In 2016 werden 290 klachten over advocaten gegrond bevonden. In 2015 waren dat er 345, dat is een daling van 16%. De tuchtrechter kreeg in totaal ook minder klachten binnen. Dat blijkt uit het donderdag gepubliceerde jaarverslag 2016 van Hof en raden van discipline, de onafhankelijke tuchtrechters voor de advocatuur.
Het totaal aantal bij de raden binnengekomen klachten daalde met 7%: van 1078 naar 998. In 2015 was de daling nog 16%, dus de daling lijkt af te vlakken. In het eerder deze maand gepubliceerde jaarverslag van het dekenberaad werd dezelfde trend gesignaleerd.
De raden deden in 2016 1038 zaken af. Zij gaven daarbij 856 tuchtrechtelijke oordelen: 66% was ongegrond of niet-ontvankelijk, 4% van de klachten was gegrond maar resulteerde niet in maatregel, in 14% werd een waarschuwing uitgedeeld, 9% kreeg berisping, 2% een voorwaardelijke schorsing, 2% een onvoorwaardelijke schorsing en in 2% van de zaken leidde de klacht tot schrapping van het tableau. De raden legden vijf geldboetes op, minder dan 1% van het totaal aantal tuchtrechtelijke oordelen, maar duidelijk meer dan de ene boete van het jaar ervoor.
De percentages over de tuchtrechtelijke oordelen waren vorige jaren ongeveer hetzelfde, ‘dus er werd in 2016 gemiddeld niet zwaarder of lichter gestraft’. Net als het jaar ervoor was een derde van de klachten gegrond.
Elf advocaten zijn in 2016 onherroepelijk geschrapt van het tableau. Zij mogen het beroep van advocaat niet meer uitoefenen. In 2015 waren dat er zes. De raden legden verder in 2016 twee spoedschorsingen ex artikel 60ab (‘tucht-kort geding’) op en net als vorig verslagjaar vijf zogenaamde artikel 60b-schorsingen voor onbepaalde tijd. Die gaan direct in, ook al gaat de advocaat in hoger beroep.
Hoger beroep
Bij het Hof van Discipline daalde de instroom met 14% van 393 naar 337 zaken. Dat is een gevolg van de daling vorig jaar bij de raden van discipline. Van de 243 beslissingen die het hof in hoger beroep gaf, bevatten er 134 een bekrachtiging en 76 een (gehele of gedeeltelijke) vernietiging van een uitspraak van een raad van discipline. De overige hogerberoepszaken eindigden in niet-ontvankelijkheid of intrekking.
De instroom bij de tuchtrechter daalde minder snel, maar daalde nog wel. Te hopen valt natuurlijk dat de advocaten simpelweg beter presteerden, zo staat te lezen in het door voorzitter van het Hof van Discipline Joost van Dijk en stafjurist Marian Verburgh geschreven voorwoord bij het jaarverslag. ‘Dat er minder klachten gegrond zijn verklaard, wijst in die richting. Ook is goed mogelijk dat veel klachten niet meer bij de tuchtrechter belanden omdat zij eerder al zijn opgelost door de eigen klachtenfunctionaris, die elke advocaat sinds 2015 moet hebben. Dat was ook de bedoeling van de wetgever.’