Dat een onbevoegde belastingambtenaar deel uit maakte van de Kamer voor het Notariaat in een tuchtzaak, maakt de uitspraak van deze kamer – ontzetting uit het ambt – ‘nietig, maar niet non-existent’, aldus het Gerechtshof Amsterdam in een beslissing van 30 mei. Deze zaak – en nog 255 tuchtzaken – hoeven in dit licht niet opnieuw te worden behandeld. Verder is de ontzetting uit het ambt van de notaris uit Meppel vernietigd; wel is hij drie maanden geschorst.
Door Joris Rietbroek
De notaris ging in hoger beroep tegen de beslissing van de Kamer voor het Notariaat, die hem in juli 2016 uit het ambt ontzette, onder meer wegens het ontbreken van handtekeningen op meerdere gepasseerde aktes. Zijn advocaat ontdekte dat de belastingambtenaar die deel uitmaakte van de zittingscombinatie van de Kamer, hiertoe niet meer bevoegd was. Die werkte namelijk al sinds begin 2013 op een afdeling die volgens de regels geen fiscale ambtenaren mag afvaardigen naar de notariële tuchtraad.
De Belastingdienst ontdekte deze en andere ‘administratieve fouten’ begin dit jaar: in de afgelopen vier jaar traden vijf onbevoegde belastingambtenaren op in 256 tuchtzaken bij de vier Kamers voor het Notariaat. Het Financieele Dagblad, dat maandag berichtte over deze fout, speculeerde al dat deze tuchtzaken zomaar eens overgedaan zouden moeten worden.
Zo ver komt het niet: het Gerechtshof Amsterdam verwijst deze specifieke zaak niet terug naar de Kamer. Ja, doordat een van de leden van de Kamer voor het Notariaat onbevoegd was, is de beslissing van de kamer nietig. ‘Maar ‘nietigheid’ betekent in dit geval niet hetzelfde als ‘non existent’, aldus het hof. ‘Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen brengt voor gevallen als deze mee dat de nietigheid van de beslissing van de kamer alleen kan worden ingeroepen in het kader van een daartegen openstaand rechtsmiddel en dat is (in dit geval) hoger beroep bij dit hof.’
En omdat een hoger beroep er ook toe dient om fouten in eerste aanleg te herstellen en de zaak opnieuw behandelen, doet het hof de zaak zelf af. Wel wordt de bestreden beslissing van de Kamer vernietigd, maar ‘voor terugverwijzing van de zaak naar de kamer zijn onvoldoende gronden gesteld of gebleken’.
Intussen komt de Meppelse notaris er voor het hof nog relatief goed vanaf: zijn ontzetting uit het ambt is omgezet in een schorsing van drie maanden, omdat de notaris veel moeite heeft gedaan om zijn fouten te herstellen en omdat hij maatregelen heeft getroffen om zulke fouten in de toekomst te voorkomen.
Dat neemt niet weg dat hij ‘een handelswijze heeft gevolgd die een notaris onwaardig is’, aldus het Gerechtshof Amsterdam. Bovendien was hij al eens eerder door het hof tuchtrechtelijk veroordeeld wegens het passeren van akten buiten zijn vestigingsplaats, en toch bleef hij hiermee doorgaan. ‘De notaris heeft onzorgvuldig en in strijd met de voor hem geldende wetgeving gehandeld. De verschillende normschendingen rekent het hof de notaris zwaar aan.’