Rechtshulp wordt voor de gemiddelde Nederlander onbetaalbaar door het snijden van de overheid in de gefinancierde rechtshulp. Die waarschuwing doet deken Jan Loorbach vandaag uitgaan op het jaarcongres van de Nederlandse Orde van Advocaten. “De rechtsstaat is in het geding”, stelt Loorbach.
De landelijk deken wijst erop dat het kabinet Balkenende IV twee jaar geleden al 50 miljoen euro heeft geschrapt. In de nieuwe begroting van het demissionaire kabinet wordt de rechtshulp weliswaar ontzien, maar Loorbach zegt te vrezen “dat het gif in het nieuwe regeerakkoord zit”. “Als daar dan weer een nieuwe bezuinigingsronde op gaat volgen, dan is dat echt te dol. Het gaat hier wel om toegang tot het recht voor mensen met een smalle beurs. Bovendien zullen advocaten zich minder toeleggen op een rechtspraktijk voor mensen die de rekening niet meer kunnen betalen”, aldus Loorbach. “Als zestien miljard euro wordt bezuinigd, dan zijn er niet heel veel posten die worden ontzien. Uit oogpunt van bescherming van de rechtsstaat moet je wel drie keer nadenken voordat je snoeien op de rechtshulp een goed idee vindt.”
Vorig jaar maakten 435.000 Nederlanders met een inkomen onder 34.400 euro gebruik van gefinancierde rechtshulp. De overheid betaalde 477 miljoen euro aan gefinancierde rechtshulp. Aan juridische steun aan asielzoekers 45 miljoen, aan de verdediging van verdachten in strafzaken 150 miljoen euro. Aan rechtshulp in civiele zaken werd 200 miljoen uitgegeven. Het ging vooral om zaken in het arbeids- en ontslagrecht.