MessageBird behoort tot de snelst groeiende Nederlandse (tech)bedrijven van het moment. De scale-up levert communicatiediensten aan duizenden klanten wereldwijd, van ABN AMRO tot Uber. General counsel Eva van Ingen begon er begin 2017 als enige fulltime jurist. Inmiddels geeft ze leiding aan een team van vijf mensen. “We hebben ambitieuze plannen.”
Door Joris Rietbroek
Toen CEO Robert Vis in 2011 zijn cloudcommunicatieplatform MessageBird bedacht, had hij een doel: de communicatie tussen bedrijven en hun klanten laagdrempeliger maken. Amper zeven jaar later maken ruim 15.000 klanten wereldwijd gebruik van de sms- en voicediensten van het bedrijf. “We maken het bijvoorbeeld mede mogelijk dat je eenvoudig met je Uber-chauffeur kunt communiceren,” geeft Eva van Ingen als voorbeeld. Ook Amber Alert, Lufthansa, ABN AMRO, SnappCar en Foodora zijn voorbeelden van grote, bekende klanten.
Vorig jaar kreeg MessageBird een kapitaalinjectie van 60 miljoen dollar van de fondsen Atomico – van Skype-bedenker Niklas Zennström – en Accel. Dit heeft de groeispurt nog verder versneld: MessageBird heeft inmiddels entiteiten in Londen, Hamburg, San Francisco, Shanghai, Singapore en Sydney.
Eva van Ingen (34) werkte eerst drie jaar als advocaat bij de finance praktijk van Simmons & Simmons. Het ging haar op den duur tegenstaan dat ze na advisering niet verder betrokken bleef (‘Ik stond teveel aan de zijlijn’). Ze ging in 2014 aan de slag bij fintechbedrijf Ohpen, waar ze de juridische afdeling opzette. Begin 2017 kreeg zij de kans om hetzelfde te doen bij MessageBird, als scale-up toen al flink in de groei. Toen ze begon, telde het bedrijf 40 werknemers. Nog geen anderhalf jaar verder zijn dit er 120, en het vacatureaanbod is groot.
Er hangt een losse, informele startup vibe in de huidige panden waar MessageBird nu nog gevestigd is, een aantal oude garages aan de Amsterdamse Baarsjesweg. Er werken tientallen jonge mensen, meer dan de helft komt uit het buitenland. MessageBird is er definitief uit zijn jasje gegroeid: in augustus volgt de verhuizing naar een gloednieuw kantoorpand aan de Amsterdamse Amstel. Het einde van een tijdperk, beaamt Van Ingen.
Geen showstopper zijn
De eerste maanden bij MessageBird stonden voor Van Ingen in het teken van vele gesprekken met alle afdelingen, om de business goed te leren kennen en de belangrijkste juridische behoeftes in kaart te brengen. “Zo konden we direct aan de slag met dataprotectie, uiteraard een zeer belangrijk onderwerp voor ons, en met de nieuwe AVG die toen al op het vizier stond.”
Mede hierdoor kon het bedrijf al snel meer juristen aannemen: inmiddels bestaat het team uit zes mensen, inclusief Van Ingen zelf. Een zevende persoon volgt binnenkort. “Legal is verdeeld in vier afdelingen: contracten, dataprotectie, regulatory & compliance en ‘other’,” vertelt ze. “Elke afdeling bestaat twee mensen, een junior en een senior. Behalve dan de categorie ‘other’, waar iedereen in werkt. Ik vind het belangrijk dat onze juristen van alle markten thuis zijn; ze moeten de hele business kunnen bedienen. Verder moet iedereen van elkaar weten waar aan wordt gewerkt, om eventueel bij te kunnen springen. Iemand die gespecialiseerd is in dataprotectie, moet kortom ook een contract kunnen beoordelen of weten hoe een compliance framework in elkaar steekt.”
Met de groei van het legal team zijn de workflows ingrijpend veranderd. “Toen het bedrijf nog echt een startup was, konden medewerkers elkaar aantikken als ze iets van elkaar nodig hadden. Dat is met meer dan honderd mensen veel moeilijker, dus mag er nu bijvoorbeeld geen contract meer de deur uit zonder dat legal ernaar heeft gekeken. Collega’s moeten wel weten dat legal er is om de business te laten groeien. Ze moeten ons niet ervaren als een showstopper. Dat vergt dat we snel werken: de business moet niet op onze input hoeven wachten. Het is daarom belangrijk de balans te vinden tussen snel knopen doorhakken, meebewegen en goed weten wanneer iets echt een no-go is.”
Het team is nu vooral druk met de verdere wereldwijde uitrol van MessageBird. Van Ingen: “We begeleiden de oprichting van buitenlandse filialen, zetten hiervoor entiteiten op en zorgen ervoor dat we aan alle plaatselijke regelgeving voldoen. Met name hiervoor zijn we op zoek naar een extra jurist die zich fulltime stort op wereldwijde compliance en hier voortdurend research naar doet, zodat we niet achter de feiten aan lopen. Dat is een van de grootste uitdagingen waar we voor staan.”
Onontgonnen gebied
Extra uitdagend aan juridisch werk voor een techbedrijf is dat veel vraagstukken die zich aandienen nog onontgonnen gebied zijn. “Dan is het zaak om nuchter beslissingen te nemen binnen de kaders van de bestaande wet- en regelgeving. Zulke knopen moeten we snel kunnen doorhakken: voor je het weet loop je achter en kan het bedrijf niet verder groeien. Wil je vooruit lopen op de markt, dan moeten we op deze manier werken. Veel juristen zijn zeer risico-avers, dat moet je hier kortom niet te veel zijn. Creativiteit kunnen combineren met een pragmatische aanpak, daar gaat het om.”
Voor de meeste vragen die het team niet zelf kan beantwoorden, doet Van Ingen een beroep op het jonge Amerikaanse advocatenkantoor Atrium, gespecialiseerd in juridisch advies aan scale-ups. “Daar hebben we een maandabonnement voor een vast bedrag, waarvoor we onbeperkt vragen kunnen stellen. Geen uurtje-factuurtje dus, en dat werkt heel fijn. Want waarom zou een advocaat meer geld moeten vragen omdat hij langer over een advies doet? Daar betalen we liever een vaste prijs voor. Verder maken we zoveel mogelijk zelf onze analyses, bijvoorbeeld over nieuwe telecomwetgeving, en leggen deze vervolgens nog voor aan een advocaat.”
Dat scheelt natuurlijk qua kosten, maar het is ook zo dat de techwereld een ingewikkelde branche blijft voor de traditionele advocatuur, heeft Van Ingen gemerkt. “Het is uitdagend om een advocaat goed uit te leggen wat wij nu precies doen. En als je dat hebt gedaan, is er vaak nog steeds ruis. Ze willen heel graag techbedrijven adviseren, maar ik denk echt dat je een tijdje in-house bij moet hebben gezeten om de branche echt te begrijpen. Bovendien hebben advocaten de neiging veel voorbehouden te maken in een advies. Dat begrijp ik wel, maar met een enerzijds-anderzijds-verhaal schieten we niet veel op. Een concrete bevestiging of advies, dat hebben we nodig. Het is nog best lastig om advocaten te vinden die zich daaraan durven te branden.”
Hoe MessageBird en de juridische afdeling zich de komende jaren verder zullen ontwikkelen, durft Van Ingen niet te voorspellen. “Ik kan niet verder vooruitkijken dan zes tot twaalf maanden, maar we hebben ambitieuze plannen. Ik kan me zomaar voorstellen dat er op gegeven moment lokale interne juristen werkzaam zjin, van San Francisco tot Singapore. Veel van wat nu gebeurt is ook voor mij nieuw en superinteressant. Die lift waar we nu in zitten, het is ongekend. Dit zal ik niet snel nog eens meemaken.”