook gebruikt, en we hebben nu al bijna 150 aanmeldingen. Dat werkt dus wel anders dan een paar jaar geleden, en zullen we zeker vaker gaan doen.”