Het tweede Stressonderzoek, over stress en werkomgeving, is door 162 advocaten ingevuld. Minder respondenten dan het eerste onderzoek, maar toch ruim voldoende om conclusies te kunnen trekken. Van de 162 respondenten was 74 man (45,7%) en 88 vrouw (54,3%). De gemiddelde leeftijd lag op 36; met een hoog aantal eindtwintigers. Relatief veel deelnemers (40%) werken bij grote kantoren (60 of meer advocaten). Jongeren en vrouwen zijn iets oververtegenwoordigd. Bij de analyse van de resultaten hebben we daarmee rekening gehouden.
Burn out risico’s
23 advocaten (14,2%) vertonen tekenen van burn-out; waarvan 18,9% van de mannen (14) tegen 10,2% van de vrouwen (9). Burn-out is gemeten volgens een erkende maatstaf met drie elementen: mentale afstand (distantie, cynische houding), emotionele uitputting en verminderde persoonlijke bekwaamheid. Dit tweede onderzoek bevestigt de verschillen naar leeftijd en geslacht uit het eerste onderzoek.
Eén op de vijf stagiaires
Van de advocaat-stagiaires meldt maar liefst 22% (10 van de 44) verschijnselen van burn-out. Dit ligt op hetzelfde niveau als bijvoorbeeld bij arts-assistenten. Bij de jongeren gaat het van de drie elementen iets vaker om de verminderde persoonlijke bekwaamheid, dus om twijfel aan de eigen capaciteiten. Vooral bij vrouwen is deze onzekerheid de overheersende risicofactor. Bij mannen komt de stress iets vaker in onverschilligheid, een cynische houding tot uiting. Na de stage neemt het stressniveau af; 10 tot 11% van de advocaten heeft dan nog burn-out verschijnselen, die zich dan vergeleken met de jongeren vaker uiten in emotionele uitputting.
Bij de advocaten tot 35 jaar is er niet een duidelijk verband tussen kantooromvang en stress. Het risico van burn-out is bij de middelgrote kantoren (6 – 60 advocaten) groter dan bij de kleine, maar ook iets groter dan bij de grote kantoren. In de oudere groep komt emotionele uitputting vaker voor bij de grote kantoren. Werkdruk, onderlinge concurrentie en onduidelijke loopbaankansen gaan samen met een hogere kans op stress en burn-out. Sociale steun (aandacht, begeleiding, waardering) van collega’s en leidinggevenden kan deze risico’s sterk verminderen.
Werklast en declarabele uren
Meer dan 65% van de respondenten heeft een urennorm tussen 1000 en 1400 uur. Opmerkelijk is, dat er binnen deze marge geen relatie is tussen urennorm en de ervaren werklast. De werklast én de stressrisico’s gaan wel omhoog wanneer er méér dan 1400 declarabele uren verwacht worden. Er wordt méér werkdruk ervaren bij de grote kantoren met urennormen boven 1400, maar juist minder bij de grote kantoren met urennormen tót 1400. Hoewel de gemiddelde urennorm bij de grote kantoren hoger is, zijn de ervaren werkdruk én de stress gemiddeld lager dan bij de middelgrote kantoren. In de werklastbeleving van man en vrouw, stagiaire, medewerker of partner zijn geen grote verschillen.
Competitie en loopbaan
Het gevoel van competitie is sterker naarmate het kantoor groter is. Hoe ouder de advocaat, hoe minder competitie deze ervaart. Een uitzondering zijn vrouwen boven de 35 bij de grote kantoren, die weer méér het gevoel hebben dat zij moeten concurreren. Verder laat het aspect van de competitie geen verschillen in leeftijd of geslacht zien. Advocaten hechten veel belang aan hun carrièreperspectief; voor mannen en vrouwen is dat belang gelijk, voor vrouwen zelfs een fractie hoger. Jongere advocaten zijn er uiteraard méér mee bezig dan oudere. Opmerkelijk is dat dit nog sterker geldt bij kleine kantoren (2-5 advocaten). De mogelijkheden voor promotie lopen over de hele linie aardig parallel met het belang dat men aan de loopbaan hecht. De meeste respondenten menen dat advocaten die geen promotie kunnen maken bij het kantoor waar zij werken, in de regel uit eigen beweging het kantoor zullen verlaten. Zij vertrekken eerder vrijwillig dan op verzoek van het kantoor. Deze opvatting is nog iets sterker bij de jongeren én bij advocaten van de grootste kantoren.
Transparantie en diversiteit
Hoe transparanter men het beleid van het kantoor vindt en hoe meer aandacht er is voor diversiteit, des te lager de score op burn-out risico’s. Dit effect hangt echter deels samen met leeftijd en positie. Mannen hebben een hogere waardering van de transparantie en diversiteit dan vrouwen. De waardering neemt bovendien toe met de leeftijd, dus naarmate men dichter bij de bron zit. De waardering is het hoogst bij mannelijke partners. Advocaat-stagiaires en advocaat-medewerkers zijn minder positief. Geslacht en leeftijd kunnen echter niet alle verschillen verklaren, dus er blijft een aanwijzing dat bij kantoren met een transparant beleid en aandacht voor diversiteit de stressrisico’s lager zijn.
Conclusie
Eén op de vijf advocaat-stagiaires vertoont tekenen van burn-out: onzekerheid over de eigen bekwaamheden, afstandelijkheid en cynisme, en mentale vermoeidheid. Naarmate advocaten meer ervaring krijgen neemt het stressniveau af. Niettemin blijft meer dan 10% van de advocaten boven de burn-out grens. Er is een relatie met de beleving van de werkdruk en van de kwaliteit van de organisatie. Deze beleving wordt deels bepaald door de werkomgeving en deels door de persoon van de advocaat zelf. Kantoren kunnen de risico’s verminderen door een transparant (loopbaan)beleid, goede begeleiding, adequate waardering en een prettige, niet competitieve werksfeer te creëren.
Marchelle van Bon en Maarten de Haas
RaymakersvdBruggen
Els van der Linden
Stressbalance