In de serie Jurist In Bedrijf eens niet een doorgewinterd jurist die de belangen behartigt van het bedrijf zelf waar hij werkzaam is. Bert Kersten is gespecialiseerd jurist arbeidsrecht op het kantoor van Stichting Achmea Rechtsbijstand in Tilburg. Met Advocatie praat hij over zijn werk voor de klanten aan wie Achmea Rechtsbijstand verleent, ontslag als life event en ‘juridisering’ van de samenleving.
Door Joris Rietbroek
In 1981 begon Kersten zijn juridische loopbaan bij Interpolis. Eerst was hij tien jaar werkzaam als jurist, daarna klom hij op naar de functie van afdelingshoofd en groepsmanager van de Stichting Rechtsbijstand, die rechtshulp verleende aan verzekerden van Interpolis. Na onder meer de functie Hoofd Personenschade bij Interpolis te hebben bekleed, werd hij gespecialiseerd jurist arbeidsrecht bij Achmea Rechtsbijstand, waar de rechtshulpuitvoerders van Interpolis en Achmea in 2008 in opgingen, na de fusie van deze twee verzekeraars.
Hoe hebt u uiteindelijk de keuze voor het arbeidsrecht gemaakt?
“Ik begon in 1981 bij de Stichting Rechtsbijstand van Interpolis, net als nu in een tijd van crisis en hoge werkloosheid. Ik had een brede maatschappelijke interesse , maar vond op den duur het arbeidsrecht het boeiendst, omdat dit een van de belangrijkste life events raakt. Een ontslag is immers een van de grote momenten in het leven die een zware impact kunnen hebben op iemands welbevinden. Dat maatschappelijk-psychologisch-sociologische krachtenspel vind ik altijd al heel interessant naast het juridisch ontzorgen zelf. Het met mensen bezig zijn is mijn primaire drijfveer; daarvan ga ik fluitend naar huis. Mijn drive om het beste uit een zaak te halen brengt me als mens verder.”
Wat doet u tegenwoordig binnen Achmea Rechtsbijstand?
“Zestig procent van mijn tijd houd ik me bezig met complexe arbeidsrechtzaken, de rest van de tijd houd ik me bezig met kennisdeling en het ontwikkelen en geven van cursussen. Ik ben een vraagbaak voor ruim 120 arbeidsrechtjuristen op vier locaties in Nederland, naast Tilburg ook in Leeuwarden, Apeldoorn en Leiden. Die hebben natuurlijk geregeld vragen over aanpak, strategie en nieuwe ontwikkelingen. Hen adviseer ik dagelijks, ook over best practices, ofwel hoe je bepaalde zaken nu het beste kunt aanpakken.”
Wat voor cursussen ontwikkelt u zoal?
“We merkten bijvoorbeeld dat veel collega’s vragen hadden over de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen – red.), waar je in terecht komt als je twee jaar ziek bent. We kregen veel vragen over cliënten die in deze betrekkelijk nieuwe situatie terecht waren gekomen. Dan leren we via een cursus met een beslisboom vaardigheden aan collega’s zodat het voor hen makkelijker wordt zulke zaken op te pakken. En wij hebben intussen weer meer tijd voor andere vragen.”
Hoeveel arbeidszaken komen er jaarlijks bij Achmea Rechtsbijstand binnen en hoe worden die verwerkt?
“Qua arbeidsrecht gaan we dit jaar over onze begroting heen: dat aantal gaat vermoedelijk richting de 42.000 meldingen. Iemand die een juridisch probleem meldt, moet binnen 24 uur een eerste contact met een van onze juristen krijgen. Dan blijkt dat je binnen de eerste klantencontacten al vijftig procent van de klanten kunt ontzorgen, ofwel dat er een oplossing is voor het probleem. Het gaat immers niet altijd over ontslag; soms zijn er gewoon vragen over het recht op een aantal vakantiedagen die vrij eenvoudig te beantwoorden zijn. De andere vijftig procent gaat door naar de afdeling met gespecialiseerde juristen, waar we kijken welke jurist het meest geschikt is om de zaak op te pakken. Dat gebeurt altijd binnen 24 uur; als dat op drukke dagen niet dreigt te lukken, dan gebruiken we ons netwerk van advocatenkantoren.”
Hoeveel ontslagzaken begeleidt Achmea Rechtsbijstand jaarlijks?
“Vorig jaar waren dat er ruim 19.000, met veel reorganisatiezaken van grotere werkgevers die ontslagrondes doorvoerden. We merken dat veel klanten helemaal niet zitten te wachten op een juridische procedure. Een lange procedure volgen is dan ook geen doel op zich. Ontslagzaken worden tegenwoordig vaak geregeld met een beëindigingsovereenkomst, zodat je niet meer naar de kantonrechter hoeft.”
Wat mogen we in uw belevingswereld onder complexe zaken verstaan?
“Kennelijk onredelijk ontslag zien we steeds meer in onze branche. Dan zie je het spanningsveld tussen de werkgevers en de werknemers bij wie het water allebei tot aan de lippen dreigt te komen. Er is weinig geld voor een afvloeiingsregeling en de werknemer heeft alleen dat vooruitzicht met WW en slechte kansen om nieuw werk te vinden. Sinds de crisis is er een duidelijke verharding in de standpunten tussen werkgever en werknemer te merken, en dat maakt het lastiger om tot goede regelingen te komen.”
Het aantal gevallen ontslag op staande voet is volgens onderzoek van Achmea dan weer flink afgenomen sinds 2007.
“Dat klopt, we hebben het idee dat werknemers voorzichtiger zijn geworden en dat werkgevers duidelijker zijn in wat niet mag, bijvoorbeeld in de vorm van zero tolerance-beleid op het gebied van fraude of social media codes. Vroeger wilde een werkgever het nog wel eens door de vingers zien als een werknemer bijvoorbeeld wat koper van het bedrijfsterrein mee naar huis nam, maar dat hoeft hij tegenwoordig niet meer te proberen. Een werknemer denkt dan heus wel: ‘voor die 100 euro aan koper ga ik mijn baan niet op het spel zetten.”
Wat ziet u als belangrijkste veranderingen binnen ruim dertig jaar ervaring in de rechtsbijstand en het arbeidsrecht?
“De toenemende verharding van de maatschappij laat zich ook in ons werk zien. Of een juridisering, zo je wilt. Zo is in bepaalde situaties een werknemer meer dan ooit een productiemiddel van een bedrijf geworden, een nummer. Intussen wordt ieder juridisch argument tegenwoordig wel aangegrepen om met elkaar de loopgraven in te duiken. We houden mensen altijd voor: ‘ja, we kunnen de loopgraven in en elkaar drie jaar het leven zuur maken’, maar de meeste mensen willen dan toch een snelle oplossing en binnen een paar maanden weten waar ze aan toe zijn. Intussen zijn mensen tegenwoordig veel beter geïnformeerd over hun rechten. Ze hebben goudenhanddruk.nl al een keer bezocht en weten zelf al goed aan te geven wat ze aan ontslagvergoeding verwachten. Sommige mensen hoef je bijna niets meer uit te leggen.”
Kunt u na zoveel jaar nog meeleven met cliënten?
“De ene zaak doet je emotioneel wat meer doet dan de andere. Dat heeft met sympathie te maken, maar daar ga je dan wel professioneel mee om. Wat me sterk raakte was een zaak van een mevrouw die werd beticht van diefstal. Je probeert in zo’n zaak iemand altijd recht in de ogen te kijken. Naar mij toe mag je precies vertellen hoe het zit; ik ben er niet om je in diskrediet te brengen. Als iemand dan met tranen in de ogen beweert dat er niets is gebeurd, dan doet dat je best wat. De kantonrechter kwam tot het oordeel dat er geen sprake geweest kon zijn van diefstal. Bij de uitspraak zag je de mevrouw van euforie een gat in de lucht springen.”