
Niemand wordt echt blij van de aankondiging dat het OM minder zaken voor de rechter wil brengen en vaker de strafbeschikking wil toepassen bij vermogenscriminaliteit. Ook de Tweede Kamer is kritisch, maar weet ook niet hoe het anders moet zonder miljardeninvesteringen in de Rechtspraak.
In februari gooide het OM de knuppel in het hoenderhok door aan te kondigen dat het de mogelijkheden die de strafbeschikking biedt optimaal te zullen gaan benutten. Rinus Otte, voorzitter College Procureurs-generaal, legde het zo uit: “Het OM wil méér zaken afdoen en méér slachtoffers bedienen. In een tijd waarin we zelfs voor de lichtere delicten te lang moeten wachten op afdoening van de zaken en inmiddels nog langer op executie (uitvoering) van de straf, als deze al plaatsvindt, is het voor een geloofwaardige rechtstaat cruciaal dat er weer meer feiten worden opgespoord, vervolgd en afgedaan.
Ons nieuwe beleid, met vaker zelf straf opleggen en voor de veel voorkomende feiten minder dagvaarden, maakt het bovendien mogelijk dat er meer zittingscapaciteit wordt vrijgemaakt voor de zwaardere strafzaken. Zo maken we weer meer strafrecht mogelijk, met mate voor de lichtere misdrijven, en stevig voor de zware misdrijven.”
Kritiek Rechtspraak
De Rechtspraak reageerde als gebeten. Volgens Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, past dit voornemen niet binnen een rechtstaat. Het feit dat het OM zijn aankondiging zonder overleg met de Rechtspraak deed, vond Naves moeilijk te verkroppen. “Zo’n ingrijpende beleidswijziging kun je alleen nemen in overleg met de Rechtspraak, en bijvoorbeeld ook de politie en andere organisaties in de strafrechtketen. Wij dringen daarom aan op zo’n gesprek, op zeer korte termijn.”
Lees ook: De Rechtspraak vindt nieuw beleid OM ‘maatschappelijk niet uit te leggen’
Standpunt NOvA
Ook de Nederlandse Orde van Advocaten plaatste kanttekeningen bij de OM-plannen, al is zij niet per se tegen, zo valt te lezen in een position paper. “De NOvA is, als publiekrechtelijke beroepsorganisatie die opkomt voor een goede praktijkuitoefening van advocaten in het belang van een goede rechtsbedeling voor de rechtzoekende, niet in algemene zin voor of tegen de strafbeschikking als afdoeningsmodaliteit in een zaak.
Bezien vanuit het belang van de verdachte kan de mogelijkheid om een zaak buiten de rechter om af te doen bovendien ook voordelen bieden. Die voordelen zijn er echter alleen als die verdachte goed geïnformeerd is, volledig overziet wat de consequenties van het aanvaarden van een OM-strafbeschikking zijn en zijn rechten als verdachte kunnen worden geeffectueerd. Bijstand van een advocaat bij een afdoening middels een strafbeschikking is daarbij essentieel.
In gevallen waarin het OM een zaak afdoet dient een verdachte een advocaat te kunnen raadplegen om hem te informeren over zijn positie en rechten. De kwaliteit van de beslissing en de acceptatie door de verdachte worden op die manier aanzienlijk verbeterd.”
Tweede Kamer
Dinsdag 8 april 2025 debatteerde de Tweede Kamer over de strafbeschikkingen van het OM. Kamerlid Lahlah (GroenLinks-PvdA) vindt dat het OM misschien niet buiten de letter van de wet, maar dan toch zeker wel buiten de geest van de wet treedt “De oorspronkelijke wet uit 2008 sprak nog over lichte delicten, bulkzaken en doelmatigheid. Maar wat er nu gebeurt, is iets anders. Het OM begeeft zich steeds verder op het terrein van de rechter. Dit is geen administratieve vereenvoudiging meer, maar een fundamentele verschuiving in ons strafprocesrecht.”
Lahlah erkent dat de rechtsketen piept en kraakt, maar ziet meer in structurele investeringen om de druk van de ketel te halen. “Recht is geen productieproces. De rechtsstaat is geen file die je even oplost met een extra rijstrook voor het OM. Laten we investeren in wat echt nodig is, namelijk meer rechters, meer rechtsbijstand en meer menselijkheid aan de voorkant van de keten, zodat we niet alleen sneller, maar vooral eerlijker en rechtvaardiger oordelen.”
Kamerlid Bikker (ChristenUnie), ziet liever meer strafbeschikkingen dan meer zaken die op de plank blijven liggen totdat er wordt afgezien van vervolging van de daders. “Deze coalitie maakt tot nu toe niet meer geld vrij voor de rechtspraak. Dat is een ingewikkeld dilemma, waar we allemaal naar kunnen blijven kijken. Mijn keuze is dan in ieder geval geen straffeloosheid. Als het OM manoeuvreert binnen de regels die we samen hebben afgesproken, dan sta je soms te juichen en er soms in stilte naar te kijken. Maar je wilt ze daarin wel steunen.”
Ook Van Nispen van de SP vindt de OM-strafbeschikking verre van ideaal. “Een officier van justitie kan dan vervolgen én bestraffen, terwijl een rechter dat laatste eigenlijk hoort te doen. Maar als je daar jarenlang te weinig in investeert en daar in sommige jaren zelfs hard op bezuinigt, dan moet je niet raar opkijken als de boel compleet vastloopt.”
Van Nispen wil van minister Van Weel weten wat er zou gebeuren als het Openbaar Ministerie dit niet zou doen of als het zelfs alle zaken voor de rechter zou brengen? “Als je dit plan van de hand wijst, hoeveel moet je dan eigenlijk investeren? Na hoeveel jaar zijn dan eigenlijk die wachttijden weggewerkt? Over hoeveel miljarden hebben we het dan?
Als we vast zouden houden aan het traditionele plaatje van opsporing door de politie, vervolging door het OM en bestraffing door de rechter, dan moet je ofwel accepteren dat er giga wachttijden zijn en dat zaken worden geseponeerd, ofwel heel fors miljarden investeren in de keten en heel veel mensen gaan opleiden. Als je dat beide niet wil, dan moet je realistisch zijn. Een strafbeschikking van het OM is sowieso beter dan geen straf via een sepot of heel veel jaar wachten op straf in de wat kleinere zaken met een dagvaarding. Dan is een snellere OM-strafbeschikking te verkiezen, mits het zorgvuldig gebeurt.”
Onderzoek afwachten
Mede door alle kritiek heeft het OM aangekondigd pas op de plaats te maken, zo meldde het eerder deze maand in een schriftelijke verklaring. Het College van procureur-generaals wil komend jaar bezien hoe de tijdelijke instructie uitpakt voor de rechtspraak en slachtoffers.
Daarnaast is door de procureur-generaal bij de Hoge Raad een vervolgonderzoek naar de OM strafbeschikking aangekondigd. Ook het WODC doet hier onderzoek naar. Het College wacht de resultaten van de eigen reflectie en de beide onderzoeken af en komt in de tussentijd niet met nieuwe tijdelijke instructies om het gebruik van de strafbeschikking verder te intensiveren.
Het OM zal in samenspraak met Slachtofferhulp Nederland de positie van het slachtoffer rond de strafbeschikking versterken, en de informatieverstrekking en rechtsbijstand richting verdachten optimaliseren, zo belooft het college.