Binnenkort worden lokale dekens niet meer gekozen en benoemd door lokale advocaten, zo staat in de ‘Tweede voortgangsrapportage versterking toezicht advocatuur’ van het College van Toezicht (CvT). Het dekenberaad, dat wordt omgevormd tot een nieuw, landelijk bestuursorgaan, is hier dan voor verantwoordelijk.
‘De afhankelijkheid van het dekentoezicht ten opzichte van onder toezicht gestelde advocaten en advocatenkantoren, die thans binnen de arrondissementen bestaat, wordt beëindigd. De Deken wordt niet langer door de lokale orde benoemd, de financiering wordt niet langer door de lokale orde bepaald,’ valt in de voortgangsrapportage te lezen.
Volgens het rapport neemt het dekenberaad voortaan deze taak op zich. De koepel van de toezichthouders wordt omgevormd tot een nieuw, landelijk bestuursorgaan – ‘binnen de constellatie van de Nederlandse Orde van Advocaten’ – dat eindverantwoordelijk is voor de uitoefening van het toezicht op advocaten en advocatenkantoren in alle arrondissementen.
Brede overeenstemming
Het in 2015 opgerichte CvT stelt verder dat er ‘binnen de sector brede overeenstemming lijkt te ontstaan over de nieuwe governance’. Nieuwe governance van het toezicht is een agendapunt sinds het onderzoeksrapport ‘Evaluatie Wet positie en toezicht advocatuur’, gepubliceerd eind 2020. Onderzoekers van Pro Facto en de Rijksuniversiteit Groningen evalueerden voor dit rapport de werking van de per 2015 gewijzigde Advocatenwet in opdracht van demissionair minister Dekker.
Zij concludeerden destijds al dat lokale dekens niet meer door lokale advocaten gekozen moeten worden omdat daarmee de onafhankelijkheid in het geding komt. Dekker liet toen weten aanbevelingen uit het rapport te willen overnemen in samenspraak met de NOvA – waarvan algemeen deken Robert Crince le Roy ook voorzitter van het CvT is. Dat lijkt nu dus opgepakt te worden.