Een advocaat wordt gedaagd vanwege een beroepsfout na een geschil rond de overtreding van een concurrentiebeding. Maar ligt de verantwoordelijkheid in zo’n geval bij hemzelf, bij zijn praktijkvennootschap of toch bij de maatschap waar die vennootschap deel van uit maakt? In een recente Gelderse rechtszaak biedt een arrest van de Hoge Raad van vorig jaar uitkomst, maar komen advocaat en zijn kantoor alsnog goed weg.
Door Joris Rietbroek
De oprichting van een nieuw bedrijf in 2009 – een trainingsbureau – wordt een netelige kwestie als de initiatiefneemster zich wendt tot een advocaat van het Nijmeegse kantoor Brunet Advocaten. Zij wil weten of haar activiteiten in strijd kunnen zijn met een concurrentiebeding dat zij heeft getekend. Als deze advocaat op vakantie is, neemt zijn collega – de gedaagde advocaat in deze kwestie – het dossier over. Hij staat de cliënte vervolgens bij in een geschil over de uitleg en reikwijdte van het concurrentiebeding.
De uitkomst: de cliënte moet 300.000 euro betalen aan het bedrijf Kippersluis vanwege verboden concurrentie. Bepaald niet tevreden met deze beslissing, stelt zij haar advocaat in november 2011 aansprakelijk, omdat zij een beroepsfout vermoedt. Hij zou haar namelijk niet hebben gewaarschuwd voor het risico van verbeurte van contractuele boetes, en hij had op gegeven moment moeten adviseren om op een hoger beroep van Kippersluis te wachten. De advocaat wijst de aansprakelijkheid van de hand.
De vordering van de cliënte wordt uiteindelijk gecedeerd aan Kippersluis, die de vergoeding ter waarde van de door cliënte geleden schade eist. En wel vanwege een ‘toerekenbare tekortkoming’ van en ‘onrechtmatig handelen’ door de advocaat.
Drie ankers
Kippersluis gaat voor drie ankers liggen en doet een beroep op de aansprakelijkheid van de advocaat als opdrachtnemer, de hoofdelijke aansprakelijkheid van de advocaat naast Brunet Advocaten en de aansprakelijkheid in zijn hoedanigheid van maat van Brunet Advocaten. De advocaat zelf voert aan dat niet hij, maar Brunet Advocaten de opdrachtnemer van de cliënte is geweest. De Gelderse rechtbank constateert in haar uitspraak al vroeg dat het eerder ‘een toevalligheid’ is dat de gedaagde advocaat de opdracht kreeg in plaats van de collega die op vakantie was. Zij had er daarom van begin af aan vanuit moeten gaan dat zij een overeenkomst sloot met Brunet Advocaten.
Die redenering gaat ook op voor de overige ankers: de rechtbank gaat mee in het verweer van de advocaat dat er geen sprake is geweest van een directe opdrachtrelatie tussen hem en cliënte. Wel was er een overeenkomst tussen cliënte en maatschap, zodat hij niet persoonlijk aansprakelijk is. ‘Hieruit volgt dat zij ook geen overeenkomst heeft gesloten met de praktijkvennootschap van gedaagde,’ aldus de uitspraak. ‘Van wanprestatie door deze praktijkvennootschap kan door het ontbreken van een contractuele relatie geen sprake zijn. Dit staat aan een veroordeling van [gedaagde] in hoedanigheid van bestuurder van zijn praktijkvennootschap in de weg.’
De algemene voorwaarden van het kantoor sluiten overigens individuele privéaansprakelijkheid al uit, al spreekt de rechtbank zich niet uit over de vernietigbaarheid hiervan.
Hoge Raad-arrest
Als het gaat om aansprakelijkheid in de hoedanigheid van maat, beroept de rechtbank zich op een arrest van de Hoge Raad van vorig jaar over de problematiek rond het dagvaarden van een maatschap. Volgens dit arrest kunnen maten in een maatschap persoonlijk worden aangesproken door een cliënt wegens gemaakte beroepsfouten, ook al heeft die cliënt een contract gesloten met de maatschap. Omdat een maatschap geen rechtspersoon is, moeten vorderingen worden ingesteld tegen de gezamenlijke rechtspersonen binnen die maatschap, schrijft de rechtbank.
Die mogelijkheid bestaat dus, maar het advocatenkantoor komt hier goed weg. In de dagvaarding van Kippersluis vindt de rechtbank namelijk geen enkele aanwijzing dat het bedrijf de bedoeling had de maten van Brunet Advocaten te dagvaarden. Die keuze van Kippersluis maakt dat de rechtbank de vordering van het bedrijf niet ontvankelijk verklaart.