Het OM heeft het verschoningsrecht structureel geschonden in de strafzaak rondom Brabantse vermogensbeheerder Box Consultants. Dat heeft het Bossche gerechtshof op 2 mei bepaald in een tussenarrest. Omdat hiermee een fundamenteel rechtsbeginsel in het geding is, kondigde het hof aan prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad.
De tussenuitspraak is een nieuwe ontwikkeling in de langslepende zaak tussen Stibbe en het Openbaar Ministerie (OM). Begin vorig jaar spande eerstgenoemde kantoor een kort geding aan tegen de Staat vanwege duizenden schendingen van het verschoningsrecht door het OM en de FIOD.
Bij een inval bij het van fraude verdachte Box Consultants – cliënt van Stibbe-partner Daan Doorenbos – hadden zij twee miljoen e-mails verkregen, waaronder duizenden mails tussen Stibbe-advocaten en de vermogensbeheerder.
Verschoningsrecht geschonden
Al in maart 2022 stelde de voorzieningenrechter in Den Bosch Stibbe goeddeels in het gelijk: het OM had de mails inderdaad niet vertrouwelijk behandeld en deels gebruikt in procedures.
In het tussenarrest in hoger beroep van 2 mei wordt dit bevestigd. Het Bossche gerechtshof stelt dat de regels rondom het verschoningsrecht van de advocaten ‘op meerdere momenten in het proces en daarmee structureel zijn geschonden’ door het OM.
Onvoldoende kennis
Volgens het hof is het duidelijk ‘dat (op de werkvloer) bij het OM onvoldoende kennis van het verschoningsrecht en inzicht in de reikwijdte van het verschoningsrecht bestond’. Hierdoor ontstaat het risico dat het OM ook in andere, al dan niet lopende, strafzaken de fout ingaat.
Verder wordt in de uitspraak de rol van geheimhoudersfunctionarissen onder de loep genomen. Deze medewerkers van het OM zijn – volgens het parket zelf – bevoegd om mailcorrespondentie te beoordelen op vertrouwelijkheid. Zij zouden zonder het oordeel van een rechter mogen bepalen of mails gebruikt kunnen worden voor strafrechtelijk onderzoek.
Verduidelijking
Het Bossche gerechtshof heeft om verduidelijking gevraagd bij de Hoge Raad middels prejudiciële vragen. De huidige methoden van het OM voorkomen, volgens het hof, te weinig dat het verschoningsrecht in het gedrang komt. De vraag is onder meer of het OM zelf mag bepalen of sprake is van vertrouwelijke info, of dat hier een rechter aan te pas moet komen.
Tot er antwoorden zijn, gebiedt het hof – als voorlopige maatregel – dat het OM altijd een rechter-commissaris moet inschakelen om gegevens te selecteren of filteren op vertrouwelijkheid. Tegenover het FD verklaart hoogleraar belastingrecht Guido de Bont dat dit de facto reeds in lijn is met bestaande Europese wet- en regelgeving op het gebied van verschoningsrecht.