In de serie Jurist in Bedrijf deze keer Karin Aquarius, senior legal counsel bij adidas. “Dit bedrijf ademt echt sport. Er wordt tussen de middag gebasketbald op het sportveld naast de kantine, en werknemers mogen soms naar grote sportevenementen, zoals het WK Voetbal of Roland Garros. Dat zijn natuurlijk leuke bijkomstigheden.”
Door Lucien Wopereis
Hoe ben je hier terecht gekomen?
“Ik heb mijn advocatenstage gedaan bij Houthoff Buruma en wilde daarna eigenlijk wel wat anders. Als advocaat word je pas bij een zaak betrokken als er een issue is, als bedrijfsjurist krijg je veel meer te maken met het hele plaatje. Ook werk je veel nauwer samen met andere disciplines binnen het bedrijf. Dat sprak mij aan.
Bij adidas zochten ze destijds een jurist met vier tot vijf jaar ervaring, die zou gaan werken in het algemene contractenrecht. Het product van adidas – zeg maar sport gerelateerde producten – vind ik ook aantrekkelijk. De keuze was wat mij betreft dus snel gemaakt.”
Hoeveel juristen hebben jullie in huis?
“Het hoofdkantoor van adidas ligt in Duitsland, maar een aantal hoofdkantoorfuncties worden hier in Amsterdam uitgevoerd. Er werken hier in totaal vierhonderd mensen, waarbij het gaat om een aantal internationale kerntaken.
Voor wat betreft de juristen: in totaal werken er hier dertien juristen – voor IP en merkenrecht zitten hier bijvoorbeeld vijf juristen -, bij group trading & licensing – waar ik werk – zitten vier juristen. Wij houden ons bezig met alles wat met de supply chain te maken heeft: we sluiten contracten met fabrieken, vervoerders en opslagmagazijnen. Ook komen wij in beeld bij leveringen aan dochterondernemingen of leveringen direct aan de klant via onze webshop.”
Hoe wordt de keuze gemaakt om iets wel of niet uit te besteden aan een advocatenkantoor?
“In het algemeen geldt: je moet goed weten wat je weet, maar je moet ook heel goed weten wat je niet weet. Wij schromen niet om specialistische kennis in huis te halen als dat nodig is.
Er wordt binnen adidas heel veel gewerkt in projecten. Van tevoren wordt door Legal ingeschat of er binnen zo’n project geld moet worden vrijgemaakt voor extern juridisch advies. De afweging om extern te gaan hoort ook bij Legal te liggen, niet bij de financiële afdeling. Van de externe kosten wordt een begroting gemaakt die valt binnen het project. In die gevallen laten wij ook wel meerdere advocatenkantoren komen om een presentatie te geven over de vraag wat zij precies voor ons kunnen betekenen.
Verder hebben wij ook een aantal kantoren waar we een bestendige relatie hebben. Loyens & Loeff is onze huisadvocaat. Hebben onze vragen betrekking op vervoerskwesties, dan gaan we naar Van Traa in Rotterdam. Voor privacy gerelateerde vragen kunnen we terecht bij Dirkzwager.”
Hoe beoordeelt u het delen van kennis door advocatenkantoren? Doen ze dat genoeg, of kan het beter?
“Wat ons betreft genoeg. Wij krijgen de nieuwsbrieven van de kantoren, en soms organiseren ze seminars of andere bijeenkomsten als er iets relevants zit aan te komen. Ze weten donders goed wanneer ze de alarmbellen moeten laten rinkelen. Wij kunnen daarmee goed uit de voeten.
Voor wat betreft templates en modellen: die hebben we voor de voor ons gangbare rechtsgebieden vooral zelf verzameld.
Wat natuurlijk wel regelmatig speelt: als je een magazijn opent in Zuid-Afrika, dan krijg je veel met locale wetgeving te maken. Daar heb je dus ook een locale specialist voor nodig. Die zoeken we via ons eigen netwerk. Dat kan Loyens zijn, maar ook een locale vestigingsdirecteur of locale in-house counsel. Van directories als Chambers maken we eigenlijk nooit gebruik.”
Hoe is uw interne positie? Wordt legal altijd gerespecteerd, of probeert men ook wel eens langs u heen te gaan?
“Het gebeurt een enkele keer dat iemand iets probeert te regelen buiten legal om, maar die wordt uiteindelijk altijd teruggefloten. Zonder legal kunnen ze niet door, ons stempel moet er op.”