Het Hof van Discipline heeft maandag een klacht van het Openbaar Ministerie over de Venlose advocaat Marcel Heuvelmans ongegrond verklaard. Volgens het hof kan na onderzoek door de Rotterdamse deken Rob Meijer ‘niet met voldoende zekerheid worden aangenomen’ dat de advocaat zich schuldig gemaakt heeft aan beïnvloeding van een getuige.
Er kan dus ook niet worden vastgesteld of de advocaat zich ten aanzien van zijn eigen cliënt – kompaan en medeverdachte – ‘niet gerechtvaardigd heeft beroepen op zijn geheimhoudingsplicht en zijn verschoningsrecht’, aldus het hof.
Het OM stelde in een klacht van eind 2016 dat de advocaat de getuige in Frankrijk in de cel heeft bezocht, hem heeft verzocht geen verklaringen meer af te leggen, hem geld heeft gegeven en hem nog meer geld in het vooruitzicht heeft gesteld, hem een code voor het opnemen van 6.000 euro heeft gegeven en getuige nogmaals heeft bezocht in Duitsland. Tuchtrechtelijk ontoelaatbaar, aldus de Officier van Justitie.
Het Hof van Discipline liet de zaak onderzoeken door deken Meijer, en die komt tot de conclusie dat de contacten tussen Heuvelmans en de getuige ‘kunnen worden aangemerkt als geschied in het kader van de rechtsbijstand van verweerder aan zijn cliënt’. ‘Verweerder heeft een redelijke verklaring gegeven voor zijn, op het eerste gezicht niet binnen de rechtsbijstand aan D. passende bezoek aan L. in de gevangenis in Frankrijk en uitleg gegeven over de achtergrond van en het verband tussen de contacten van verweerder met L. en verweerders cliënt,’ vat het Hof samen.
Wel heeft de advocaat 405 euro overgemaakt van zijn kantoorrekening naar de getuige, en dat is volgens deken Meijer ‘onjuist’. Maar deze overboeking leidt volgens Meijer – en dus ook het Hof – niet tot de conclusie dat er sprake is van beïnvloeding.
Heuvelmans laat in De Limburger weten blij te zijn met de uitspraak. ‘Het hing als een blok aan mijn been. Ik ben blij dat ik daar nui van verlost ben,’ aldus de advocaat in de krant.