Het Hof van Discipline heeft alsnog een waarschuwing opgelegd aan zes advocaten in dienst van SRK Rechtsbijstand. De manier waarop zij op de website van zusterbedrijf en rechtshulpverlener BrandMR staan als advocaat, is misleidend, vindt het hof in navolging van de Raad van Discipline.
SRK begon de zusteronderneming BrandMR (‘brandmeester’) in 2019, met de bedoeling dat juristen en advocaten ook klanten zonder rechtsbijstandsverzekering mogen bijstaan, tegen vaste tarieven. Dit was echter lange tijd niet toegestaan volgens de advocatenregels zoals vastgelegd in de Verordening op de advocatuur (Voda).
Totdat de NOvA in december 2020 de deur op een kier zette met een experiment: op voorwaarden mogen advocaten bij rechtsbijstandsverzekeraars inmiddels wél niet-verzekerden bijstaan. In dat licht is deze uitspraak van het hof van afgelopen vrijdag 18 juni opvallend: zes advocaten worden op de vingers getikt voor iets dat inmiddels is toegestaan.
Begin december 2020, vlak na de aankondiging van het NOvA-experiment, oordeelde de Haagse Raad van Discipline op een dekenbezwaar dat de weergave van de SRK-advocaten op de website van BrandMR niet deugde en misleidend was te noemen. De raad legde echter geen maatregelen op, omdat de tien advocaten tegen wie een dekenbezwaar was ingediend, geen tuchtrechtelijk verleden hadden.
‘Raad buiten klachtomschrijving getreden’
Het hoger beroep bij het Hof van Discipline werd uiteindelijk gevoerd door zes advocaten; vier van de tien trokken hun beroep kort voor de behandeling in. De overgebleven zes vinden onder meer dat de raad ‘selectief had geciteerd’ van de BrandMR-website en buiten de klachtomschrijving was getreden door te oordelen dat de presentatie van de advocaten misleidend is.
Ze bestrijden bovendien dat er sprake is van misleiding of een onjuiste weergave van de feiten. Zo kunnen klanten niet direct een afspraak maken met de advocaten zelf, maar enkel via de BrandMR-burelen. In een van de disclaimers staat bovendien dat de advocaten nog geen werkzaamheden voor niet-verzekerden mogen verrichten, al hopen ze dit met het experiment wel snel te kunnen doen.
De Haagse deken Van Rijn handhaaft in hoger beroep zijn dekenbezwaar: hij vindt dat BrandMR en de advocaten op de website op zijn minst de suggestie wekten dat zij ‘ten behoeve van BrandMR andere diensten aanboden dan die ten behoeve van hun werkgever SRK’ en diens verzekerden. Volgens hem is het onduidelijk met welk doel de advocaten op de website van BrandMR staan vermeld.
Hof beaamt: misleidend beeld
Het Hof van Discipline schept deze duidelijkheid in het nadeel van de BrandMR-advocaten: op grond van de huidige, nog geldende Voda-artikelen mogen zij nog steeds alleen voor verzekerden van SRK of voor SRK zelf optreden. Hun aanwezigheid met foto’s en omschrijvingen op de website van BrandMR geeft daarmee een misleidend beeld, zo bevestigt het hof het oordeel van de raad.
“Immers, zij hebben zich gepresenteerd alsof zij werkzaamheden voor BrandMR verrichten,” zo staat in de uitspraak van het hof. “Op de homepage staat in grote letters vermeld: ‘maak kennis met de juristen en advocaten’ en ‘ervaren topadvocaten en juristen met eigen specialismen’. Onder ‘bekijk onze mensen’ zijn per team eerst de advocaten zichtbaar met foto, naam en profielbeschrijving. Daarna staan pas foto’s met profielbeschrijving van de juristen.”
De disclaimers waarin staat dat de advocaten geen werkzaamheden voor BrandMR kunnen uitvoeren, zijn volgens het hof onvoldoende, omdat ze ‘niet direct gelinkt zijn aan de advocaten die op de website zijn genoemd’. Verder zeiden de advocaten op zitting nog eens dat zij zich zo op de BrandMR-website hebben gepresenteerd, omdat zij het concept wilden steunen en het er niet mee eens zijn dat zij geen bijstand aan niet-verzekerden mogen verlenen. “Dit doel rechtvaardigt geenszins de wijze waarop verweerders zich op de website hebben gepresenteerd,” zegt het hof hierover.
Het hof houdt daarom de zes advocaten zelf verantwoordelijk voor schending van de betreffende Voda-artikelen. “Het beroep van verweerders op de vrijheid van meningsuiting faalt. De presentatie is zodanig misleidend dat dit de beperking op de website rechtvaardigt,” oordeelt de hoogste tuchtrechter.
Waarschuwing passend en geboden
In tegenstelling tot de raad vindt het hof een waarschuwing voor de advocaten wel ‘passend en geboden’. De deken heeft hen immers meerdere keren gewaarschuwd dat zij met de manier van presentatie op de BrandMR-website de gedragsregels schenden. “Zij hebben er willens en wetens voor gekozen deze wijze niet aan te passen.”
De mogelijkheid dat rechtsbijstandsverzekeraars onder voorwaarden inmiddels wel niet-verzekerden mogen bijstaan, heeft het hof opvallend genoeg niet meegenomen in de beoordeling. Op het moment dat het dekenbezwaar werd ingediend, was er namelijk nog geen sprake van het in december aangekondigde experiment van de NOvA, aldus het hof.
De website van BrandMR is inmiddels op enkele punten iets aangepast. Zo is bij de advocaten nu duidelijk te lezen dat zij in dienst zijn van SRK Rechtsbijstand.