In het radioprogramma Dit is de Dag van Radio 1 was algemeen deken Jan Loorbach gisteren te gast om uit te leggen waarom advocaten van verdachten als Robert M. voor vrijspraak pleiten. Zijn uitleg: je moet het uiterste eruit halen wat er in zit voor de verdachte, dat is de rolverdeling.
Dat betekent ook dat je een vormfout moet aangrijpen om het bewijs af te zwakken, zelfs bij de ergste verdachten. “Als je die niet zou gebruiken, kan je cliënt een gegronde klacht indienen bij de tuchtrechter.” Had Anker dus de plicht om vrijspraak ter sprake te brengen? Ja, maar alleen als daar een deugdelijke redenering voor te bedenken is, zegt Loorbach. “En dat vond hij kennelijk. En hij is een meer ervaren strafrechtadvocaat dan ik, dus ik vertrouw hem daarin. Bovendien heb ik wel begrepen hoe die opbouw is.”
Op de vraag of je het kunt maken als de maatschappelijke onrust en verontwaardiging zo groot is, moet Loorbach ook stellig ‘ja’ antwoorden. “Sterker nog, alleen wanneer beide strijdende partijen hun werk zo goed mogelijk doen – zowel de officier van justitie als de advocaat – heb je de voorwaarden geschapen om ook het best mogelijke vonnis te krijgen. Een vonnis kan niet worden gebaseerd op de slappe voorlichting van één kant, dan wordt het minder goed.”
Bekennende verdachte
Immers, de rechter zit er ook wel eens naast, daarvan zijn enkele voorbeelden te vinden in het recente verleden, zegt Loorbach. Bijvoorbeeld als de rechter gelooft dat het wel goed zit wanneer je een bekennende verdachte hebt. Daarvan heeft de wetgever gezegd: dat is te weinig, er moet steunbewijs zijn. “Dan is de taak van de advocaat uiteraard om dat steunbewijs in twijfel te trekken. Daar moet hij zich dus over uitlaten. Als de rechter na een maximale verweer zegt dat het niet klopt, dan is dat een sterker vonnis dan wanneer dat hele punt niet geadresseerd is,” aldus Loorbach.
Dat het voor het volk alsnog heel moeilijk te begrijpen is, omdat het bewijsmateriaal nou eenmaal bestaat en zwart op wit te zien is wat een verdachte heeft gedaan, begrijpt de deken goed. En soms denken advocaten volgens Loorbach ook wel eens: ‘Ik hoop dat ik het niet redt, maar ik moet dit punt wel zo maken.’
Bron: EO.nl; Dit is de Dag van 17 april 2012