Het gebruik van de namen LMR Advocaten en LR Advocaten levert, bezien in combinatie met de door die kantoren gebruikte logo’s, geen gevaar op dat het publiek de twee ondernemingen uit Oss met elkaar zal verwarren. Dat heeft de Hoge Raad begin december beslist. Overeenkomstig eerdere jurisprudentie stelt het college dat de vormgeving van een naam weliswaar geen onderdeel is van de handelsnaam, maar dienen bij de beantwoording van de vraag of verwarring te duchten is alle omstandigheden van het geval te worden meegewogen.
LMR Advocaten en LR Advocaten opereren beide vanuit Oss. Volgens LMR Advocaten scheppen de namen verwarring bij het publiek, en bij de rechter eist het kantoor dan ook dat LR Advocaten de naam wijzigt.
LMR Advocaten vangt bot bij kantonrechter, hof en Hoge Raad. Bij de Hoge Raad stelt het kantoor dat het hof een onjuiste maatstaf heeft gehanteerd door bij het bepalen van het verwarringsgevaar ook te kijken naar de – zeer verschillende – logo’s van de kantoren. De Hoge Raad is het daar niet mee eens, en zegt dat ‘alle omstandigheden van het geval’ in ogenschouw moeten worden genomen. ‘Door deze omstandigheid te betrekken bij zijn oordeel dat het publiek, dat ook [verzoekster] en het door dit kantoor gebruikte logo kent, de ondernemingen niet met elkaar zal verwarren, heeft het hof geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting.’
Overigens is de beschikking van de Hoge Raad geanonimiseerd, en daardoor nauwelijks te begrijpen. In de eerdere niet geanonimiseerde uitspraak van het hof is te lezen dat het gaat om LMR Advocaten (acht advocaten en juristen) en LR Advocaten (twaalf medewerkers, waaronder zeven advocaten). Blijkens de website heeft het laatstgenoemde kantoor de naam inmiddels aangepast naar Liebrand en Ruijs.