Binnen een organisatie die in de afgelopen jaren radicale veranderingen onderging, werkt Rutger Laurentius sinds anderhalf jaar als bedrijfsjurist op de sinds enkele jaren weer groeiende Legal-afdeling van ABN AMRO. De afdeling bestaat momenteel uit circa 120 juristen, terwijl risicomanagement en ‘de blik naar buiten’ anno 2014 de sleutelwoorden zijn.
Door Joris Rietbroek
Legal bij ABN AMRO werd begin 2006 al eens uitgebreid onder de loep genomen in de rubriek In-House bij… op Advocatie, de voorloper van Jurist in Bedrijf. Sindsdien is er in de financiële wereld in het algemeen en binnen ABN AMRO in het bijzonder meer gebeurd dan de geïnterviewden van toen op dat moment konden bevroeden. Het bedrijf werd in 2008 gesplitst (onderdelen naar Fortis, RBS en Santander). Vrijwel gelijktijdig sloeg de kredietcrisis toe en werd het bedrijf na de splitsing in 2009 genationaliseerd (alle aandelen naar de Nederlandse staat) en in 2010 werd samengevoegd met onderdelen van het eveneens genationaliseerde Fortis (waarna de naam Fortis in Nederland verdween).
In augustus 2013 besloot het kabinet dat de huidige ABN AMRO Group op termijn terug moet naar de markt. Onduidelijk is nog wanneer de regering besluit dat ABN AMRO voldoet aan alle voorwaarden voor een privatisering. Als de politieke wil er inderdaad is, kan een beursgang doorgaan. Het slagen voor de ECB Asset Quality Review en stresstest afgelopen najaar noemt de bank ‘een hoopvol signaal.’ De voorbereidingen op een IPO zijn al geruime tijd in volle gang binnen de bank, bij Legal hoofdzakelijk binnen het Corporate Affairs, één van de tien teams binnen de juridische afdeling. Scherper vooruit denken, plannen en klaar zijn voor ontwikkelingen; een vooruitziende blik is een van de belangrijkste kwaliteiten die ABN AMRO anno 2014 verwacht van de juridische afdeling en haar medewerkers.
Onder wie Rutger Laurentius, die na loopbanen bij advocatenkantoren Vestius Advocaten en Lexence koos voor het bankwezen. Zelf is hij als arbeidsrechtspecialist werkzaam binnen het team Labour Affairs (Arbeidszaken). Juist omdat er zoveel gebeurd is binnen ABN AMRO in de afgelopen acht jaar, geeft hij graag een update over het huidige reilen en zeilen van Legal binnen ABN AMRO. Eén ding is hierbij zeker: de afdeling als geheel groeit, terwijl de structuur van Legal nog altijd verdacht veel wegheeft van een groot advocatenkantoor, met zo’n 120 juristen die werkzaam zijn in een tiental verschillende teams. Die zitten niet als los zand verspreid bij de afdelingen die zij ondersteunen – van Retail & Private Banking tot Banking & Finance –, maar bij elkaar op de tiende etage van het ABN AMRO-hoofdkantoor aan de Zuidas.
Een vooruitziende blik
Het interview vindt plaats luttele dagen nadat bekend is geworden dat er tot 2018 650 tot 1000 banen zullen verdwijnen bij de retailsectie van de bank, maar daar zal Laurentius in de praktijk niet veel van merken. “Reorganisaties worden uitgevoerd door de Human Resource-organisatie”, vertelt hij. “Arbeidszaken komt in zo’n geval slechts zijdelings in beeld, bijvoorbeeld als er vragen zijn over het sociaal plan. We behandelen vooral individuele ontslagzaken, beantwoorden vragen over arbeidsvoorwaarden in de CAO en spelen een rol in onze interne geschillencommissie, voor het geval er klachten van medewerkers zijn. Mijn werkzaamheden wijken eigenlijk niet heel veel af van wat ik hiervoor in de advocatuur deed. Het grootste verschil is dat ik nu voor één klant werk.”
Na de splitsing van de bank kromp Legal als geheel tot zo’n vijftig juristen, maar inmiddels neemt de afdeling weer fors in formaat toe. Dat heeft naast de groei die de bank zelf weer heeft ingezet, mede te maken met toegenomen regeldruk voor financiële instellingen en een uitgebreider takenpakket, waarin risicomanagement een van de sleutelwoorden is geworden.
Laurentius wijst dit aan als een grote mentaliteitsverandering binnen Legal. “Waar zaken vroeger wat reactiever werden behandeld, bijvoorbeeld als een probleem zich aandiende, proberen we nu echt ver van tevoren de risico’s voor het bedrijf in te schatten,” vertelt hij. “Legal kijkt meer vooruit, en dat vereist een meer proactieve houding van de juristen. Het nieuwe, tienkoppige Regulatory Team is bijvoorbeeld voortdurend bezig te inventariseren wat we de komende tijd kunnen verwachten aan regelgeving uit met name Den Haag en Brussel, wat de impact zal zijn en hoe we ons daarop kunnen voorbereiden. Er komt ook steeds meer wet- en regelgeving op ons af, van een nieuwe Payment Service Directive (PSD2) tot nieuwe privacyverordeningen.”
Toezicht naar ECB
Over nieuwe wetgeving gesproken: Laurentius’ eigen team Labour Affairs is momenteel druk met bijvoorbeeld de invoering van de bankierseed en de wijziging van het ontslagrecht die per 1 juli 2015 van kracht zal zijn, geeft Laurentius aan. “Een belangrijke vraag hierin is wat er bij CAO geregeld mag worden, zoals het instellen van een ontslagcommissie. Dat is tamelijk ingewikkeld,” vertelt hij. “In die zin is het eigenlijk pionierend werk en daarmee de grootste uitdaging waar we momenteel als team voor staan.”
Er zal voor Legal naar verwachting ook het nodige veranderen nu de Europese Centrale Bank een deel van het toezicht van de Nederlandsche Bank op de grootste banken heeft overgenomen. Onduidelijk is echter nog wat de concrete gevolgen voor de ABN AMRO-juristen zullen zijn, zegt Laurentius. “De grote vraag is hoe de ECB het toezicht zal inrichten. Misschien wel een stuk strakker op regels en minder op de Nederlandse manier, dat is nog afwachten.”
Splitsing en nationalisering
De nationalisering van de bank had eigenlijk nauwelijks directe gevolgen voor Legal. Het grootste verschil was eigenlijk dat ABN AMRO plotseling één nieuwe aandeelhouder had. Hoe anders was dat ten tijde van de splitsing en de alweer enkele jaren later volgende samenvoeging van bankonderdelen. Hendrik Jan Bolte, senior legal manager en één van de juristen die Advocatie ruim acht jaar geleden sprak, weet het nog als de dag van gisteren.
“Dat was een gigantische juridische klus zoals Nederland die nog nooit eerder had gezien,” vertelt hij als hij even aanschuift bij het gesprek. “Feitelijk moest de bank helemaal uit elkaar getrokken en weer in elkaar gevlochten worden. Alsof je een prachtige auto helemaal uit elkaar sleutelde en daar weer vijf nieuwe auto’s uit bouwde die ook nog konden rijden. Wat ik nog het mooiste vond aan het resultaat: terwijl wij achter de schermen met honderden mensen keihard hebben gewerkt, hebben de klanten er in wezen helemaal niets van gemerkt.”
Intensievere samenwerking met advocaten
Vergeleken met acht jaar geleden is de relatie tussen advocatenkantoren en bank eveneens behoorlijk veranderd: er is sprake van intensievere samenwerking. “We proberen elkaar beter te begrijpen en hebben vaker advocaten over de vloer die leren hoe onze afdelingen werken,” vertelt Laurentius. “Dat werkt bovendien drempelverlagend: je spreekt zo sneller en makkelijker met elkaar af als er iets speelt. En door beter wederzijds begrip worden adviezen pragmatischer en concreter, met minder mitsen en maren.”
Op de lijst van preferred suppliers prijken onder meer de namen NautaDutilh, De Brauw, Allen & Overy, Clifford Chance, Freshfields en Kennedy van der Laan. Voor arbeidsrechtelijke zaken doet Labour Affairs geregeld een beroep op BarentsKrans.
De bank in de maatschappij
Anno 2014 eveneens cruciaal om als jurist besef van te hebben: de plek die een bank als ABN AMRO inneemt in de maatschappij, in een rap veranderende wereld. “Vijf jaar geleden bijvoorbeeld had vrijwel niemand een restschuld op zijn hypotheek omdat huizen alleen maar meer waard werden,” licht Laurentius toe. “Opeens zijn er tal van klanten die wel met zo’n schuld geconfronteerd worden, en dan moet je als bank goed nadenken hoe daarmee om te gaan. Het is eigenlijk zaak om te voorkomen dat een klant in de problemen komt, en daar kun je ook als jurist bij helpen.”
Daarvoor moet je wel kunnen meedenken op het allerhoogste niveau, vindt hij. “Volgens mij moet je beter dan voorheen begrijpen waar de bank in de maatschappij staat. Een jurist bij een bank kan het zich niet meer permitteren om de blik alleen binnen kantoor gericht te hebben.”