Deze week praten we in de serie Jurist in Bedrijf met Barbara Buitenhuis, senior legal counsel bij UPC Nederland. Ze begon als advocaat bij Stibbe, maar maakte de overstap naar het bedrijfsleven. Ze wilde dichter op het vuur zitten, meedenken met het bedrijf. En: “Ik vind het een uitdaging om als bedrijfsjurist ook naar het belang van de consument te kijken.”
Door Sanne van Brunschot
Allereerst: Hoe ziet uw werkverleden eruit?
“Ik ben mijn juridische carrière begonnen bij Stibbe en daar heb ik op twee secties gezeten, arbeidsrecht en intellectueel eigendomsrecht. Daar heb ik heel veel geleerd. Na drie jaar ben ik naar een kleiner advocatenkantoor gegaan in de media- en entertainmentbranche, waar ik beide rechtsgebieden deed en veel contractenwerk. Dat was leuk, maar vervolgens dacht ik: ‘Wil ik echt in de advocatuur blijven of niet?’ Ik heb toen mijn baan opgezegd en ben een aantal maanden op reis gegaan naar China. Ik heb toen besloten dat ik uit de advocatuur wilde, dat ik dichter op het vuur wilde zitten en meer wilde meedenken met het bedrijf. Bij een facilitair bedrijf heb ik toen als interne advocaat gewerkt. Daar had ik echter veel reistijd en merkte ik dat het niet zo breed was als ik had gehoopt. In 2007 ben ik gaan werken bij UPC, in mijn woonplaats Amsterdam.”
Kunt u kort iets vertellen over UPC als werkgever?
“UPC is een Nederlandse dochter van een Amerikaans bedrijf. In de Verenigde Staten hebben we een beursnotering. Dat merk je als bedrijfsjurist aan verschillende processen, we moeten voldoen aan allerlei vereisten, zoals de Sarbanes-Oxley regelgeving. In Nederland is UPC natuurlijk een van de weinige grote kabelbedrijven, maar wel een van de vele telecommunicatiebedrijven. In ons land werken ruim 1600 mensen bij UPC en we hebben recent de miljoenste digitale tv-kijker binnengehaald. We proberen met onze producten altijd innoverend te zijn. In 2012 komt er een nieuw product op de markt, dat internet en televisie met elkaar verbindt. Als jurist is UPC interessant omdat het bedrijf altijd in beweging is. Er zijn altijd veel initiatieven en de ene dag is nooit hetzelfde als de andere.”
Hoe ziet de juridische afdeling eruit?
“De afdeling is een combinatie van Legal, Regulatory en Public Affairs, met aan het hoofd de VP Public Affairs & General Counsel. Public Affairs is verantwoordelijk voor de relaties met stakeholders in het publieke domein en het zichtbaar maken van initiatieven op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Vanuit Regulatory Affairs wordt geadviseerd over relevante regelgeving; er bestaat veel contact met de toezichthouders, zoals OPTA, NMa en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarnaast houden de Legal Counsels op de afdeling zich – naast hun eigen aandachtsgebied – vooral bezig met contractenrecht binnen de subafdeling Contract Affairs.
De afdeling bestaat in totaal uit 13 medewerkers. Het hoofdkantoor van UPC zit hier in Amsterdam, maar er zijn ook vestigingen elders in het land. Dat heeft te maken met de oorsprong van UPC; vroeger waren het allemaal verschillende kabelbedrijven die in de loop van de tijd gefuseerd zijn. Ik werk grotendeels hier. Soms geef ik interne trainingen bij andere vestigingen, op het gebied van arbeidsrecht, contractenrecht en compliancy bijvoorbeeld.”
Hoe is de positie van Legal intern?
“Mijn ervaring is dat collega’s gemakkelijk binnenlopen. Het is heel gebruikelijk dat, als er een initiatief is waar juridische kanten aan zitten, en heel vaak is dat zo, de jurist erbij wordt betrokken. Het blijft van onze kant wel een uitdaging om mensen zo veel mogelijk duidelijk te maken dat hoe eerder ze bij ons komen, hoe makkelijker het is om in een vroeg stadium met ze mee te denken. Bij contracten is het bijvoorbeeld zo dat we die op het laatst nog moeten paraferen, maar als we er niet al eerder bij betrokken zijn is de kans groot dat we zeggen dat we toch iets gewijzigd willen zien. Op het laatste moment is dat altijd heel lastig, dan is er eigenlijk al geen tijd meer om dingen aan te passen. Dat roept alleen maar frustratie op, dus wij zeggen: kom nou zo snel mogelijk bij ons, dan kan kunnen we het hele proces volgen.”
Moet u ze daarvan nog overtuigen?
“Nee hoor, dat valt wel mee. Het hangt er een beetje van af. De mensen die nieuw zijn hebben ervaringen bij andere bedrijven die ze meenemen. Maar over het algemeen is het niet moeilijk om mensen te overtuigen. Ik denk dat we met onze afdeling wel hebben laten zien dat we meerwaarde hebben, we worden gewaardeerd.”
Is uw baan goed te combineren met de thuissituatie?
“Ik werk vier dagen in de week, want ik heb twee kleine kinderen. Mijn partner werkt ook vier dagen, dus we hebben het eigenlijk helemaal verdeeld. Het gaat goed, het is allemaal net te doen. Ik ben meestal van negen tot half zes op kantoor, maar dan is het werk vaak nog niet af. Dus dan doe ik vaak thuis ook nog wat met mijn Blackberry. Ik vind het wel fijn dat ik daar flexibel in kan zijn.”
Tot slot: UPC heeft wel eens last van boze klanten. Merk je daar als jurist ook iets van?
“Klanttevredenheid is voor UPC heel belangrijk. En dat is inderdaad af en toe wel een uitdaging, het blijft een aandachtspunt. Het is vrij ingewikkeld; als je kijkt hoeveel klantcontacten er zijn, de techniek, alle processen moeten helemaal kloppen.
Telecombedrijven zijn bedrijven die heel veel contacten hebben met mensen. Vrijwel iedereen heeft een telefoon, televisie en een internetverbinding. Ik vind het zelf wel een uitdaging om als bedrijfsjurist naar de consument te kijken. Met het werk dat ik doe heb ik nauwelijks direct contact met de klant, maar toch let ik in mijn advisering vaak wel op het belang van de klant. Bijvoorbeeld bij het opstellen van contracten met externe partijen die technische assistentie verlenen bij onze klanten thuis. Dan moeten we netjes opschrijven wat ze voor ons doen en wat we van ze kunnen verwachten. Op dat moment kun je meedenken over hoe die dienstverlening voor de klant zo prettig mogelijk kan zijn. Zo probeer ik op dit punt mijn steentje bij te dragen.”