Tuchtrechtspraak over notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen wordt in hoger beroep uitgeoefend door het Gerechtshof Amsterdam. Tegen beslissingen van het gerechtshof ‘is geen hogere voorziening toegelaten’. Het cassatieverzoek is dus niet-ontvankelijk, aldus de Hoge Raad.
Er wordt nog altijd volop geprocedeerd in de Bloemendaalsoapzaak, zo blijkt. Nu ligt er weer een reeks van uitspraken van de Hoge Raad, over en weer tussen voormalig notaris Johan Bakker van Allen & Overy en Gijs de Jong en diens partner, kandidaat-notaris Pieternel Kouwenhoven.
Daarbij staat een herzieningsbeslissing van het Hof Amsterdam centraal. Voormalig notaris Johan Bakker van Allen & Overy vroeg die met succes aan bij het Gerechtshof Amsterdam omdat er tijdens een civiele procedure feiten aan het licht waren gekomen die, indien zij bekend waren geweest ten tijde van de tuchtzaak, tot een andere beslissing hadden kunnen leiden.
Tegen die herzieningsbeslissing is geen cassatie mogelijk, stelt de Hoge Raad nu. Tegen beslissingen van het Hof is op grond van de wet geen hogere voorziening toegelaten. ‘Deze regel strekt zich uit tot alle beslissingen inhoudende tuchtrechtspraak over notarissen, zodat hij ook van toepassing is op beslissingen betreffende de herziening van in hoger beroep door het gerechtshof gewezen tuchtrechtelijke uitspraken,’ aldus het hoogste rechtscollege.