Het is altijd vanzelfsprekend geweest dat partnerschap dé drijfveer is voor het maken van carrière in de advocatuur. Maar is die ambitie nog wel zo vanzelfsprekend? Er lijkt een verschuiving gaande in wat de jonge advocaat wil bereiken in zijn werkende leven, en wat hij daarvoor over heeft. Het is hier al eerder gecontstateerd: “Jongeren komen niet meer ergens binnen met de bedoeling daar te blijven tot ze op de begeerde plek zitten.”
Door Sanne van Brunschot
“Er komt een hele nieuwe generatie aan – of die is er eigenlijk al – die heel bepalend is. Die een privéleven naast het werk heel belangrijk vindt. Als je partner bent, is een privéleven echter bijna niet mogelijk.” Dat zegt recruiter Loesje Klaasen-Frankfort van advocatenkantoor Nysingh. En daar heeft ze meteen een van de factoren te pakken die ervoor zorgen dat niet iedereen nog partner wil worden. “Bij ons willen veel senior medewerkers gewoon werk doen op hoog juridisch niveau met mooie cliënten, maar wel op tijd met het gezin aan tafel zitten.”
Het Britse Legal Week deed onlangs onderzoek naar partnerschap en concludeert dat ’there is mounting evidence that junior lawyers are becoming less focused on the dream of equity.’ In 2008 zag nog 50% partner worden als het ultieme doel, in 2010 was dat nog maar 38% – en onder vrouwen 29%.
Reden daarvoor is onder meer die work-life balance. Een van de 216 ondervraagde junior associates reageert: “I used to think I wanted partnership, but now I do not. This is principally because I don’t think the rewards on offer are worth the hassle of getting and then the hassle of keeping partnership. I look at my more senior colleagues and don’t want their exhaustion, obesity, alcoholism, paranoia, loneliness, etc. And I certainly don’t want to be a slave to a BlackBerry. If that means I’ll be a 50-year-old assistant on £50,000, so be it. I’ll still have done better than my family and schoolmates.”
Veel andere werkzaamheden
Naast het gebrek aan work-life balance is het bovendien voor lang niet iedereen aantrekkelijk dat het werk van een partner naast het juridische werk vooral bestaat uit veel andere zaken. Recruiter Klaasen-Frankfort van Nysingh: “Veel mensen die partner willen worden staren zich blind op de titel en vergissen zich in wat er nog meer bij komt kijken.” Bij de grote kantoren heb je vaak echter geen keus. Door het up or out-systeem wordt je of partner, of je vertrekt. Bij een middelgroot kantoor als Nysingh kennen ze dat systeem niet en blijven senior medewerker die geen partner willen worden gewoon waar ze zijn.
Klaasen-Frankfort: “We hebben veel senior medewerkers die niet de ambitie hebben om partner te worden en hier prima zitten. Zij houden van het vak van advocaat en willen niet per se ondernemer zijn.” De meesten hebben er dan ook bewust voor gekozen geen partner te worden. “Ze hebben negen á tien jaar bij de grote kantoren gewerkt en kennen die cultuur. Maar ze hebben op een gegeven moment gedacht: er is meer dan alleen maar werk.”
Selectieproces
Director HR van NautaDutilh Irene van der Veen-Leegwater denkt dat het in de loop der jaren niet minder aantrekkelijk is geworden om partner te worden. “Maar niet alle jonge advocaten hebben uiteindelijk de ambitie om partner te worden, dat sluit ook aan bij het feit dat ingroei tot partner een selectieproces is.” Bij het kantoor is ook ruimte voor mensen met andere ambities. De wens om partner te worden is echter van alle tijden, zegt Van der Veen-Leegwater. “De lat ligt nog steeds hoog, maar op de weg naar het partnerschap is er ten opzichte van voorheen meer ondersteuning om bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van niet juridische vaardigheden, zoals ondernemerschap en ook managementvaardigheden te werken, waar je in de rol van partner beslist niet zonder kunt.”
Stibbe herkent het beeld uit het Britse onderzoek ook niet, laat persvoorlichter Liesbeth Lanser weten. “De studenten die bij ons solliciteren en een aanbod krijgen, zijn in het algemeen gedreven en ambitieuze studenten. Een deel daarvan stroomt uiteindelijk door in de partnergroep. Zo hebben wij de afgelopen twee jaar vijf nieuwe partners benoemd die allen hun carrière bij Stibbe zijn begonnen. Wel zien wij dat de junior-medewerkers, meer dan in het verleden, naast hun professionele ontwikkeling ook waarde hechten aan hun persoonlijke ontwikkeling.”
Variatie
Volgens Christ’l Dullaert van werving- en selectiebureau Le Tableau blijven jongeren daarom niet meer jaren bij hetzelfde kantoor. “Jongeren hebben een heel andere visie op carrière. Het is niet zo dat ze nooit partner zouden willen worden, maar het hoeft niet meer per se. Dat is wel een verschil met tien á vijftien jaar geleden. Ze willen variatie, overal wat leren, vinden hun persoonlijke ontwikkeling belangrijk. Ze kijken rond.”
Dullaert komt regelmatig mensen tegen die zeggen: ik wil daar best twee of drie jaar werken. “Daar moet je bij een sollicitatie niet mee aankomen. Maar je merkt onder jongeren echt dat ze niet meer ergens binnenkomen met de bedoeling daar te blijven tot ze op de begeerde plek zitten.” Volgens Dullaert zijn de advocatenkantoren daar echter nog niet op ingericht. Partnerschap ligt ten grondslag aan het businessmodel van de advocatuur. “Kantoren weten niet wat ze moeten doen met de talenten die zo snel alweer willen vertrekken.”
Op dit moment komt het wellicht niet eens zo slecht uit dat minder advocaten het tot partner willen schoppen. Dullaert: “Partnerplekken worden schaarser, de groei is minder groot bij kantoren. Dan kan niet iedereen doorgroeien.” Nu er minder partners benoemd kunnen worden, wordt er ook nog kritischer gekeken naar de opbouw van het kantoor. Klaasen-Frankfort van Nysingh: “Dat deden we altijd al, omdat het onwenselijk is als de toplaag breder wordt dan de rest. Maar nu kijken we er wel extra kritisch naar.”
NautaDutilh is er, ondanks de volatiele markt, nog altijd op gericht de zeer talentvolle jonge advocaten met de ambitie, te laten doorgroeien tot partner. “Elk jaar kunnen nieuwe partners toetreden, daar is onze strategie ook op gericht. Immers, instroom van nieuwe partners is belangrijk voor de samenhang en toekomst van NautaDutilh,” aldus Irene van der Veen-Leegwater.
Het politieke spel
Uit onderzoek naar loopbanen van advocaten dat Dullaert deed in samenwerking met hoogleraar Paul Jansen van de Vrije Universiteit, kwam nog een ander punt naar voren dat meespeelt. “Er blijkt in toenemende mate weerstand te zijn tegen het politieke spel van advocatenkantoren. Niet alle medewerkers accepteren nog dat partnerbenoemingen vaak niet transparant zijn.”
Ook de onderzoekers van Legal Week constateren dat. Slechts 8% van de respondenten denkt dat de benoeming altijd eerlijk gaat. De rest heeft er zijn twijfels bij. Volgens zowel Dullaert als het Britse onderzoek is het de advocaten bovendien niet duidelijk wat je precies moet doen om partner te worden en waarom de een wel en de ander geen partner wordt.
Dullaert heeft geconstateerd dat dat met name onder vrouwen merkbaar is. Die schijnen minder oog te hebben voor dat politieke spel. “Het zijn uitstekende juristen en ze maken netjes hun uren, maar het politieke spel draait om hoe zichtbaar je bent, hoe je je profileert. Daar zijn vrouwen minder goed in. Jansen noemde dat het arenamodel: om hogerop te komen moet je een gevecht aangaan in een arena en niemand weet wat de spelregels zijn. Mannen hebben ze alleen toch eerder door.”