De Vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade (ASP) heeft een klacht ingediend bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) over de PIV-regeling. Hierin staan volgens de ASP verboden prijsafspraken tussen verzekeraars enerzijds en juridisch adviseurs en rechtsbijstandsverzekeraars anderzijds inzake de vergoeding van buitengerechtelijke kosten in letselschadezaken.
PIV staat voor Personenschade Instituut van Verzekeraars. De PIV-regeling koppelt de vergoeding van het letselschadeslachtoffer aan de omvang van de schade, maar niet aan de verrichte handelingen door een advocaat of jurist om de schade te claimen. ‘Kortom, er is een staffel die uitgaat van een vaste relatie tussen de hoogte van een uit te keren schadevergoeding en de buitengerechtelijke kosten (BGK),’ schrijft de ASP in een bericht op de eigen website.
Volgens de vereniging hebben veel letselschadeslachtoffers last van deze regeling, omdat de buitengerechtelijke kosten niet worden gekoppeld aan de door juridische dienstverleners bestede tijd. Vaak worden die kosten niet vergoed. Slachtoffers worden hierdoor ‘ontmoedigd om voldoende tijd aan een zaak te besteden, ook als dat in het belang is van het slachtoffer.’
‘De staffel kent een dalende opbrengst: hoe meer schade je claimt, hoe lager de opbrengst,’ schrijft de ASP, die de ACM vraagt de PIV-regeling te verbieden. ‘Dat lokt strategisch economisch handelen uit: zo snel mogelijk een zaak afwikkelen tegen een relatief laag bedrag is lucratiever dan doorwerken en zorgen dat het slachtoffer krijgt waar hij werkelijk recht op heeft. De PIV-regeling indirect toepassen op advocaten brengt hun kwaliteit, die nu eenmaal geld kost, in gevaar.’