Het duurde wat jaartjes voordat Rob van Essen een juridische functie tegenkwam die gevarieerd en uitdagend genoeg was om hem langer dan een paar jaar op een plek te houden. Na een tocht door het hele land langs uiteenlopende juridische functies, blijkt de dagelijkse praktijk als bedrijfsjurist bij havenbedrijf Groningen Seaports ruimschoots aan zijn behoeften te voldoen.
Door Joris Rietbroek
Van Essen studeerde rechten in Groningen, koos de richting staats- en bestuursrecht en studeerde af in het vreemdelingenrecht. Een rechtsgebied waar hij korte tijd in werkte bij een advocatenkantoor in Arnhem. Na een periode als docent recht aan de Fontys Hogeschool in Tilburg volgden diverse uitstapjes, van juridisch medewerker bij diverse gemeenten tot consultant bij SIRA Consulting. “Het is ook wel eens fijn om je als jurist bezig te kunnen houden met het afschaffen van regels,” zegt hij over dat laatste voorbeeld. “Ik ben in ieder geval het levende bewijs dat je met een rechtenstudie diverse kanten op kunt.”
Als breed georiënteerde bedrijfsjurist is Van Essen bij Groningen Seaports definitief op zijn plaats, inmiddels ruim drie jaar. “Mijn langste dienstverband tot nog toe, en dat bevalt goed.” Groningen Seaports – circa 80 medewerkers – beheert naast de twee havens in de Eemsdelta van Delfzijl en de Eemshaven ook de industriegronden rond de havens, waar gronden in erfpacht worden gegeven aan tal van ondernemingen, inclusief grote energiebedrijven als NUON en RWE. Groningen Seaports verzorgt naast scheepvaartbegeleiding en havendienstverlening ook logistieke en infrastructurele diensten en de uitgifte en het onderhoud van de terreinen in de havengebieden, in totaal zo’n 2600 hectare groot.
Alles onder controle houden
De juridische afdeling van Groningen Seaports bestaat uit twee personen; naast Van Essen werkt Charlotte Vierenhalm er ruim 25 jaar. Tot zijn komst was zij de enige counsel binnen het bedrijf. Met de rappe groei van de Eemshaven in de afgelopen tien jaar bleven er echter vaker juridische issues liggen, zodat er ruimte ontstond voor een tweede jurist. “Charlotte houdt zich nu vooral bezig met de uitgifte van de gronden en de bijbehorende contracten, ik met alle aanbestedingsrechtelijke zaken,” vertelt Van Essen. Een wereld van verschil met het bestuursrecht, maar hij heeft zich voortdurend laten bijscholen, onder meer via een verkorte opleiding aanbestedingsrecht. Alles wat het recht raakt onder controle houden, zo omschrijft hij zijn rol in één korte zin.
Hoewel Groningen Seaports vorig jaar is verzelfstandigd tot een N.V., is het eigenlijk nog steeds een overheidsbedrijf; de provincie Groningen heeft het grootste deel van de aandelen in handen. Zodoende is het bedrijf ondanks de verzelfstandiging nog steeds aanbestedingsplichtig. “Is de waarde van bijvoorbeeld een bouwproject groter dan vijf miljoen euro, dan moeten we een Europese aanbesteding uitzetten, zoals recent gebeurde voor de bouw van een nieuwe kade in de Eemshaven. Vervolgens bekijken we volgens de regels van het aanbestedingsrecht wie de opdracht wint, waarbij we de risico’s voor onszelf uiteraard zoveel mogelijk proberen te beperken.”
Nieuw beleid
Van Essen heeft het verouderde aanbestedingsbeleid van Groningen Seaports onlangs eigenhandig gemoderniseerd, in het licht van de nieuwe aanbestedingswet. Die schrijft namelijk meer dan voorheen in detail voor welke aanbestedingsprocedures bij bepaalde bedragen horen. “Ik begon met inventariseren waar alle afdelingen en projectleiders zoal tegenaan lopen,” vertelt hij. “Die input heb ik gemixt met de inhoud van de wetten om te bekijken waar we nog nadere beleidsaccenten konden aanbrengen. Die notitie is nog redelijk kort geworden, zeven A4’tjes. Het is nu nog zaak dat projectleiders, wanneer zij iets inkopen, automatisch nadenken over de vragen die passen bij het aanbestedingsbeleid.” Intussen komen medewerkers al vaker uit zichzelf naar hem toe met vraagstukken. “Het is nu zaak dat nog iets meer te stroomlijnen.”
Zijn juridische werkzaamheden gaan intussen verder dan uitsluitend aanbestedingsrechtelijke zaken: ook houdt hij zich bezig met algemene voorwaarden en aansprakelijkheidsrecht, in het geval van schades veroorzaakt door afnemers of Groningen Seaports zelf. Andere juridische kwaliteiten waren nodig op het moment dat er op een kwade zaterdag een enorme scheepsschroef ter waarde van enkele tonnen werd ontvreemd vanaf het terrein in Delfzijl. “Die was ooit opgedoken door duikers en we zouden er een kunstwerk van laten maken. Iemand zag die zaterdag een vrachtwagen met het ding voorbijrijden, ging er achteraan en maakte foto’s. Er bleek een oud ijzer-handelaar achter te zitten, die beweerde dat hij die schroef keurig had gekocht. Ik moest beslag laten leggen op die schroef, maar er waren helaas al bladen vanaf gezaagd. Tot zover het kunstwerk.”
Brandjes voorkomen
Ook dat soort uitzonderlijke gevallen houden het werk boeiend, vindt Van Essen. “Je komt met een breder palet aan onderwerpen in aanraking dan je zou denken, tot de flora- en faunawet aan toe. De RWE, een klant van ons, zit al jaren verstrikt in verschillende milieuprocedures vanwege de bouw van een kolencentrale in de Eemshaven. Zo’n vergunning moeten zij zelf regelen, maar we volgen de ontwikkelingen uiteraard op de voet; hun vergunningsaanvraag raakt immers onze activiteiten. Dus dan krijg je te maken met thema’s als ‘verstoring’ van de natuur, verdiep je je op een dag in het gedrag van zeehondjes die heel nieuwsgierig aanlegd blijken te zijn.”
Potentiële problemen vooraf elimineren in plaats van voor de rechter, dat is een van de insteken van het bedrijf. Geen brandjes blussen, maar voorkomen. “Dit adviseren we onze klanten ook. Zo ging NUON voor de bouw van een nieuwe centrale direct met natuur- en milieuorganisaties om de tafel om met hen een convenant te sluiten: een kolengestookt deel gaat voorlopig niet door en er wordt enkel een gasgestookt deel gebouwd. De organisaties waren daar zo blij mee dat ze beloofden geen procedures te starten. Partijen kunnen natuurlijk naar de rechter stappen en zaken zolang mogelijk vertragen. Soms is het zinvoller als partijen direct onderling hun belangen en wensen bespreken.”
Energieadvocaten
Met zo’n breed palet aan rechtsonderwerpen, is het geregeld noodzakelijk om advocatenkantoren in te schakelen als de materie echt specialistisch wordt, erkent Van Essen. “Als bedrijfsjurist werk je toch meer op hoofdlijnen, terwijl een advocaat het hele verhaal wil weten.” Zo werkt hij samen met in energierecht gespecialiseerde advocaten als het aankomt op partijen die bijvoorbeeld energiecentrales willen bouwen op het terrein van Groningen Seaports. Of zij kijken mee naar een intentieverklaring om in de toekomst een elektriciteitskabel tussen Nederland en Duitsland aan te leggen, wat gunstiger energietarieven voor de chemische industrie op kan leveren.
Ook doet Van Essen soms een beroep op advocaten naar aanleiding van aanbestedingsrechtelijke zaken: “Als een afgewezen partij geen genoegen neemt met ons besluit en bezwaar dreigt te maken bij de rechter, kan het geen kwaad om snel op te schalen.” Een advocaat annex curator werd ingeschakeld toen het in de Eemshaven gevestigde Aldel (Aluminium Delfzijl) eind vorig jaar failliet ging, mede vanwege hoge energiekosten. “Wij deden toen het nieuws bekend werd direct beroep op een curator, ook vanwege onze vorderingen op het bedrijf. We plaatsten zelf een bord bij Aldel dat het verboden was voor schuldeisers om spullen van het terrein af te halen.”
Behoefte aan afwisseling
De breedte van en afwisseling binnen zijn werkzaamheden bevallen Van Essen het best. “Het is zo veelzijdig dat ik ’s morgens vaak nog geen idee heb wat ik die dag ga doen. Dat bevalt me goed; mijn carrièrepad laat immers zien dat ik behoefte heb aan afwisseling. Daarnaast is het mijn ambitie om voortdurend bij te leren en daar is alle ruimte voor, tot zelfs de technische aspecten van zoiets als kadeconstructies. Intussen is beschikken over een goede politieke antenne minstens zo belangrijk om de belangen van afzonderlijke partijen voortdurend goed aan te voelen. Mijn werk begint en eindigt zelden zodoende met het nakijken van wetteksten.”