Naar nu blijkt is op 1 april van dit jaar het Almeerse advocatenkantoor Sloof Advocaten failliet gegaan. Bij het kantoor werkten negen mensen, waaronder drie advocaten. Volgens curator H. Quint was de gerealiseerde omzet – bijna zeven ton in 2012 – net voldoende om de salarissen te betalen, maar was er geen ruimte meer voor de overheadkosten.
Dat blijkt uit het op 12 mei gepubliceerde faillissementsverslag. Bij Sloof werd vrijwel alle rechtsbijstand verleend op basis van toevoegingen, schrijft de curator. ‘Door het stagneren van nieuwe zaken, door het stagneren van de omzet en het achterblijven van betalingen van debiteuren (de eigen bijdrage werd vaak niet voldaan) was de onderneming niet meer te financieren,’ aldus Quint.
In het faillissementsverslag wordt gemeld dat de naamgever van kantoor, D. Sloof, de advocatenpraktijk voorlopig zal voortzetten om te voorkomen dat klanten tussen wal en schip raken. Inmiddels is het telefoonnummer van het kantoor niet meer in gebruik.
Eerder dit jaar kondigde het Haarlemse toevoegingskantoor Fischer advocaten aan de deuren per 1 januari 2016 te sluiten. Het kantoor, met zeven advocaten gespecialiseerd in rechtshulp aan ‘gemarginaliseerde groepen zoals ongedocumenteerden, Somaliërs en leden van de Roma gemeenschap’, acht het door de bezuinigingen op de rechtsbijstand ‘financieel niet mogelijk om dit op de lange termijn vol te houden en hierbij de vereiste kwaliteit te garanderen’.
Er zijn niet alleen problemen met kantoren in de toevoegingspraktijk. Ook kantoren met een (deels) betaalde praktijk hebben het lastig, zo bleek de afgelopen weken. In mei failleerde het Rotterdamse kantoor Kernkamp (vijf advocaten), begin juni was het de beurt aan Pesman (Haarlem en Alkmaar, acht advocaten). Het laatste kantoor maakte een doorstart met de vestiging in Alkmaar.