Het is volgens de beginselen van het procesrecht niet mogelijk om de lengte van processtukken te beperken tot maximaal 25 pagina’s. Tot deze slotsom komen de adviescommissies Burgerlijk procesrecht en Intellectuele eigendom van de NOvA, in reactie op nieuwe procesreglementen van de Rechtspraak.
De nieuwe regel, die per 1 april 2021 zou moeten gaan gelden voor civiele dagvaardingszaken en voor verzoekschriftprocedures in handels- en insolventiezaken bij de gerechtshoven, werd in december door de Rechtspraak bekend gemaakt en kon direct op veel protest vanuit de advocatuur rekenen. Met de maatregel hoopt de Rechtspraak de lange doorlooptijden in dergelijke zaken te verkorten.
De twee adviescommissies van de Orde van Advocaten (NOvA) publiceerden eerder deze week een rapport waarin wordt geconcludeerd dat dergelijke limieten op de lengte van processtukken in strijd zijn met ‘de fundamentele beginselen van het procesrecht, waaronder het recht op toegang tot de rechter, het beginsel van hoor en wederhoor en de goede procesorde. […] Beperkingen stellen aan de omvang van processtukken kan alleen bij wet gebeuren.’
Verder vinden de commissies het ‘problematisch’ dat er geen overleg is geweest met de advocatuur over de voorgenomen maatregel, en dat deze wordt ingevoerd ‘zonder dat daar een deugdelijke analyse van het probleem, de mogelijke oorzaken daarvan en de noodzaak en het nut van de aangekondigde beperking aan ten grondslag ligt.’
Boven alles is de maatregel volgens de adviescommissies praktisch niet uitvoerbaar; bovendien leidt ze ‘tot rechtsonzekerheid en ongelijke behandeling’. Bovendien zouden de criteria voor uitzonderingsgevallen niet helder zijn. Tot slot is de maatregel praktisch niet uitvoerbaar en leidt deze tot rechtsonzekerheid en ongelijke behandeling’. De criteria voor het maken van een uitzondering zijn niet helder.
De adviescommissies stellen daarom voor om in overleg met de Rechtspraak alsnog onderzoek te doen naar het gesignaleerde probleem van te lange processtukken, en om eventueel andere oplossingen te bedenken om het appelprocesrecht te vereenvoudigen. ‘Een positieve stimulans voor partijen om kortere stukken in te dienen, zoals korting op het griffierecht of een uitspraak op kortere termijn, zou daarbij als oplossing kunnen worden onderzocht.’
Klik hier voor het volledige advies