De Rechtspraak heeft vastgesteld dat de volledige digitalisering van de rechtspraak in civiel- en bestuursrecht per 1 januari 2016 niet wordt gehaald. Om dit doel te bereiken, had de benodigde wetgeving uiterlijk 1 juli 2015 zijn aangenomen door de Eerste en Tweede Kamer, en dit is niet gebeurd.
De wetten die het mogelijk maken om zaken in civiel recht en in bestuursrecht in eerste aanleg, in hoger beroep en cassatie digitaal af te handelen, zijn al unaniem aangenomen door de Tweede Kamer. Het is echter de invoeringswet zelf waarover de Tweede Kamer zich nog moet buigen, aldus een nieuwsbericht van de Rechtspraak. De Eerste Kamer behandelt alle wetten pas als de Tweede Kamer ze heeft aangenomen.
Met onder meer de advocatuur is afgesproken dat er na aanvaarding van de wetsvoorstellen eerst een gewenningsperiode van een half jaar plaats zal vinden. Als de deadline van 1 juli zou zijn gehaald, had de gewenning aan de digitalisering van de rechtspraak kortom per 1 januari kunnen beginnen. Als de wetten eenmaal zijn aangenomen, wordt digitaal procederen voor professionele partijen verplicht. Niet-professionals mogen ook nog kiezen voor procederen op papier.
De Rechtspraak durft momenteel nog niet te zeggen vanaf welke datum volledig digitaal procederen mogelijk wordt. ‘Dit is afhankelijk van de parlementaire agenda. De Rechtspraak ontwikkelt scenario’s voor invoering na 1 januari 2016’.