Bij concert- en festivalorganisator Mojo Concerts stuitte Ruben Brouwer vijf jaar geleden op de kans om zijn juridische achtergrond en grote liefde voor muziek te combineren. Hij praat voor Jurist in Bedrijf over zijn werk in de muziekwereld, veranderende deals met artiesten en de strijd tegen zwarthandelaren in concert- en festivaltickets.
Door Joris Rietbroek
Na zijn studie werkte Brouwer eerst vier jaar in de advocatuur, op twee kantoren in Amsterdam. Totdat de vacature voor legal counsel bij Mojo Concerts in Delft op zijn pad kwam. “Ik was niet actief op zoek, maar besloot als enorm muziekliefhebber meteen te solliciteren”, weet hij nog. “Ik ging vanaf mijn vijftiende al naar Lowlands en was veel met muziek bezig, van metal tot dance en indierockbands.”
Al bij zijn sollicitatiegesprek bleken bedrijf en mentaliteit precies wat Brouwer zich ervan had voorgesteld: niet lullen, maar poetsen. “De deadlines zijn hard. Als er ergens een concert begint, moet alles geregeld zijn. Hiervoor wordt keihard gewerkt door ontzettende muziekliefhebbers die zich daarvoor willen inzetten. Bij een advocatenkantoor zitten veel gelijkgestemden, hier heb je mensen van diverse pluimage, van productiemanagers die de hele zomer met hun bergschoenen in de modder staan om te zorgen dat festivals goed verlopen tot onze financiële mensen die een andere achtergrond hebben. Maar de muziek bindt iedereen.”
LiveNation
Sinds enkele jaren is Brouwer manager op het gebied van juridische zaken en HR, intussen de legal counsel-werkzaamheden gaan onverminderd door. In het grachtenpand van Mojo in Delft is hij de enige bedrijfsjurist. Niet alleen werkt Brouwer voor Mojo Concerts zelf, dat eigendom is van het Amerikaanse evenementenbedrijf LiveNation, ook doet hij het juridische werk voor concertzalen als de Heineken Music Hall en de in juni 2012 geopende Ziggo Dome in Amsterdam, zelfstandige bedrijven die eveneens onder LiveNation vallen.
Een adviserende rol speelt hij vooral wanneer contracten tussen organisator en artiest dreigen af te wijken. “We boeken per jaar ook zo’n tweeduizend optredens in popzalen door het land. Dat is standaard contractenwerk dat onze boekers zelf aankunnen.” Op het moment dat er een geschil dreigt met een artiest, manager of boekingsagent over het contract, komt Brouwer wel in het spel. “Of als een artiest een groot deel van de gage vooruitbetaald wil krijgen”, geeft hij als voorbeeld. “Soms wordt een wereldtournee namelijk vooruit gefinancierd, waar ze uiteraard geld voor nodig hebben. Dan vraagt een agent of hij geld mag doorstorten naar de artiest, maar daar zitten wat juridische haken en ogen aan.”
Te zwaar podium
Een concreter voorbeeld dat aantoont hoe diep Brouwers werk kan gaan: Robbie Williams die voor zijn concert in de Amsterdam Arena een podium mee heeft dat te zwaar is voor het voetbalveld, dat bovenop de parkeergarage is gebouwd. “Dan moet er een bedrijf komen om de vloer te stutten en help ik bij het maken van de afspraken voor het geval hier iets mis mee gaat. Laatst heb ik met een Amerikaanse advocaat zitten discussiëren over een overmachtclausule in het contract van Diana Ross, voor op North Sea Jazz Curaçao. Ik adviseer onze boeker dan over wat hij in een contract nog het beste kan toevoegen, weglaten of herformuleren.”
Diverse vraagstukken dus, en dat vereist snel schakelen, beaamt Brouwer. Daarnaast is het de uitdaging om op kennis te blijven in alle verschillende rechtsgebieden waar hij mee te maken krijgt, van het brede contracten- en verbintenissenrecht en algemene voorwaarden tot ondernemings- en merkenrecht. “Zo beheer ik de merkenportefeuille, van de merknamen Lowlands tot het nieuwe dancefestival Pitch of Symphonica in Rosso. Als er bijvoorbeeld opeens een partij adverteert met een prijsvraag voor Lowlands-kaarten terwijl wij geen verbintenis met dat bedrijf hebben, dan is het overduidelijk dat ik even moet ingrijpen.” Eventueel kan Brouwer de hulp inroepen van huisadvocaat Marcel Bunders. “Die kent het bedrijf al tientallen jaren en weet precies hoe we dingen willen hebben. Ik schakel hem in als ik iemand nodig heb om mee te sparren, als een geschil dreigt te escaleren of als ik twijfel aan de exacte formulering in een contract. We hebben bijna wekelijks contact.”
Echt escaleren doen geschilletjes tussen Mojo en andere partijen eigenlijk niet, bezweert Brouwer. “Ik heb het in elk geval nog niet meegemaakt. We werken dan ook al jaren samen met dezelfde bedrijven en leveranciers. Bovendien is dit een klein wereldje, iedereen kent elkaar en heeft elkaar later weer nodig. Artiesten slepen we sowieso niet voor de rechter. Je hebt maar een contract met ze voor één of misschien twee shows. Ja, er zijn wel eens concerten last minute afgelast omdat een artiest zogenaamd ziek was, en dan krijg je bij wijze van spreken een doktersverklaring van een Mexicaanse dierenarts. Vervelend, maar je maakt er geen zaak van. Wel komen er afspraken over wat we een eventuele volgende keer met zo’n artiest afrekenen.”
Strijd tegen zwarthandel
Een goeddeels zelf opgezette missie van Brouwer is het ongeldig maken van door zwarthandelaren opgekochte toegangsbewijzen. Deze tickets worden veelal aangeboden door niet-officiële ticketbureaus die de dubbele of zelfs driedubbele prijs vragen voor een concert- of festivalkaart. Ruim 500 euro voor een Lowlands-kaart (oorspronkelijk 185 euro) vlak nadat het festival in een dag uitverkocht is geraakt, is niet uitzonderlijk.
“We hadden tevergeefs enkele procedures gevoerd tegen zulke bedrijfjes, dat was vooral frustrerend”, vertelt Brouwer. “Sinds enkele jaren verkopen we kaarten online en kunnen we beter zien waar ze terecht komen. Zo werd het idee geboren om bij een groot evenement te monitoren hoeveel tickets bij één partij belandden. Dat vereiste wel aanpassing van de algemene voorwaarden om het juridisch dicht te timmeren. Het eerste concert waarbij we dit deden, was Il Divo in Ahoy’, in 2009. Toen bleken liefst 500 tickettransacties herleidbaar tot dezelfde naam en konden we achterhalen dat die kaarten voor hogere prijzen op één website werden aangeboden. Die barcodes maakten we toen ongeldig, zodat iemand met zo’n ticket niet binnenkomt. Dat werd bijna een rechtszaak, maar dat durfde die partij toch niet aan.”
Ook voor een populair festival als Lowlands werden de afgelopen jaren honderden door de zwarthandel opgekochte kaarten ongeldig gemaakt en vervolgens opnieuw online verkocht. Dat laatste kon op kritiek rekenen, die luidde dat Mojo zo tweemaal aan één toegangsbewijs verdiende. Brouwer: “Die kritiek hebben we gehad, maar vergeet niet dat databaseonderzoek en het opvragen van financiële gegevens ontzettend duur is. We lanceerden zelfs een website waarop bezoekers aan de hand van hun barcode hun ticket op geldigheid konden checken. Ik vraag me af of het project ooit kostendekkend is geweest.” Het monitoren gaat hoe dan ook verder: sinds deze week heeft Brouwer voor het eerst een medewerker in dienst die het internet afstruint op zoek naar te dure kaarten en dubieuze tickettransacties.
Veranderende deals
Wat eveneens aangeeft hoe waardevol de markt voor livemuziek is geworden: de flink veranderde deals tussen artiest en concertorganisator. Door de instorting van de cd-verkoop, is optreden de voornaamste bron van inkomsten geworden voor de artiest. “Vroeger gingen artiesten op tournee om hun cd te promoten, nu brengen ze een cd uit om op tournee te kunnen gaan”, illustreert Brouwer. “De percentages in de deals zijn ontzettend opgeschoven. Vroeger kon je nog een deal maken van 60%-40%, waarbij 40% van de winst naar de organisator ging. Tegenwoordig is het eerder 85%-15% tot zelfs 97,5%-2,5% bij de grote bands. Grote concerten moeten zo bijna wel uitverkopen om er als organisator nog aan te kunnen verdienen.”
En dan moet een organisator vaak ook nog een bedrag garanderen. Anders gezegd: als er niet standaard een bedrag van zes – of zelfs zeven – cijfers op tafel wordt gelegd, komen de groten der aarden als The Rolling Stones of Bruce Springsteen niet eens. “En over alles wat er bovenop dat gegarandeerde bedrag wordt verdiend, wil de artiest 90%. Dus als je zo’n garantiebedrag in je kaartverkoop al niet haalt, ga je het schip in. Als we er in de Heineken Music Hall met een capaciteit van 5.500 man 2.000 mensen naast zitten, dan is de schade al aangericht. Want een artiest zal niet gauw zeggen: “Doe mij dan maar wat minder.”