Het hoger beroep in de strafzaak over de moord op advocaat Derk Wiersum wordt niet verwezen naar een ander gerechtshof. Dit heeft het Amsterdamse hof vrijdag besloten. De advocaten van de twee verdachten hadden verzocht om de zaak door een ander hof te laten behandelen.
De verdediging van verdachten Giërmo B. en Moreno B. betoogde eerder deze maand dat het Gerechtshof Amsterdam zich niet onpartijdig en onafhankelijk kan uitlaten over de beschuldigingen, omdat Wiersum als in Amsterdam gevestigde advocaat een bijzondere positie zou hebben gehad bij het Amsterdamse hof.
Nu kan volgens de Wet op de rechterlijke organisatie een zaak worden doorverwezen naar een ander gerechtshof als het bevoegde hof inderdaad betrokken is bij de zaak. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als het hof zelf, een medewerker van het hof of het ressortsparket (het Openbaar Ministerie in hoger beroep) partij is in een rechtszaak.
Maar in dit hoger beroep over de moord op Wiersum spelen deze situaties niet, oordeelt het Amsterdamse hof, dat het verzoek van de verdediging heeft afgewezen. Er is namelijk niet gebleken dat Wiersum ‘bij het gerechtshof Amsterdam een andere positie innam dan die van andere bij dit gerechtshof optredende advocaten’. Zodoende is er geen sprake van betrokkenheid van het Amsterdamse hof, zodat verwijzing naar een ander hof niet nodig is.
Het hoger beroep in de zaak Pulheim gaat op 1 april 2022 verder met een regiezitting. De procespartijen krijgen dan de mogelijkheid om hun onderzoekwensen naar voren te brengen. In eerste aanleg zijn verdachten Giërmo B. en Moreno B. vorig jaar door de rechtbank veroordeeld tot dertig jaar cel voor de moord op Wiersum. Het OM had levenslang geëist. Zowel de verdachten als het OM stelden na de uitspraak hoger beroep in.