De Amsterdamse deken Germ Kemper heeft de klacht van Micha Kat over het inschakelen van rechters door Houthoff Buruma voor het geven van cursussen op kantoor, doorgeleid naar de Raad van Discipline. Dat bevestigt Kemper desgevraagd.
Volgens Kat heeft Houthoff Buruma zich schuldig gemaakt aan omkoping. Het kantoor liet rechter Hans Westenberg gedurende een aantal jaren cursussen geven aan de eigen advocaten van Houthoff, volgens Kat tegen excessieve fees. Kat voert al jarenlang strijd tegen Westenberg.
Kemper bevestigt dat hij de klacht heeft doorgeleid aan de Raad van Disicpline, maar geeft geen inzage in de brief die hij daarover aan Kat heeft gestuurd.
Kat citeert uit die brief het volgende op zijn website: “Mijn gedachte is daarom dat de klacht in deze vorm moet worden voorgelegd aan de Amsterdamse Raad van Discipline. Die kan dan een uitspraak doen die betrekking heeft op de Amsterdamse verantwoordelijke kantoorgenoten en kan eventueel bepalen of een nader onderzoek nodig is naar de vraag welke advocaten precies welke verantwoordelijkheid hebben gedragen. Desgewenst zou de heer Kat, indien hij het van belang acht dat ook Rotterdamse advocaten een tuchtrechtelijke beoordeling behoren te krijgen, de klacht kunnen voorleggen aan de Rotterdamse deken.”
Kemper bevestigt dat deze passage deel uitmaakt van de brief. Het ziet volgens hem op de situatie dat een kantoor tuchtrechtelijk wordt aangesproken. In dat geval moet worden uitgezocht welke individuele partners precies tuchtrechtelijk ter verantwoording moeten worden geroepen. “Als je dat allemaal van tevoren moet uitzoeken, dan wordt het een troep. Mijn voorstel is om nu verder te gaan met de klacht, en daarna eventueel verder onderzoek te doen naar individueel tuchtrechtelijk aansprakelijke advocaten. Het valt op voorhand niet uit te sluiten dat de klacht van Kat stuit op ontvankelijkheid. Is dat het geval, dan kun je dat laatste achterwege laten.”