De Legal Counsel Gouden Zandloper 2022 is voor Mirjam van der Sluis, die leidinggeeft aan het Kennis-, Innovatie-, en Tech-team van het Juridische Bureau van de gemeente Amsterdam. Haar invloed reikt verder dan de eigen organisatie.
Foto: Roel Dijkstra Fotografie
Zo legt legal counsel Mirjam van der Sluis (50) continu verbinding met het onderwijs en de wetenschap en inspireert andere gemeenten met haar bestuurswerk. Zo vernieuwt en verbetert ze de juridische dienstverlening aan de Amsterdammers.
De schijnwerpers van de Gouden Zandloper Award heeft Van der Sluis (50) eigenlijk helemaal niet nodig. De ontwikkelmanager van het Juridische Bureau van Amsterdam straalt uit zichzelf al. Ze heeft energie voor tien en krijgt daarmee achter de schermen veel voor elkaar. En misschien wel juist daarom verdient deze relatief onbekende grootheid in het juridische vak alle aandacht. De jury van de Gouden Zandlopers zet een professional die al haar hele loopbaan de publieke zaak dient en met haar inzet vernieuwing en vooral verbetering nastreeft, graag in de spotlights.
Roze bril
Het is geen kleine opgave, de klus waar Van der Sluis zich voor gesteld ziet: vernieuwing en verbetering van de juridische dienstverlening van het Juridisch Bureau van de gemeente Amsterdam – een juridisch ‘bedrijf’ waar zo’n 190 medewerkers werken. Ze bekleedt een van de moeilijkste, of beter gezegd, meest uitdagende managementrollen in het juridische werkveld. Krijg het maar voor elkaar; juristen staan over het algemeen niet bekend om hun vernieuwingsdrang, en ook ambtenaren hebben niet echt een vooruitstrevend imago. Zelf zal ze dat overigens niet beamen. “Misschien komt dat door mijn roze bril met kokervisie. Ik ben erg optimistisch en ga bijna altijd vrolijk naar huis na een werkdag”, zegt ze opgewekt.
Wat geeft haar de energie om de ambtelijke molens sneller te laten draaien? Van der Sluis komt bijna door het scherm van de Teams-call heen als ze over haar vak vertelt: “Ik ben een gemotiveerde jurist. Ik heb echt voor dit vak gekozen, door ooit binnen het Nederlands recht staats- en bestuursrecht te studeren. Een prachtig vak. Ik zie het als wiskunde met woorden; ik hou echt van de intellectuele uitdaging die erin zit. Het gaat om rechtvaardigheid en de rechtsfilosofische vraag waarom wij dit mogen doen als overheid. Waarom we mogen beslissen voor mensen, over mensen. Dat is een grote verantwoordelijkheid en die voel ik echt. Dat kan en moet altijd beter. Daarnaast ben ik erg nieuwsgierig van nature, dus ook dat maakt dat ik altijd nadenk over wat er beter kan.”
Digitalisering binnen het recht
Binnen het Juridisch Bureau is Van der Sluis naast manager van de staf en directiesecretaris ook manager van een team van zes collega’s die zich exclusief bezighouden met legal tech, innovatie en kennismanagement. Dit team bestaat nog niet zo lang.
“Een aantal jaar geleden signaleerden we de opkomst van digitalisering binnen het recht en kon ik ons management overtuigen van het feit dat we daarin moesten investeren. De burger vraagt erom, die wil ook digitaal goed bediend worden. We zagen al snel dat legal tech de kwaliteit van de dienstverlening kan verbeteren. Om het intern breed gedragen te krijgen, zijn we begonnen met legal tech-trainingen en werkbezoeken voor collega’s en het managementteam, zodat ook zij de impact ervan konden ervaren. Nu we er een speciaal team voor hebben, kunnen we dit ook echt doorzetten en kijken we constant hoe de dienstverlening eruitziet en waar het beter kan. Ik ben super dankbaar dat dit kan.”
Kans van slagen
De van oorsprong Rotterdamse Van der Sluis brengt een ‘niet lullen, maar poetsen’-mentaliteit mee naar de hoofdstad. Ze spreekt consequent over design doing als manier van werken. Dit om aan te geven dat het niet bij denken moet blijven, wat het veelgebruikte design thinking wellicht suggereert. Daarom heeft ze het ook over het maken van producten, als ze vertelt wat ze met haar team oplevert. Die producten zijn bijvoorbeeld smart contracts, document assemblage voor zowel contracten als beslissingen op bezwaar en adviezen, een dashboard met managementinformatie die op tv-schermen in de organisatie zichtbaar is, bezwaarcheckers voor burgers en een advies-intake-tool. Met deze producten willen ze het werk van de collega-juristen makkelijker maken, én efficiënter.
In een smart contract kunnen de juristen vooraf geschreven teksten gebruiken die van toepassing zijn, net als bij het uitwerken van beslissingen. Daarmee delen de juristen kennis, is er een automatische koppeling met de relevante wetgeving en ontstaan rechtsgelijkheid en nog meer kwaliteit. Dat betekent niet dat ‘het systeem’ beslist, zegt Van der Sluis: “Nee, hierdoor houdt de jurist juist tijd over voor maatwerk en contact met de burger.”
De bezwaarcheck geeft de bezwaarmakende Amsterdammer houvast, door ook aan te geven hoeveel kans van slagen iemand heeft als ze een procedure ingaan. “Het is onze taak om mensen goed voor te lichten over de procedure. Met goede informatie weet je waar je aan toe bent. We maken het recht er toegankelijker mee, omdat mensen beter weten waar het over gaat. Het mooie is dat we kunnen samenwerken met de geestelijk vader van de Algemene wet bestuursrecht, oud-staatssecretaris Michiel Scheltema. Hij vertelde dat hij die toegankelijkheid ook echt voor ogen had bij het ontwerp van de wet.”
Impact
Al haar hele carrière werkt Mirjam van der Sluis bij (semi-)overheden. “Juist vanwege de impact wilde ik voor de overheid werken. Het recht is prachtig, maar je kunt er goede en enge dingen mee doen.” Als beginnend jurist behandelde ze bezwaar- en beroepschriften bij het GAK en later werkte ze bij een Bureau voor Rechtshulp en de voorganger van de Nationale Zorgautoriteit.
Haar laatste baan voor ze bij de gemeente aan de slag ging, was bij de toen net opgezette Autoriteit Financiële Markten. Een goed doordachte carrièreplanning zit er niet achter, vertelt ze eerlijk, maar terugkijkend ziet ze wel een rode draad. “Ik heb nooit een antwoord op de vraag waar ik over vijf jaar wil staan. Maar wat ik in elke rol terugzie, is dat het verantwoordelijkheidsgevoel me motiveert. Het idee dat wat ik doe van betekenis is. Mijn werkzaamheden verschoven in de loop van de tijd van het juridische handwerk naar steeds meer beleidsmatig werk, wat eigenlijk altijd draait om de vraag hoe je het juridische zo goed mogelijk kunt gebruiken.”
In Amsterdam werkte ze eerst in een control-functie, waarbij ze op afstand moest kijken naar de juridische processen. Ook daar speelde de vraag ‘hoe kun je dat nou beter doen?’. Dat sloot aan op haar belangstelling voor legal tech, waar ze haar collega’s en management enthousiast voor kreeg.
Van al haar werkgevers is Van der Sluis het meest lovend over de huidige. “Ik woon alweer dertig jaar in Amsterdam en vind het mooi om te werken voor de stad waar ik woon. Hier zie ik echt resultaat van mijn werk. Ik hou van deze stad en Amsterdam is een enorm diverse werkgever. Dit werk is zó boeiend voor juristen, er is geen enkel bedrijf dat
zoveel producten maakt als een gemeente! De onderwerpen variëren van de vergunningen voor dakopbouw tot het juridisch advies over een begraafplaats, de impact van een nieuwe wijk, of hoe je moet omgaan met Airbnb in de stad. Het is enorm uitdagend: je ziet wat je doet en je kunt veel mooie dingen doen!”
Kritisch op taalgebruik
‘Mooi’ is haar werk soms zelfs letterlijk, want om de juridische dienstverlening toegankelijk te maken, zijn Van der Sluis haar collega’s ook kritisch op het taalgebruik van de gemeente, en bedenken ze ook of dat met visuals kan worden opgelost. “Onze communicatie kan vaak korter, begrijpelijker en visueler. Alles om te zorgen dat mensen direct snappen waar het over gaat.”
In haar drang de dienstverlening te verbeteren, zoekt Van der Sluis graag de samenwerking met andere disciplines, zoals designers, communicatieadviseurs en data-analisten, en werkt ze graag samen met zowel de Hogeschool als de Universiteit van Amsterdam. “Bij de data-analyse staan we eigenlijk nog maar aan het begin. Wij hebben als gemeente zoveel data tot onze beschikking, van beleidsstukken, tot beslissingen en bezwaren. Die data gebruiken we nog veel te weinig. Als we die goed analyseren, kunnen we daar veel meer informatie uithalen, waarmee we beslissingen beter kunnen voorspellen, maar waarmee we ook kunnen leren van zaken uit het verleden.”
Stralend falen
Leren van fouten, en vooral ook het durven maken ervan, is volgens Van der Sluis essentieel in legal tech en innovatie. Met een aanstekelijke glimlach vertelt ze over de gedachte daarachter: “Als je iets nieuws probeert, maar geen fouten durft te maken, heb je niet echt geïnnoveerd. Dan ben je niet echt vernieuwend bezig. We moeten stralend falen. Als we dat niet doen, hebben we iets niet goed gedaan. Onze beroepsgroep is van nature enigszins behoudend, maar ik wil ze juist buiten het traditionele blikveld laten kijken. Je krijgt pas vernieuwing als je dingen probeert die nog niet kunnen. Die vernieuwende producten verwacht ik ook.”
Bij alles wat ze doet, weet Van der Sluis voor wie ze het doet. “We moeten ervan doordrenkt zijn dat we het voor de Amsterdammer doen. Dat besef zit echt in alle mensen hier, en in de hele organisatie. Alles wat we doen, doen we voor die Amsterdammer. Dus moet je jezelf altijd afvragen: wat betekent dit voor de burger, hoe kunnen we echt maatwerk leveren?”
Drang om te vernieuwen
In die zin heeft Van der Sluis het ook over haar werk als juridische bedrijfsvoering. “We zijn geen bedrijf, het gaat hier ook niet om het maken van winst. Maar we hebben de bevoegdheid om iets voor de burger te doen, en daar heb je een hele goede organisatie voor nodig. Daarvoor moet je soms een stapje terugdoen, naar het proces kijken en bedenken hoe je dat nog beter kunt laten lopen. Ik vind dat het bij mijn verantwoordelijkheid hoort om die beschouwende manier van denken en analyseren in te brengen.”
Als bestuurslid van de Vereniging voor Juridische Kwaliteitszorg maakt Van der Sluis zich hard voor een beter imago van de gemeentejurist, onder andere in de werkgroep next level gemeentejuristen. Ze benadrukt dan ook meerdere malen hoe leuk het is om bij de gemeente te werken. “De diversiteit van deze stad is fantastisch, ook dat inspireert tot een constante drang om te vernieuwen. Ja, dat zouden meer juristen moeten weten, in deze krappe arbeidsmarkt. Het is niet voor niks dat ik dit zo enthousiast vertel!”