In de serie Jurist in Bedrijf deze keer Jackie Breedveld, general counsel van Kardan NV te Amsterdam. Kardan is een beursgenoteerde investeringsmaatschappij, actief in de emerging markets en gericht op langetermijninvesteringen. “Ik ben een bedrijfsjurist in hart en nieren. Ik vind het leuk om in het bedrijf te zitten en het hele plaatje te zien en niet om als advocaat een memo te zitten schrijven.”
Sanne van Brunschot
Allereerst: wat is Kardan voor een bedrijf?
“De oprichters van Kardan komen uit Israel, maar sinds een jaar of vijftien is het bedrijf in Nederland gevestigd en sinds begin oktober zijn de activiteiten in Israel afgestoten. Het initiëren, ontwikkelen en beheren van onroerend goed en waterfaciliteiten staat bij ons voorop. Daarnaast hebben we ook nog een financiële dienstverleningactiviteit in Bulgarije en Roemenië, maar het ligt niet in de lijn der verwachting dat we de financiële activiteiten zullen uitbouwen.
Onze activiteiten zitten momenteel met name in Centraal en Oost-Europa, zoals Polen en Roemenië, en in China. Daar focussen we op de second tier cities, waar we shopping malls bouwen, maar ook appartementen. Onze infrastructuuractiviteiten spelen zich af in de hele wereld, maar altijd in opkomende markten. We zitten ook sterk in China. Daar hebben we nu al twaalf waste water treatment plants gebouwd, die we dan voor gemiddeld 25 jaar exploiteren. We verkopen pas als de asset mature is.”
Hoe ziet de juridische afdeling eruit?
“In Nederland hebben we drie juristen: een general counsel, een senior en een junior counsel, en ook nog een paralegal. Die doen al de juridische ondersteuning voor de holding maar ook voor de Nederlandse dochtermaatschappijen. Hoewel Kardan Israel nu een zelfstandige vennootschap is, werken we wel samen met de juridische afdeling in Israel. Zij helpen ons om te voldoen aan de vereisten van de Tel Aviv Stock Exchange, waar we een notering hebben. Dat is nodig omdat het hele specifieke wetgeving is, die vaak ook strenger is dan in Nederland. Voor een deel is die vergelijkbaar met de Amerikaanse Sarbanes Oxley, dus de rapporteringsverplichtingen zijn wat zwaarder dan hier.”
U heeft heel even als advocaat gewerkt. Wat vond u daarvan?
“Ik ben inderdaad nog een blauwe maandag de advocatuur ingegaan, maar dat beviel niet heel erg. Ik ben een bedrijfsjurist in hart en nieren, ik vind het heel erg leuk om in een bedrijf te zitten, met mensen te spreken over een breed scala aan onderwerpen. Je krijgt een breder beeld van een bedrijf dan wanneer je als advocaat je memo zit te schrijven en die naar je cliënt stuurt.”
Wat vindt u nou het aller-leukste aan uw werk?
“Ik denk toch de reuring; dat hangt ook samen met bedrijf. Het is een investeringsmaatschappij, dus soms doen zich kansen voor en is iedereen in rep en roer en moet er binnen een paar dagen iets bereikt worden. Die hectiek is heel leuk. Je hebt van die pieken, wat het spannend en interessant maakt.
Ook vind ik het leuk dat je hier heel dicht tegen de raad van bestuur aan zit. De juridische afdeling is hier niet de laatste stop in een hele rij. Als general counsel zit ik altijd bij alle vergaderingen. Er wordt van je verwacht dat je meedenkt, niet alleen als jurist, maar ook in andere oplossingen. Zo kun je een contributie leveren aan hoe het gaat met het bedrijf. Dat is het verschil met de advocatuur. Dan heb je vaak een specialisme en wordt je even door je cliënt gebeld, maar ondertussen zie je vaak het grotere plaatje niet.”
Hoe vaak en waarvoor schakelen jullie externe advocaten in?
“Vrij vaak, een paar keer per maand zeker wel. We hebben hier best wat complexe factoren, bijvoorbeeld het feit dat je beursgenoteerd bent. De afsplitsing van Kardan Israel was ook een omvangrijk project, met daarin veel ondernemingsrechtelijke en fiscale aspecten. Die specifieke kennis heb je vaak niet in huis. We hebben hier geen tijd om alle jurisprudentie bij te houden of elke week de vakbladen te lezen. Soms is het alleen om even te sparren, en soms om te zorgen dat je een advies op papier krijgt.”
Let het bedrijf tegenwoordig meer dan voorheen op de kosten van extern advies?
“Ja, dat is een teken van de tijd en dat is zeker ook wat wij doen. Er zijn steeds meer advocatenkantoren die het vrij zwaar hebben. Ik merk zelf ook dat je toch kritischer wordt naar de tarieven die gehanteerd worden. Die zijn de afgelopen jaren redelijk de spuigaten uitgelopen en dat proberen we toch wel weer naar beneden te krijgen. Bij een paar kantoren waarmee we vaak samenwerken hebben we bijvoorbeeld ook extra kortingen bedongen voor als we een bepaald bedrag per jaar spenderen. Daarnaast zorgen we dat we bij het aantrekken van mensen bepaalde expertise binnenhalen, zodat we ook minder advies extern hoeven te zoeken.
Met welke kantoren werken jullie het meest?
“We werken met een aantal van de grote kantoren en hebben het werk vrij verspreid. Dat is wel een verschil met vroeger, toen je nog vaak een vaste huisadvocaat had. Omdat Kardan een groot internationaal bedrijf is, is specifieke kennis benodigd die vaak niet te vinden is bij de kleinere kantoren. Voor arbeidszaken hebben we wel een klein kantoor.
We kiezen niet voor een specifiek kantoor omdat het dat kantoor is, we kiezen meer voor de personen in de kantoren. Dat is een trend die je wel meer ziet tegenwoordig. Dus als wij weten dat bij een kantoor iemand zit met een bepaald specialisme, dan zoeken we die op. We gaan dus niet alleen voor de naam of reputatie. Het is de partner erachter die een goede reputatie heeft.”
Wat vindt u van de kennisoverdracht van die kantoren?
“Ik ben geabonneerd op nieuwsbrieven van kantoren, waarin ontwikkelingen worden aangegeven. En ze bieden vaak seminars waarin dingen kort weer even op de kaart worden gezet. Dat houden we wel bij, omdat die seminars vaak heel specifiek zijn, ze weten goed wat hun klant wil horen. Dat is dan aantrekkelijker dan bijvoorbeeld een cursus van de VU; dat is vaak te algemeen of sluit niet helemaal aan. En dit soort client seminars worden juist gegeven omdat ze die vraag krijgen van hun klanten. Ik ga er ook naartoe om de contacten weer aan te halen.”