Prettig natuurlijk, als je als advocaat overstapt naar een ander kantoor, en een flink deel van je cliënten gaat graag met je mee. Maar zorg wel voor goede afspraken met je oude kantoor, voordat je – zoals recent twee Limburgse advocatenkantoren – bij de voorzieningenrechter belandt.
In dit geval wisselt een letselschadeadvocate na bijna tweeënhalf jaar van kantoor. Ruim zestig cliënten geven aan dat ze door haar bijgestaan willen blijven worden. Haar voormalige werkgever overhandigt hierop voor de dag van de uitdiensttreding – 1 februari 2021 – wel de stapels met fysieke dossiers, maar weigert de digitale versies te versturen.
Na meerdere vergeefse verzoeken aan haar voormalige werkgever om ook de digitale versies over te dragen, spant ze met haar nieuwe kantoor een kort geding aan. Haar cliënten hebben immers toestemming gegeven voor de verzending van de dossiers, betoogt ze, en in het kader van de AVG is haar vorige kantoor verplicht om mee te werken aan de gegevensoverdracht.
Bovendien bevatten de digitale dossiers onder meer financiële gegevens, contactgegevens, gespecificeerde declaraties en kostenoverzichten, die zich niet in het fysieke dossier bevinden. Het opnieuw invoeren van al deze gegevens is tijdrovend en kost daarmee geld, wat volgens de advocate uiteindelijk weer door de aansprakelijkheidsverzekeraars van aansprakelijke partijen zal moeten worden vergoed. Het opnieuw handmatig invoeren van al deze gegevens vergroot bovendien de kans op fouten, vreest ze.
Haar vordering dat het kantoor de digitale dossiers alsnog zo snel mogelijk opstuurt, strandt echter direct op niet-ontvankelijkheid, oordeelt de Limburgse voorzieningenrechter in een eind vorige week gepubliceerde uitspraak van 31 maart. Wat de advocate aanvoert, betreft namelijk niet haar eigen belang, maar de belangen van de 61 cliënten die met hun advocate zijn overgestapt naar het nieuwe kantoor. Die zijn echter geen partij in dit geschil (op één na).
Ook het beroep op de AVG slaagt niet, volgens de voorzieningenrechter. Ook op dit punt zouden de cliënten zelf of hun advocaat een gedetailleerd verzoek moeten richten aan het ‘vorige advocatenkantoor’ om hun gegevens te verkrijgen – wat niet is gebeurd. “Indien [gedaagde] weigert aan dat verzoek te doen, kan [eiser] op grond van het bepaalde in artikel 35 AVG door middel van een verzoekschrift aan de rechtbank [gedaagde] verzoeken om [gedaagde] te veroordelen tot medewerking aan het verzoek,” aldus de rechter.