”Je moet je mond af en toe open kunnen trekken zonder dat het consequenties heeft,” licht accountant Marc van Rennes van accountantskantoor Quaesitor zijn keuze toe waarom hij onafhankelijk wil zijn en blijven. Rennes’ kantoor heeft ongeveer 100 notariskantoren als klant, maar verricht geen werkzaamheden voor brancheorganisatie of toezichthouder. Een interview met een tegendraadse branche-accountant in crisistijd: “Tegen notarissen zeg ik: verkoop die sportwagen maar.”
Van Rennes omschrijft zijn kantoor als eigenwijs en tegendraads. De accountant ziet er ook niet uit als het stereotype beeld dat je bij een notariële accountant te binnenschiet. Gewoon spijkerbroek en een rood fleecejack. Casual, net als de rest van het personeel dat in een nog nieuw ruikend kantoorpand zit in Heemskerk.
“Van mij krijgen ze dingen recht voor zijn raap, ook dingen die ze soms niet willen horen,” zegt Van Rennes gevraagd naar wie zijn klanten zijn, en waarom die zich tot een eigenwijs kantoor als Quaesitor aangetrokken voelen. “Gelukkig weten onze klanten wel wie we zijn en met wat voor soort accountant ze te maken hebben.”
Crisis?
Zijn adviezen klinken soms ook tegendraads in de oren: “Crisis? Tarieven omhoog gooien,” adviseerde Van Rennes aan één van zijn notarissen die daarop de wenkbrauwen fronste, maar hem later enorm dankbaar was. Onlangs stelde Van Rennes voor zijn cliënten een lijst op van aanbevelingen in crisistijd met wat hij zelf “open deuren” noemt: “snijden in eigen vlees” en “alsjeblieft geen paniekvoetbal!”, “Als er één advies tussen zit waar men iets aan heeft, heb ik ze toch geholpen.”
Van Rennes merkt in de omgang met de malaise door het notariaat duidelijk een tweedeling in zijn klantenbestand. Oud versus Nieuw, die tussen ambtenaar en ondernemer, prijsvechters en kwaliteitskantoren. Een tweedeling die wat hem betreft ook beslag mag krijgen. “Kantoren moeten een duidelijke keuze maken, want een te groot gedeelte voert een tweesporenbeleid. Lever kwaliteit, en declareer per uur, of draai volume voor een laag tarief. Er zijn teveel kantoren die alleen prijs als onderscheidend marketinginstrument gebruiken.”
Daarnaast adviseert hij cliënten die het moeilijk hebben om creatief te zijn, en enigszins lak te hebben aan kritiek op sommige in de media verguisde praktijken van facturering door notarissen. Het gaat om overleven volgens hem. “Een notaris zette ‘wettelijke bewaarkosten’ op zijn factuur. Ik vroeg: wat is dat, heb je dat verzonnen? Ja, zei die notaris. Ik moet de aktes dertig jaar bewaren. Daar zitten kosten aan. archief, etc. Je moet dus ook durven,” aldus Van Rennes.
Van Rennes voorspelt dat de tarievenoorlog een vervuiling van het Kadaster tot gevolg zal hebben, omdat notarissen beknibbelen op kwaliteit van akten. Rommel die later weer komt bovendrijven, en gerepareerd moet worden. Blijf kwaliteit leveren, is zijn devies.
Bft
Niet alleen naar zijn klanten toe is Van Rennes recht voor zijn raap, maar ook naar buiten toe spreekt hij zich ferm uit. Bijvoorbeeld als verdediger van belang van zijn klanten tegen verhoogde administratieve lastendruk waar het Bureau financieel toezicht (Bft) de notarissen mee opzadelt. Aan de ene kant logisch dat het Bft de vinger aan de pols houdt wegens gevaar voor “lenen” uit de derdengelden, maar volgens Van Rennes is de verscherpte controle van de toezichthouder ook politiek gemotiveerd. “Het Bft wordt dit jaar geëvalueerd. Dat soort zelfrijzendbakmeel-organisaties moet ook de budgetten veiligstellen.”
Het Bft heeft bij sommige notarissen al de niet al te fijne bijnaam van een bepaalde Duitse groep toezichthouders die zijn hoogtijdagen ongeveer 70 jaar geleden beleefde, verhaalt hij. 20 februari moest het notariaat, vanwege de verslechterde financiële vooruitzichten, met cijfers komen van het Bft. Uiteindelijk werd dat 1 maart. “Ik weet dat veel kantoren maar gewoon wat ingeleverd hebben om er van af te zijn.”
Wat het Bft beter kan doen, volgens Van Rennes, is gewoon openheid vragen van de kantoren en even geen sancties te verbinden als er een bedenkelijke financiële situatie wordt aangetroffen in deze uitzonderlijk barre tijden. “Daar bereiken ze veel meer mee, en krijgen ze een beeld van hoe het er werkelijk in het notariaat voor staat. Nu lopen ze voortdurend achter de feiten aan of ze staan in de weg. En hoewel Bft en KNB dat graag zouden willen: de openbaar accountants mogen niets melden vanwege hun geheimhouding. Vrijwillige melding door de notarissen lijkt dus de enige oplossing voor adequaat ingrijpen door de toezichthouder.”
Niet zeuren
Hoe staat het er eigenlijk voor in het notariaat? Vorige week werd via een KNB-enquête bekend wat iedereen al wist: beroerd. Nu iedereen moord en brand schreeuwt, toont Van Rennes zich weer van die tegendraadse kant: niet zeuren, want er is nog altijd een beste boterham te verdienen in het notariaat. De ontslagen zijn niet leuk, maar noodzakelijk voor een hoop kantoren. Van Rennes ziet al wel voorzichtige tekenen van herstel, maar denkt dat veel kantoren blij zijn als ze dit jaar quitte spelen.
Dus weer tijd voor een open deur: interen op het eigen vermogen en privé uitgaven inperken. “Verkoop die sportwagen maar,” stelt hij droog, om er een verhaal aan toe te voegen van iemand die zei het voor €175.000 per jaar niet te kunnen rondbreien. “Belachelijk. dat is nog altijd boven de Balkenende-norm. Je kunt de crisis niet alleen afwentelen op het personeel, je moet zelf ook meedoen. Er zijn dorpsnotarissen die al jaren achtereen blij zijn met €60.000.” (12 maart 2009)