Veel meer mensen dan voorheen leggen zich neer bij de beslissing van de voorzitter van een van de Kamers voor het notariaat. Het aantal gevallen waarin een klager in verzet kwam tegen de voorzittersbeslissing daalde van 65 procent in 2022 naar 38 procent in 2023. Dat blijkt uit het Jaarverslag 2023.
Wanneer de voorzitters proberen zaken tot een minnelijke oplossing te brengen, zijn ze minder succesvol. Als de voorzitter ruimte ziet voor een minnelijke schikking, roept hij de klager en de notaris op om een schikking te onderzoeken. De klager kan dan besluiten om om de klacht in te trekken. Doet hij of zij dat niet, dan kan de voorzitter alsnog een voorzittersbeslissing geven of de klacht rechtstreeks doorverwijzen naar de zitting van de Kamer voor het notariaat.
In 2023 werden 12 van dit soort gesprekken gehouden. In drie gevallen besloot de klager zijn of haar klacht in te trekken. De Kamer in Den Haag was hierin het meest succesvol. Hier werden drie voorzittersgesprekken gevoerd en in twee gevallen leidde dat tot een minnelijke oplossing.
Tuchtmaatregelen
Wanneer een klacht tegen een notaris gegrond is, kan de Kamer voor het notariaat kiezen uit verschillende tuchtmaatregelen. Ontzetting uit het ambt is de meest vergaande sanctie. Deze werd in 2023 – evenals in 2022 – niet een keer opgelegd.
Andere maatregelen zijn onder andere een waarschuwing, een berisping, een geldboete, ontzegging van de waarnemingsbevoegdheid of een schorsing. Daar waar de Kamers een sanctie nodig achtten, kozen zij in de meeste gevallen voor een waarschuwing of een berisping. In de Kamer in Amsterdam kwam het één keer tot een schorsing. De Kamer in Arnhem-Leeuwarden, waar het merendeel van de beslissingen werden genomen, legde twee keer een schorsing op. De Kamer in Den Haag legde als enige een geldboete op.